DE RECHERCHEURS WAREN AAN DE OVALE TAFEL GESCHOVEN. HOOFDINSPECTEUR Ingeborg Myklebust was er niet. Cato Isaksen was even perplex. Hij zou haar na afloop opbellen.
"Binnenkort hebben ze wel iets anders om over te schrijven",
zei hij terwijl hij een VG op tafel legde. Het treinongeluk bij het
station van Asta was nog steeds voorpaginanieuws. En ook de
verschrikkelijke kwestie in Bode in Noord-Noorwegen figureerde nog
in alle kranten.
Het plaatselijke hoofd van politic zou naar een ander district
worden overgeplaatst, terwijl men de zaak ook op het internet
verder onderzocht. Er waren duidelijke parallellen met de moord op
Ester Synnøve Lønn.
GEWAPEND VERZET TEGEN POLITIE, was ondertussen de kop van een
paginagroot artikel in Dagbladet over de zaak Lønn. Een foto van
Roger Høibakk, op het moment dat hij uit de eerste hulp kwam met
een pleister over zijn oog, glom hen tegemoet.
Preben Ulriksen legde een stapel papieren voor zich op tafel.
Roger Høibakk kwam als gewoonlijk te laat en plofte met veel
misbaar tussen Randi Johansen en Asle Tengs op een stoel. Hij trok
de krant nieuwsgierig naar zich toe en vouwde hem op tafel
open. ;
"Eerst even aandacht voor de zaak van het meisje dat door haar
ex-vriend werd vermoord, nadat ze talloze keren bij de politic
aangifte tegen hem had gedaan wegens mishandeling en bedreiging met
de dood", begon Cato Isaksen. "Laten we erop voorbereid zijn dat we
hier wel eens met hetzelfde kunnen worden
geconfronteerd."
"De mensen in Oslo lopen niet zo snel in een fakkeloptocht
mee. De mensen daar zijn nog idealistisch." Roger Høibakk plukte
aan het verband boven zijn oog.
"Hoe kom je daarbij?" Randi Johansen boog zich boos naar
voren.
"We gaan verder. Preben, wat heb jij ontdekt?"
Agent Preben Ulriksen legde zijn smalle handen op de papieren
voor zich. "Wat we hebben", begon hij, "is dat Ester Synnøve Lønn,
vlak voor kerst, nadat ze bij de politic aangifte had gedaan van
bedreiging met de dood zonder dat er iets gebeurde, contact heeft
opgenomen met het opvangcentrum voor hulp. Ik heb daar met Sonja
Pettersen gesproken. Ze kent je trouwens van een vorige zaak." Hij
knikte even naar Cato Isaksen.
"Ja", Cato Isaksen huiverde even. "Dat was die
gruwelijke zaak uit 1996 toen vier mannen werden vermoord." De
anderen rond de tafel knikten met een blik van herkenning. "Zij was
die vrouw met dat prachtige rode haar", zei Randi Johansen.
"Ik herinner me haar nog goed."
Preben Ulriksen pakte een appel van de schaal op
tafel en nam een grote hap. Hij kauwde driftig, slikte en ging
verder. "Ze vertelde dat er op dit moment 510 vrouwen op een geheim
adres wonen. Van hen hebben 97 een zogenaamde code, uit angst voor
geweld van hun voormalige echtgenoot of vriend. Dat betekent dat
alle informatie over hen uit alle registers is gewist. Alleen de
code vertelt wie ze zijn."
Randi Johansen sloeg zacht met haar gebalde vuist
op tafel om haar afschuw te onderstrepen. "Zeker geen
mannen?"
"Mannen?"
"Ja, mannen die een code hebben?"
Roger Høibakk grijnsde. "Je mag mijn code wel
hebben", zei hij met een knipoog naar haar.
Randi Johansen schonk hem een ijskoude
blik.
"Had Lønn ook een code?" Cato Isaksen keek
geërgerd naar zijn collega's.
"Nee." Preben Ulriksen nam nog een hap van zijn
appel. "Zover is ze niet gekomen", zei hij al kauwend. "Het
opvangcentrum, in de persoon van Sonja Pettersen, heeft vlak voor
kerst contact opgenomen met ons, dat wil zeggen met de meldkamer.
De zaak werd doorgegeven aan de geüniformeerde dienst. Daarna is er
niets meer mee gebeurd."
