"ER
WAS WAT GEDONDER MET EEN KAT", ZEI JOHNNY SVENDSEN
HOOFDSCHUDDEND. Cato Isaksen had hem opgeroepen
voor een nieuw verhoor. Eivind Stang was met zomervakantie en dus
niet beschikbaar. In een telefoongesprek had hij zijn cliënt
afgeraden gehoor te geven aan de oproep, maar Johnny Svendsen had
ervoor gekozen om toch te komen. Op zijn nieuwe motor was hij in
een mum van tijd in de stad. Over de warme snelweg was hij de zomer
tegemoet gereden. Hij wilde samenwerken met de politie. Omwille van
Markus.
Johnny Svendsen reageerde geïrriteerd en driftig toen hij werd
geconfronteerd met de vondst van Vesla Mortensen in het moeras.
"Jullie hebben me toch verdomme niet daarvoor laten komen?" vroeg
hij verontwaardigd. "Ik kan er toch niets aan doen dat er mensen
zijn die zelfmoord plegen?"
Cato Isaksen en Roger Høibakk zaten allebei op een stoel, maar
Johnny Svendsen had gezegd dat hij liever bleef staan. Hij stond
bij het raam en stak een sigaret aan.
"Wat was er met die kat?" vroeg Cato Isaksen rustig.
Johnny Svendsen keek hem even onderzoekend aan, voor hij
verderging. "Vesla's kat is in de rivier verdronken", zuchtte hij.
"Het was voor een deel onze schuld, maar alleen maar voor een deel.
Het was niet de bedoeling dat het zo zou gaan. We waren aan het
dollen; we wilden haar een beetje bang maken. Hem even in het water
dompelen. Ze werd helemaal hysterisch." Hij bewoog onrustig. "Hij
glipte uit onze handen en werd meegenomen door de stroom. Hij kwam
nog een paar keer boven voordat hij verdween."
"Wie liet hem uit zijn handen glippen?"
Johnny Svendsen keek de rechercheur oprecht aan. "Ik", zei
hij. Toen schudde hij snel het hoofd en nam een diepe trek van zijn
sigaret. "We zijn misschien wat te ver gegaan, bedacht ik achteraf.
Vesla had haar kat Fido genoemd. Een idiote hondennaam voor
een kat. Lise kon de kat niet verdragen. Zoals ik al zei, we wilden
alleen een geintje uithalen."
Cato Isaksen stond op en trok een van de gordijnen dicht. De
zon kleurde de kamer geel en verstoorde zijn gedachten. Hij liep
terug en ging zitten, terwijl hij weer naar Johnny Svendsen keek.
Johnny hield zijn blik vast. "Ik weet niet waarom dit zo belangrijk
is", zei hij. "Ik wist niet dat het verhoor met Vesla Mortensen te
maken had. Ik ben gekomen omdat ik dacht dat jullie ook wat voor
mij zouden kunnen doen."
"Juist." Roger Høibakk lachte schamper.
De rechercheurs keken elkaar even aan en Cato Isaksen was niet
geheel onvoorbereid op wat er kwam.
"Ik heb gehoord dat de ouders van Ester Synnøve de officiële
voogdij over Markus hebben aangevraagd. Alstublieft, laat ze die
niet krijgen. Ik wil Markus zien", zei Johnny Svendsen luid. "Ik
heb er recht op. Er zijn geen bewijzen dat ik Ester Synnøve heb
vermoord." Hij keek niet langer boos, alleen vertwijfeld.
Cato Isaksen begreep niet alle signalen die deze man uitzond.
"Eén ding tegelijk", zei hij en sloeg zijn armen over elkaar. "Lise
Sommer zei iets over..."
Johnny Svendsen wuifde hem weg. "De meiden waren het ergste."
Hij gooide zijn sigarettenpeuk door de kier van het geopende raam
naar buiten. "Ester en Lise, godallemachtig, samen waren ze het
ergste. Ze gingen tekeer zoals alleen meiden dat kunnen. Kwamen
niet meer bij van de slappe lach en verzonnen de meest
ongelofelijke dingen om Vesla te kwetsen. Verdomd als het niet waar
is."
"En Anne Haraldsen en ..." Cato Isaksen zocht in de papieren
die voor hem lagen, "Rita Helen?"
"Tja." Johnny Svendsen schudde het hoofd, "Anne en Rita Helen
waren er niet zo vaak bij. Die hadden andere dingen te doen."
