DE BUURVROUW VAN HET SLACHTOFFER HEETTE RAKEL MANDAL. Het was een vrouw van middelbare leeftijd met grijze, gepermanente krullen en veel te roze lippenstift op haar lippen. Door de dunne huid op haar wangen liepen paarse adertjes. Ze stond door een kier van haar deur te kijken naar wat er gebeurde toen Cato Isaksen uit de flat van Ester Synnøve Lønn kwam. 

   Ze waren alleen even binnen geweest om te horen of er nieuwe sporen waren gevonden. De technische rechercheurs waren nog bezig. Roger Høibakk was achtergebleven om een paar details door tenemen. 
   Cato Isaksen glimlachte naar Rakel Mandal ten teken dat ze de deur verder open kon doen. "Goedemiddag", zei hij. "Ik zou graag een paar
woorden met u wisselen, als dat schikt." 
   De vrouw zette de deur onmiddellijk wagenwijd open. "Kom binnen", zei ze gejaagd. "Komt u binnen. Ik zie dat jullie weer in haar woning zijn geweest. Het is toch verschrikkelijk. Ik kan bijna niet geloven dat het echt is gebeurd." 
   "We zullen de rest van de avond en de volgende dagen nog wel in haar flat bezig zijn." Cato Isaksen was plotseling duizelig van de honger. Zijn mobiele telefoon ging over. Bente belde om te zeggen dat Georg door Sigrid was opgehaald met de vraag of ze het volgende Georg weekend konden ruilen met het weekend erna. 
   "Prima", zei Cato Isaksen terwijl hij aan de nieuwe zaak dacht die voorlopig ongetwijfeld dag en nacht in beslag zou nemen. Hij beloofde
haar later terug te bellen en rondde het gesprek af. 
   "Ze hebben me gezegd het trappenhuis zo weinig mogelijk te gebruiken", zei de oude dame verontwaardigd. "Er is hier een agent geweest die gevraagd heeft alleen maar voor het hoogstnoodzakelijke naar buiten te gaan." 
      "Dat is om eventuele sporen zeker te stellen", verklaarde Cato Isaksen. Hij stopte zijn mobiele telefoon weer in zijn zak. "Als er te veel mensen rondlopen, gaan er misschien belangrijke sporen verloren. En we willen degene die dit gedaan heeft natuurlijk graag te pakken krijgen." 
   "Ja, dat snap ik. Maar ik vind de roodwitte stroken die buiten voor de deur zijn gespannen zo akelig. Je wordt er de hele tijd aan herinnerd.
Het is net als op de televisie", kakelde Rakel Mandal, haar magere handen met een zachte Map ineenslaand. De woorden stroomden uit haar
mond, ook toen ze de woonkamer in liepen. Ze bleef maar herhalen hoe verschrikkelijk het allemaal was. 
   "Mijn buurvrouw was een heel rustige dame. Niet dat we elkaar tutoyeerden, maar er was nooit iets aan de hand. Eigenlijk kende ik niet
eens haar voornaam. Op het bordje bij haar deur stond nog steeds Bergheim, dat zijn de mensen van wie ze de flat heeft gehuurd." 
   Cato Isaksen keek in de donkere en propvolle woonkamer om zich heen. De wanden waren bedekt met veel te grote schilderijen. Het behang had verschillende vochtplekken. 
   "Ze was erg mooi." Opnieuw sloeg Rakel Mandal haar magere handen demonstratief ineen. "Ik zal water voor koffie opzetten. Gaat u zitten." 
   De oude dame dribbelde naar de keuken waar ze met kopjes en bordjes in de weer ging. Cato Isaksen liep de gang in om de buitendeur
open te doen. Hij zette hem op een kier. Roger Høibakk was nog steeds bij de technische recherche. 
   Hij liep naar de oude dame in de keuken. "Laat u de koffie maar zitten, we hebben niet veel tijd", verklaarde hij. "We moeten nog honderden
dingen uitzoeken. Over een halfuur moet ik terug zijn op het bureau." 
