DE TRANEN SCHOTEN IN ZIJN OGEN TOEN HIJ OP DE WAND ZIJN EIGEN gekrabbel zag. Vlak bij de deur had hij met viltstift een auto getekend. Hij wist niet meer hoe oud hij toen was geweest, een jaar of acht misschien. Zijn tante was boos geworden, maar later had ze erom gelachen. Johnny Svendsen zuchtte. Nu was hij hier, na al die jaren terug, weer alleen.
In zijn tantes woning hing een zure, muffe geur, net als in een verzegelde bunker die jarenlang heeft leeggestaan.
Johnny Svendsen kwam thuis van een late dienst in het benzinestation. Op weg naar huis was hij met zijn nieuwe motorfiets langs de boerderij van Esters ouders gereden. Aan de weg, bij het begin van de oprit, was hij gestopt. Hij had zijn voeten op de grond gezet en zijn hals gestrekt in een poging Markus te zien. Hij verlangde hevig naar hem. Het was een nieuw, vreemd en lastig gevoel. Maar ook goed. Alleen al de gedachte aan de jongen wekte een diepe melancholie bij hem op, die niet meer uit woede, maar uit verdriet bestond.
Nu keek hij naar buiten, door het glimmend gepoetste keukenraam. Duizenden keren had hij hier bij dit raam gezeten. Met deze ogen. Het was een soort tegengif om hier weer terug te zijn. 'Ga terug naar start. Begin opnieuw.'
Tussen zijn handen hield hij een koffiekop. Hij bekeek het patroon. Langs de rand stonden kleine, zwarte strepen op een gele ondergrond. De kopjes waarmee hij was opgegroeid. Op de bordjes stonden een halve citroen en twee blauwe vissen.
Hij pakte een nieuwe sigaret uit het pakje dat voor hem op tafel lag, deed hem in zijn mond en stak hem aan. Hij was altijd alleen geweest, altijd, zijn hele leven. Altijd in zijn eentje. Misschien moest hij Markus vergeten, maar hoe? Ragnhild en Ivar Lønn hadden eerst geprobeerd om hem te adopteren, maar dat was afgewezen. Nu hadden ze de officiële voogdij aangevraagd. Dat was niet goed. Markus was zijn zoon, misschien de enige die van hem hield. Markus en tante Erna. Die twee, de enige twee op de hele wereld.
Alles in de keuken van zijn tante herinnerde aan zijn jeugd. De glazen prullen op de boekenplank, het peper-en-zoutstel, de poppetjes. Herinneringen lagen in alle dingen verscholen en sprongen als kleine wilde dieren tevoorschijn als hij er alleen maar naar keek. Toen hij op veertienjarige leeftijd een verhouding kreeg met Ester, was de beste tijd van zijn leven begonnen. Hij was gelukkig geweest, echt gelukkig.
En nu was hij vrij en voelde zich dood. Hij was lang geleden al gestorven. De dag dat hij begreep dat Ester hem niet meer wilde hebben, was er iets met hem gebeurd. Het was geen dreigement, het was waar. Ze was helemaal klaar met hem, voelde niets meer voor hem. Hij kon niet meer dreigen dat hij zou vertrekken, dat er andere vrouwen op de wereld waren, mooiere vrouwen, leukere vrouwen, betere vrouwen. De laatste tijd voor ze verhuisde, liet haar dat volkomen koud. Zijn woorden gleden langs haar heen. Toen hij begreep dat ze echt bang voor hem was, had hij daar gebruik van gemaakt.
