HOOFDINSPECTEUR INGEBORG MYKLEBUST RIEP HAAR TEAM DIEZELFDE middag rond half vier op haar kamer bij een. De rechercheurs hadden toen een dag lang intensief aan de moord op Lønn gewerkt. De minuten en uren waren omgevlogen. Ze hadden informatie ingewonnen, de buren ondervraagd en contact opgenomen met de nabestaanden. Cato Isaksen, die de leiding had, had zijn mensen overal heen gestuurd, opdrachten gegeven en hun gezegd hem doorlopend op de hoogte te houden. Hoofdinspecteur Ingeborg Myklebust voelde zich, in tegenstelling tot Cato Isaksen, allesbehalve uitgerust. Haar mooie bos rossig haar was de afgelopen maanden steeds grijzer geworden. Ze streek met haar goedverzorgde hand over de grote Schotse ruiten van haar rok, trok een stoel achteruit en liet zich daarop neerzakken. Ze had al een poos het gevoel dat er iets niet klopte. Nu was ze eindelijk bij haar huisarts geweest, die haar onmiddellijk voor nader onderzoek had doorgestuurd naar het Ulleval-ziekenhuis. De volgende dag zou ze de uitslag horen. 
   Inspecteur Randi Johansen was net terug van een zwangerschapsverlof van slechts zes maanden en had op een dienblad voor hen allemaal een kop koffie gehaald. Asle Tengs pakte twee stoelen die bij de muur stonden en zette ze aan de ovale vergadertafel. Roger Høibakk en het vaderszoontje uit Stabekk, Preben Ulriksen, waren er ook. De laatste was een getrouwe kopie van de voetballer David Beckham en werd daar voortdurend mee geplaagd. 
   Toen de rechercheurs allemaal zaten, nam Cato Isaksen het woord.
Hij vertelde dat het slachtoffer. Ester Synnøve Lønn, voor obductie naar het gerechtelijk laboratorium was gebracht. "Ze hebben beloofd om de zaak een hoge prioriteit te geven en met wat extra druk had hij hun de belofte weten te ontfutselen dat ze binnen een paar dagen met een voorlopig rapport zouden komen. Hij nam een slok van zijn koffie en ging verder. "Het slachtoffer had wonden aan haar voorhoofd en drie diepe, langwerpige snijwonden in haar hals. Gelet op de hoeveelheid bloed, is de dood snel ingetreden. Ze was bijna tweeëndertig, geboren op 5 februari 1968. Ze werkte bij de posterijen, bij het distributiecentrum in Skøyen. Daar is ze een jaar geleden in dienst getreden. Voorzover we dat kunnen nagaan woont ze ook net zo lang in de flat, waar ze werd gevonden. Ze heeft een kind van zeven, Markus Svendsen." 
   Roger Høibakk, die dat had uitgezocht, nam het woord. "Haar zoontje woont bij haar ouders, zijn grootouders dus, op een kleine boerderij vlak bij Fredrikstad." 
   Randi Johansen nam een slok koffie en keek snel op de klok. Vandaag moest ze op tijd bij de crèche zijn. "Waarom woonde de jongen niet bij zijn moeder?" vroeg ze nieuwsgierig. Sinds ze zelf moeder was van de kleine Synne, leek het haar ondenkbaar van haar kind te worden gescheiden. Ze had een slecht geweten omdat ze haar verlof niet helemaal had opgenomen, maar al na zo'n korte periode weer aan het werk was gegaan. 
   "Dat weten we op dit moment nog niet", zei Cato Isaksen. "We hebben vandaag contact opgenomen met de ouders van het slachtoffer om te kijken of er iemand anders is die de identificatie kan doen. Ik wil liever niet dat zij zelf haar in deze staat zien. Ze hebben hun zoon, de broer van het slachtoffer, Bjern Tore Lønn gevraagd om dat te doen. Hij woont in Oslo." 
   "Ik heb met hem gesproken", zei Asle Tengs bedaard. "Waarschijnlijk
is hij nu op het gerechtelijk laboratorium, na afloop komt hij hiernaartoe. Ik heb ervoor gezorgd dat Anne Grethe Juvik tijdens de identificatie bij hem is." 
   "Prima", zei Cato Isaksen en maakte een paar aantekeningen in zijn notitieblokje. Roger Høibakk trommelde met zijn vingers op tafel. 