   "Daarom is een kopje koffie juist zo goed voor u. Het is geen enkele moeite", zei de vrouw, zich naar hem omdraaiend. "Jullie werken zo
hard." Ze vroeg hem weer naar de woonkamer te gaan. Hij deed wat ze zei en liet zich in een veel te zachte fauteuil zakken. Meteen daarna
kwam ze binnen met een groot blad kopjes en bordjes. "Het is zo klaar, een kopje koffie zal er na dit alles wel in gaan", herhaalde ze. Ze zette de kopjes op het oude salontafeltje en bracht haar hand naar haar magere keel. "Neemt u mij niet kwalijk", zuchtte ze, "maar ik kan het nog steeds niet bevatten. Zo'n lieve vrouw, dat haar dat nu moest overkomen. Altijd even vrolijk, ook al was ze wat stilletjes en verlegen. Zo ken ik haar tenminste. We spraken elkaar af en toe even in het trappenhuis. Haar zoontje is hier een paar keer geweest om wat oude boeken te lenen en een spelletje Halma te doen. Ik heb nog een heel oud spel, dat mijn man ooit in het buitenland heeft gekocht. Hij is jammer genoeg vijftien jaar geleden overleden." 
   Rakel Mandal schonk koffie in de kopjes en reikte de rechercheur een schaal met biscuitjes aan. "Arme, arme jongen", zei ze. "Het was
zo'n lieverd." 
   "Markus", zei Cato Isaksen. 
   "Ja, Markus. Een bovenste beste jongen. Mooi donker haar, prachtig gezichtje. Mooie ogen." 
   De rechercheur rechtte zijn rug in de diepe, ongemakkelijke stoel en stak van wal. "Ik begrijp dat u gisteren een verdacht persoon hebt
gezien?" 
   Hij hoorde zelf hoe klungelig hij zijn vraag stelde. Als een rechercheur uit een goedkoop misdaadromannetje. Hij deed het bewust.
Oude dames hielden van zulke vragen. 
   Rakel Mandal knikte nauwelijks merkbaar en trok even haar wenkbrauwen op. Ze mompelde iets in zichzelf en liep toen snel weer naar de keuken om de suikerpot te pakken. "Ik zet ouderwetse koffie", riep ze hem toe, "en daar hoort suiker in." Ze kwam terugdribbelen met een
kleine porseleinen pot in haar hand. "Is de koffie u niet te sterk?" 
   "De koffie is precies goed", zei Cato Isaksen. Zijn irritatie steeg. Snel keek hij op zijn horloge; hij moest terug zijn voor de broer op het bureau
opdook. Dat zulke oude vrouwen ook niet konden luisteren als je zei dat je geen tijd had voor die onzin! 
   "Nee, in dit huis geen koffiezetapparaat. Hier wordt alleen echte koffie gezet." 
   De deur ging open en Roger Høibakk stak zijn hoofd om de hoek. 
   "Kom binnen", zei Rakel Mandal. Kwetterend verdween ze naar de keuken om nog een kopje te halen. 
   Roger Høibakk liet zich net zo langzaam op de bank zakken als Cato Isaksen in de fauteuil was gaan zitten. Hij lachte kort. "Jezus", zei hij,
"zouden we hieruit ook weer omhoog komen?" Cato Isaksen wierp hem een troosteloze blik toe en schudde voorzichtig het hoofd. 
   Rakel Mandal kwam de kamer weer in met een vragende uitdrukking op haar gezicht. "Ik dacht toch echt dat ik de deur had dichtgedaan." 
   "Ik heb hem op een kier gezet", zei Cato Isaksen met een knikje naar zijn collega, "ik wist dat hij achter me aan kwam." 