Plotseling stond Johnny Svendsen op en liep de kamer in. Het gezicht van zijn moeder. Haar versteende stilte straalde hem met plagende blauwe ogen tegemoet van de foto aan de wand. In elk deel van haar gezicht zat een lach verborgen. Haar mooie blonde haar viel langs een wang naar beneden. Alles aan haar herinnerde aan verdriet. Toen ze weg was had hij dagen, weken, maanden, jarenlang naar haar gezicht gekeken. Hij was in haar verdronken, steeds opnieuw. Waarom had ze hem nooit iets gegeven? Hij had helemaal niets van haar. Klotewijf. De woede die in hem tot uitbarsting kwam, verspreidde zich vanaf zijn voorhoofd door zijn hele lichaam. Hij liep naar de foto en sloeg er zo hard met zijn vuist op dat de glasscherven in het rond vlogen. Een witte scheur in haar voorhoofd veranderde zijn woede in een waanzinnige pijn. Ze was alleen maar van papier. Dat hele klotewijf was niet meer dan een dun papiertje. Hoe kon hij een stuk papier haten? De foto bestond uit tijd en licht. Verder niets. Zijn moeder, een zestigste deel van een seconde in een bepaalde lichtval. Ze was gewoon een van hen. Een van de mooien, de blonden, de gevaarlijken, de trouwelozen. Een van hen die hem hadden verlaten. Ze was net als Ester en Lise, die verdomde meiden. Blond als de dag, gevaarlijk als de nacht. Allemaal hadden ze zich van hem afgewend, met de zon glinsterend in het haar en de nacht in het voorhoofd.
Johnny Svendsen liep de slaapkamer van zijn tante binnen. Hij opende de kast. De geur van oud leer drong zijn neus binnen. Haar schoenenkast. De schoenenkast van zijn dode moeder. Al die jaren had de kast hier gestaan. De hooggehakte schoenen op een rij naast elkaar, een aantal op een hoop gegooid: rode, zwarte, witte, zelfs een paar roze.
Een huilbui scheurde hem uiteen, trok hem naar beneden de duiternis in, tot hij zich binnen in de pijn bevond. Hij wilde zich klein maken, veranderen in een dunne streep en verdwijnen.
Later, toen hij weer aan de keukentafel zat, stak hij met trillende vingers een sigaret op. Door de tranen in zijn ogen keek hij naar twee plaatjes die veel te hoog aan de wand hingen. Het maatvaste tikken van de groene porseleinen klok. Alles in deze kleine overvolle keuken, waar zijn kindertijd als een bruin insect over het bloemenpatroon op het behang liep.
De rouwmantel
Cover.xhtml
Titlepage.xhtml
Halftitle.xhtml
Dedication.xhtml
Abouttheauthor.xhtml
Copyright.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0009.xhtml
Section0010.xhtml
Section0011.xhtml
Section0012.xhtml
Section0013.xhtml
Section0014.xhtml
Section0015.xhtml
Section0016.xhtml
Section0017.xhtml
Section0018.xhtml
Section0019.xhtml
Section0020.xhtml
Section0021.xhtml
Section0022.xhtml
Section0023.xhtml
Section0024.xhtml
Section0025.xhtml
Section0026.xhtml
Section0027.xhtml
Section0028.xhtml
Section0029.xhtml
Section0030.xhtml
Section0031.xhtml
Section0032.xhtml
Section0033.xhtml
Section0034.xhtml
Section0035.xhtml
Section0036.xhtml
Section0037.xhtml
Section0038.xhtml
Section0039.xhtml
Section0040.xhtml
Section0041.xhtml
Section0042.xhtml
Section0043.xhtml
Section0044.xhtml
Section0045.xhtml
Section0046.xhtml
Section0047.xhtml
Section0048.xhtml
Section0049.xhtml
Section0050.xhtml
Section0051.xhtml
Section0052.xhtml
Section0053.xhtml
Section0054.xhtml
Section0055.xhtml
Section0056.xhtml
Section0057.xhtml
Section0058.xhtml
Section0059.xhtml
Section0060.xhtml
Section0061.xhtml
Section0062.xhtml
Section0063.xhtml
Section0064.xhtml
Section0065.xhtml
Section0066.xhtml
Section0067.xhtml
Section0068.xhtml
Section0069.xhtml
Section0070.xhtml
Section0071.xhtml
Section0072.xhtml
Section0073.xhtml
Section0074.xhtml
Section0075.xhtml
Section0076.xhtml
Section0077.xhtml
Section0078.xhtml
Section0079.xhtml
Section0080.xhtml
Section0081.xhtml
Section0082.xhtml
Section0083.xhtml
Section0084.xhtml
Section0085.xhtml