"Wat voor dingen?"
"Tja, ze waren anders. Anne hielp op de boerderij en zover ik
me kan herinneren zat Rita Helen bij de padvinderij. Ze hingen niet
zo rond als wij. Maar o wee, zij konden ook lelijk doen tegen
Vesla, hoewel ik niet geloof dat Anne het zo leuk vond."
Cato Isaksen kon daar in zijn hart mee instemmen. Hij mocht
Anne Haraldsen. Misschien moesten ze ook Rita Helen opsporen? Kon
zij het ontbrekende stukje zijn?
"Vlak voor kerst ontdekte u waar Ester woonde. Hebt u dat
tegen anderen gezegd?"
Johnny Svendsen dacht even na en vroeg of hij iets te drinken
kon krijgen. Roger Høibakk stond op en liep weg om iets te
halen.
"Hebt u het aan iemand verteld?" herhaalde Cato Isaksen.
"Aan Lise. Ik heb het door de intercom gezegd, vlak nadat ik
het had ontdekt. Maar ze wilde verdomme nog steeds niet
opendoen."
Lise Sommer had gezegd dat ze geen idee had waar Ester Synnøve
woonde. Waarom had ze dat gezegd?
Johnny Svendsen onderbrak zijn gedachten: "Er zijn dingen die
ik niet begrijp. Wat is het verband tussen de moord op Ester en de
zelfmoord van Vesla Mortensen? Verdenkt u Lise, bedoelt u dat? Of
verdenkt u Vesla? Denkt u dat zij Ester vermoordde, en toen
zichzelf?"
"Nee." Cato Isaksen gaf resoluut antwoord. "Vesla Mortensen is
al twee jaar dood. Zij heeft hier niets mee te maken."
"Wat probeert u mij dan te vertellen?"
Cato Isaksen zuchtte diep. "Waar was u toen Vesla Mortensen
verdween?" vroeg hij.
Johnny Svendsens reactie liet niet op zich wachten. "Niet
weer", zei hij. "Daar heb ik al twintig keer antwoord op gegeven.
Ik kan er toch niets aan doen dat Vesla zelfmoord heeft
gepleegd."
Cato Isaksen keek hem aan. Johnny Svendsen had ondanks alles
iets geloofwaardigs over zich. Hij was er al eerder ingetrapt, had
al eerder bepaalde signalen van een verdachte verkeerd
geïnterpreteerd, was al eerder op een dood spoor beland.
"Vesla Mortensen is vermoord", zei Cato Isaksen rustig.
"Vermoord? Is Vesla Mortensen vermoord? Godallemachtig."
Johnny Svendsen sloeg zijn vuist tegen de wand. "Krijg ik daar nu
ook de schuld van? Denken jullie dat ik haar ook heb vermoord?
Denken jullie echt dat ik haar ook heb omgebracht?"
Hij liep onrustig op en neer in de kamer, leunde toen met zijn
voorhoofd tegen de wand en zuchtte diep.
Roger Høibakk kwam terug met drie flesjes mineraalwater uit de
automaat in de gang. Hij gaf er een aan Cato Isaksen, nam er zelf
een en gaf de laatste aan Johnny Svendsen, die zich losrukte van de
wand. Hij had nog steeds een in zichzelf gekeerde uitdrukking op
zijn gezicht. Hij pakte het flesje afwezig aan. Dronk een slok en
keek de rechercheurs somber aan. De hele tijd had hij die bezorgde
blik in zijn ogen.
Cato Isaksen en Roger Høibakk keken hem geïnteresseerd aan.
Roger Høibakk ging weer op zijn stoel zitten. Johnny Svendsen pakte
een stoel en deed hetzelfde. Hij nam nog een slok van zijn
mineraalwater en richtte daarna zijn blik strak op hoofdinspecteur
Cato Isaksen. "Jullie willen mij nog een zaak in de schoenen
schuiven, is het niet? Dat is wat u probeert te zeggen." Plotseling
krulden zijn lippen in een schampere glimlach. "In Noorwegen worden
mensen niet onschuldig veroordeeld", zei hij.
"Dat is ook een manier om het te zeggen", zei Cato Isaksen
rustig. Johnny Svendsens woordkeus was hem opgevallen. Haar ook heb
vermoord, zei hij, denken jullie echt dat ik haar ook heb
omgebracht?