Er waren nog geen meldingen binnengekomen dat iemand Johnny
Svendsen had gezien. In alle politiedistricten van het land was een
opsporingsbevel uitgegaan en de douanebeambten bij de grensovergang
naar Zweden waren op de hoogte gebracht. Ook op Gardermoen, de
luchthaven van Oslo, werd naar hem uitgekeken. Zonder
resultaat.
Johnny Svendsen leek van de aardbodem verdwenen.
Randi Johansen en Anne Grethe Juvik kregen opdracht naar het
hoofdkantoor van Oslo Sporveier te gaan om uit te zoeken of ze meer
over Johnny Svendsen te weten konden komen. Of hij vrienden of
bekenden onder zijn collega's had, of iemand iets over hem kon
vertellen.
Om een uur of half tien, na de ochtendvergadering, reed Cato
Isaksen zelf naar Rakel Mandal om haar een foto van de verdachte te
laten zien. Ze hadden er een laten maken van de trouwfoto die ze
hadden geleend.
De oude dame keek verheugd toen ze de rechercheur voor haar
deur zag staan, maar hij wist haar ervan te overtuigen dat hij geen
tijd had voor koffie.
Hij liet haar twee foto's zien. Behalve de foto van Johnny
Svendsen had hij ook een foto van Bjørn Tore Lønn meegenomen.
Rakel Mandal pakte de foto's aan en trippelde ijverig naar het
raam voor meer licht. Ze tastte in de zak van haar schort naar haar
bril en zette die op. Vervolgens hield ze de foto's een voor een
voor haar ogen en bekeek ze aandachtig. "Nee", zei ze na een
poosje, "geen van beiden is het."
Cato Isaksen reageerde met een mengeling van verrassing en
irritatie. "Bent u daar echt helemaal zeker van? Wilt u alstublieft
nog een keer kijken. Het is ontzettend belangrijk."
Rakel Mandal keek hem even bezorgd aan. "Dus ik ben een soort
getuige, zou je kunnen zeggen?"
"U bent in ieder geval erg belangrijk voor ons."
"Een vriendin die ik gisteren aan de telefoon had, zei dat het
wel eens gevaarlijk voor me kon zijn."
Cato Isaksen moest glimlachen. "Dit is geen televisie, mevrouw
Mandal. Ik vraag u alleen nog een keer goed naar de foto's te
kijken, om helemaal zeker te zijn."
Cato Isaksen zuchtte en keek naar de foto's van Johnny
Svendsen en Bjørn Tore Lønn in haar hand. "U heeft hem alleen maar
van achteren gezien, niet waar?"
"Ja, door het kijkgaatje. Maar daarna heb ik hem natuurlijk
door het raam gezien en bovendien was het niet de eerste keer dat
ik hem zag.
De man die ik heb gezien was mooier, langer en beschaafder,
zou je kunnen zeggen."
"Beschaafder?"
"Ja."
"Hoe kun je zien of iemand beschaafd is?"
"Zoiets zie je gewoon", concludeerde de oude dame
beslist.
"En u bent er helemaal zeker van dat dit niet de
man is die u woensdagavond hebt gezien?" Cato Isaksen pakte de foto
van Johnny Svendsen voorzichtig uit haar hand.
"Helemaal zeker", zei Rakel Mandal, hem met haar
scherpe blik opnemend. "Haar broer herken ik natuurlijk", voegde ze
eraan toe terwijl ze de foto van Bjørn Tore Lønn ook aan hem
teruggaf. "Hij is hier een paar keer geweest om haar op te
halen. Deed boodschappen voor haar en zulke dingen. Hij heeft voor
mij ook eens een voile boodschappentas gedragen. Een aardige
man."
"U zei gisteren dat u dacht dat u haar ex-man had
gezien."
"Ja?"
"Dit is haar ex-man", zei Cato Isaksen terwijl
hij haar de foto van Johnny Svendsen. nog een keer gaf.
"Is dit haar ex-man?" Rakel Mandal schudde
zachtjes het hoofd. "Ik dacht dat die ander haar ex-man was. Die
hier altijd bij haar was."
Cato Isaksen wierp een blik op zijn horloge. Hij
moest nog een bezoekje afleggen voor hij weer terugging naar het
politiebureau.
"Hij was het in ieder geval niet", besloot de
oude dame met een knikje naar de foto van Johnny Svendsen.