   "O, dan is het goed." Rakel Mandal glimlachte tevreden. "Zo vaak krijg ik geen bezoek", ratelde ze en daarop volgde een lange tirade over
verschillende familieleden. Waar ze woonden, wie er dood waren. Ze besloot met te zeggen dat ze jammer genoeg geen kinderen had, maar
dat ze veel van kinderen hield. Heel veel van kinderen hield. 
   De rechercheurs wisten alles van zulke oude dames. In de loop van hun carrière hadden ze talloze droge biscuitjes gegeten en sloten vieze
koffie gedronken. Als ze niet at en toe een belangrijk detail van hen hoorden, zouden ze hen al lang geleden hebben gemeden als de pest. 
   Rakel Mandal stond plotseling op. Cato Isaksen volgde haar met zijn ogen toen ze naar een oude, bruine ladekast liep om een paar papieren
servetten met opgedrukte rozen te pakken. 
   Toen ze weer was gaan zitten en opnieuw het schaaltje met biscuitjes rond had laten gaan, herhaalde Cato Isaksen zijn vraag: "Wilt u ons nu
vertellen wat u gisteren hebt gezien?" Zijn stem klonk iets scherper dan zijn bedoeling was. 
   Rakel Mandal streek theatraal over haar voorhoofd. "Ja", zei ze, "dat kan ik u meteen wel zeggen, gisteren is hij hier geweest." 
   "Hij?" 
   Ze knikte geheimzinnig. "De man voor wie ze zo bang was." 
   Cato Isaksen slikte een mondvol hete koffie door en keek naar zijn collega die zijn kopje op het tafeltje neerzette en zijn blocnote uit zijn zak haalde. "Daar hebt u gisteren niets van gezegd", zei hij, "dat ze bang voor iemand was, en dat u dat wist, bedoel ik." 
   "Jazeker wist ik dat. Maar ik wilde natuurlijk niet meteen overdrijven. Ze was bang voor de vader van de jongen", zei de oude dame. "Niet dat
zij me dat verteld heeft hoor, dat geef ik meteen toe. Ik heb het van Markus. Hij zei het een keer toen we hier een spelletje Halma deden. 'Mama
is bang voor papa', zei hij. Het arme kind." 
   "Maar gisteravond laat heb ik hem dus gezien", ging ze verder. "Ik hoorde dat hij aanbelde. Toen ben ik opgestaan en heb ik door het kijkgaatje in de deur gekeken. Een zwart jack en zwart haar, hij leek op Markus. Hij is hier al eens vaker geweest." 
   "Heeft ze hem binnengelaten?" 
   "Ja", zei Rakel Mandal beslist. "Ik was eigenlijk al naar bed, maar ik ben weer opgestaan. Ik ga zo vroeg naar bed, dat ik soms weer opsta
omdat ik niet kan slapen." 
   "En u hebt hem eerder gezien?" 
   "Ja, ik heb hem een paar keer eerder gezien." 
   "Weet u hoe hij heet?" 
   Rakel Mandal schudde licht met haar hoofd. "Nee, ik heb geen idee", zei ze en bood hun nog een biscuitje aan. "Ik heb nooit een naam gehoord. Markus heeft alleen die ene keer gezegd dat zijn moeder bang voor hem was." 
   "U zei dat u door het kijkgaatje had gekeken. Hebt u ook gezien wat Ester Synnøve Lønn aanhad?" 
   "Wat ze aanhad?" 
   "Ja." 
   "Hm, niets bijzonders, dacht ik." 
   "Ze had zich nog niet uitgekleed?" 
   De vrouw dacht even na: "Nee." Ze schudde snel het hoofd. "Volgens mij niet, nee, zeker niet, ze had een lange broek aan. Ja, volgens mij had ze een zwarte lange broek aan en een donkere trui." 
   Cato Isaksen knikte. "Kunt u zeggen hoe laat dit ongeveer was?" 
   "Tja, ik weet het niet helemaal zeker, maar ik was al om half tien naar bed gegaan. Ik hoorde hem aanbellen en was een beetje nieuwsgierig.
