Unni Lindell
Unni Lindell werd op 3 april 1957 in Oslo (Noorwegen) geboren.
Al op jonge leeftijd wist ze dat ze boeken wilde schrijven. Haar
eerste voorzichtige publicatie verscheen toen ze veertien jaar oud
was. Haar debuut was in 1986 en sinds die tijd heeft ze ongeveer
drie boeken per jaar geschreven en verschillende literatuurprijzen
gewonnen. Ze is dus altijd erg productief geweest: romans,
gedichten, korte verhalen, kookboeken en kinderboeken. Unni Lindell
heeft dus ook een aantal jeugdboeken geschreven voor verschillende
leeftijdsgroepen. In Nederland zijn twee kinderboeken van haar
verschenen. Allereerst ‘De zuigzoen’. Dit boek werd bekroond met de
Noorse literatuurprijs voor kinder- en jeugdboeken. En in 2000 ‘
Anna’s kind’. De kinderboeken worden in Nederland uitgegeven door
uitgeverij Lemniscaat.
Lindell heeft Frans gestudeerd, les gegeven op een basisschool
en ze is journaliste geweest. Maar ze heeft zich altijd een
schrijfster gevoeld. Lindell heeft voor het schrijven van thrillers
veel baat gehad bij haar journalistieke carrière. Ze heeft o.a.
reportages gemaakt over vrouwenhuizen en crisiscentra. Deze
ervaringen kon ze goed gebruiken in haar misdaadromans.
In 1996 verscheen haar eerste thriller in Noorwegen getiteld
‘Slangenbaereren’. Het is tevens het eerste boek met Cato Isaksen
in de hoofdrol. Hij is inspecteur op de afdeling moordzaken in
Oslo. Ze wilde hem niet te aardig maken, hij is een gewone man,
geen James Bond, aldus Lindell. Zijn chef is een vrouw, ze is niet
echt sympathiek en voortdurend verkouden. Cato is eigenlijk een
beetje bang voor haar. Isaksen heeft twee zoons uit zijn eerste
huwelijk met Bente. Daarnaast heeft hij nog een kind uit zijn
tweede huwelijk. Hij probeert iedereen tevreden te stellen, maar
dat lukt hem slechts met mate.
Haar tweede boek ‘Dromenvanger’ heeft in 1999 de Riverton
prijs gewonnen, de prijs voor de beste Noorse thriller.
Lindell vindt spanning natuurlijk belangrijk binnen een
thriller, maar er moet meer zijn dan alleen spanning.
'Ik wil dat mijn lezers in de huid kunnen kruipen van mijn
personages, dat ze hen goed leren kennen. Ik probeer in mijn boeken
niet alleen slechte en goede mensen te beschrijven. Dat is niet
levensecht, ieder mens heeft zijn goede en slechte
kanten.'
Cato Isaksen is inderdaad niet alleen maar een ‘goed’ mens.
Zijn besluiteloosheid over de vrouwen in zijn leven, zijn
verliefdheden, het vreemd gaan, maken dat hij geen gemakkelijke man
is voor zijn omgeving. Het komt zelfs voor dat hij een vrouw slaat
(Het dertiende sterrenbeeld).
Unni Lindell vindt het niet lastig intriges te verzinnen.
Integendeel, ze heeft er veel in haar hoofd en is bang dat ze niet
de tijd zal krijgen om alles op te schrijven.
‘Toen mijn kinderen klein waren, was ik bang dat mij iets zou
kunnen overkomen waardoor de kinderen zonder moeder verder zouden
moeten. Nu ben ik bang dat - als mij iets overkomt - de verhalen in
mijn hoofd door niemand opgeschreven zullen worden’.
Lindell zegt over zichzelf : 'ik ben zo bang aangelegd dat ik
niet de tuin in durf als het donker is. Dat is mijn drijfveer.
Omdat ik zo angstig ben, heb ik een levendige fantasie'.
Lindell doet veel research voor haar boeken. Ze belt veel met
juristen en artsen. Ze heeft een vriendin die bij de politie werkt.
Haar consulteert ze regelmatig.
Unni Lindell is beroemd in haar eigen land en daarbuiten. Ze
zou een groot deel van haar tijd kunnen vullen met reizen en
signeren. Maar ze zegt van zichzelf dat ze goed ‘nee’ kan
zeggen.
Ze woont met haar gezin in de buurt van Oslo en heeft een
echtgenoot en twee zoons die inmiddels (bijna) volwassen
zijn.
Haar boeken worden in Noorwegen verfilmd.