Toen hij kwam moet het een uur of tien zijn geweest, denk ik. Hij is ook niet zo lang geweest", voegde ze eraan toe. "Een halfuurtje misschien." 
   "Hm, en u hebt verder geen lawaai gehoord?" 
   Rakel Mandal schudde het hoofd. "Hij stond nog een poosje op het trottoir aan de overkant van de straat een sigaret te roken." 
   Roger Høibakk stond op en liep naar een van de ramen die op straat uitkeken. 
   Rakel Mandal stond ook op en liep hem achterna. "Ziet u deze prachtige plant eens", zei ze wijzend op een weelderige kamerplant met witte bloemen. "Die heb ik met kerst gekregen en hij is heel bijzonder. Hij moet om de andere dag een dompelbad. Ik zet hem in de badkamer in een plastic emmer." 
   Roger Høibakk knikte. "Hoe lang heeft hij daar gestaan?" 
   "Dat weet ik niet. Ik ben weer naar bed gegaan. Ik ben natuurlijk geen detective; ik sta andere mensen niet te bespioneren." 
   "Hoe zag hij eruit, zaten zijn kleren in de war, was er iets vreemds aan hem te zien?" 
   "Nee", zei Rakel Mandal snel. "Hij was even netjes gekleed als altijd." 
   "Was hij met de auto?" 
   "Van auto's heb ik geen verstand. Ik kan nog geen Ford van een Volkswagen onderscheiden. Auto's zijn voor mij zwart of blauw, dat is alles. Ik
geloof trouwens niet dat hij een auto had." 
   Cato Isaksen stond op. Bjørn Tore Lønn zou over tien minuten op het bureau zijn. "U bent ook later niet wakker geworden van lawaai?" 
   "Nee." 
De rouwmantel
Cover.xhtml
Titlepage.xhtml
Halftitle.xhtml
Dedication.xhtml
Abouttheauthor.xhtml
Copyright.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0009.xhtml
Section0010.xhtml
Section0011.xhtml
Section0012.xhtml
Section0013.xhtml
Section0014.xhtml
Section0015.xhtml
Section0016.xhtml
Section0017.xhtml
Section0018.xhtml
Section0019.xhtml
Section0020.xhtml
Section0021.xhtml
Section0022.xhtml
Section0023.xhtml
Section0024.xhtml
Section0025.xhtml
Section0026.xhtml
Section0027.xhtml
Section0028.xhtml
Section0029.xhtml
Section0030.xhtml
Section0031.xhtml
Section0032.xhtml
Section0033.xhtml
Section0034.xhtml
Section0035.xhtml
Section0036.xhtml
Section0037.xhtml
Section0038.xhtml
Section0039.xhtml
Section0040.xhtml
Section0041.xhtml
Section0042.xhtml
Section0043.xhtml
Section0044.xhtml
Section0045.xhtml
Section0046.xhtml
Section0047.xhtml
Section0048.xhtml
Section0049.xhtml
Section0050.xhtml
Section0051.xhtml
Section0052.xhtml
Section0053.xhtml
Section0054.xhtml
Section0055.xhtml
Section0056.xhtml
Section0057.xhtml
Section0058.xhtml
Section0059.xhtml
Section0060.xhtml
Section0061.xhtml
Section0062.xhtml
Section0063.xhtml
Section0064.xhtml
Section0065.xhtml
Section0066.xhtml
Section0067.xhtml
Section0068.xhtml
Section0069.xhtml
Section0070.xhtml
Section0071.xhtml
Section0072.xhtml
Section0073.xhtml
Section0074.xhtml
Section0075.xhtml
Section0076.xhtml
Section0077.xhtml
Section0078.xhtml
Section0079.xhtml
Section0080.xhtml
Section0081.xhtml
Section0082.xhtml
Section0083.xhtml
Section0084.xhtml
Section0085.xhtml