   "Er moet toch een reden zijn dat de jongen niet bij zijn moeder woont", herhaalde Randi Johansen. 
   "Dat zullen we wel horen als we haar broer en haar ouders hebben gesproken", zei Cato Isaksen snel. Hij dacht even na voor hij vervolgde: 
   "Toen ze werd gevonden had ze een dunne, korte ochtendjas aan." 
   "Het leek alsof ze was opgestaan", concludeerde Roger Høibakk. "Alsof ze eigenlijk al naar bed was." 
   "Het bed was beslapen", zei Cato Isaksen. "Er lagen een paar kledingstukken in de slaapkamer, onder andere een broek en een trui. Plus een paar pantoffels. Het is wel zeker dat ze al naar bed was."
      "En ze heeft niet eens tijd gehad om haar pantoffels aan te doen." Roger Høibakk keek om zich heen. "Het probleem is dat niemand van de buren iets heeft gehoord." 
   "Daar kom ik zo op", zei Cato Isaksen al bladerend in het stapeltje papieren voor zich. 
   Ingeborg Myklebust voelde het prikken achter haar voorhoofd. Kleine gloeiende pijnscheuten in haar borst haalden haar uit haar concentratie. Ze was bang. Bang dat ze ernstig ziek was. 
   "Het meest waarschijnlijke is dat ze de moordenaar kende", concludeerde Asle Tengs rustig. "Iemand die is gekomen nadat ze al naar bed was, iemand voor wie ze heeft opengedaan." 
   Ingeborg Myklebust keek hem vermoeid aan. "Laten we geen voorbarige conclusies trekken", zei ze, iets scherper dan ze bedoelde. "Het wemelt in Oslo van de inbraken. Weet je nog die vrouw in Majorstua, die door een man werd gevolgd die op het moment dat ze zelf de deur opendeed haar huis binnendrong?" Haar woorden bleven in de lucht hangen. Cato Isaksen keek zijn chef geïrriteerd aan. Moest ze haar mensen nu altijd afblaffen? 
   "Ester Synnøve Lønn was gescheiden." Cato Isaksen keek op een blad papier in zijn stapel. "Trouwens, nog maar sinds kort. De scheidingspapieren lagen op het salontafeltje. Even kijken, haar man heet Johnny Svendsen, ook tweeëndertig." 
   "De buurvrouw aan de overkant van de gang, een oude dame, beweert dat er gisteravond een man in hun buurt rondhing. Hij is ook bij Ester Synnøve Lønn aan de deur geweest", zei Preben Ulriksen. 
   "Heeft ze hem niet binnengelaten?" 
   Randi Johansen was opgestaan om de verwarming wat hoger te zetten. 
   "Jawel." 
   "Maar dan hebben we toch iets?" 
   "Misschien", zei Cato Isaksen. 
   "De buurvrouw kon hem vrij goed beschrijven", zei Roger Høibakk.
"Een mooie, donkere man. Dat waren de woorden die ze gebruikte." 
   Preben Ulriksen knikte. "We zijn nog niet klaar, een paar van onze mensen zijn nog bezig de mensen daar te ondervragen. Ze praten ook met de buren uit andere trappenhuizen om te horen of die iets hebben gezien. Het gekke is dat de buren in de flat onder de woning niets hebben gehoord. Terwijl de rommel, de gebroken vaas, de omgevallen stoel, toch duiden op een hoop lawaai vlak voor de moord." 
   "Maar niemand heeft iets bijzonders gezien, niemand heeft iets gehoord, zo is het immers altijd." Roger Høibakk boog zich over de tafel heen om een bruingevlekte appel van een schaal te pakken. 
   Preben Ulriksen knikte opnieuw. "Niets gehoord, niets gezien", zei hij. 
   Ingeborg Myklebust trok de glimmende broche op haar blauwe zijden bloes recht. 
   "Die gebroken vaas, kan dat het moordwapen zijn geweest?" 
Cato Isaksen schudde het hoofd. "Dat geloof ik niet", zei hij, "maar de glasscherven zijn natuurlijk voor technisch onderzoek doorgestuurd." 
   "Haar familie, wie gaat hen verhoren?" Ingeborg Myklebust probeerde haar aandrang om een sigaret op te steken te onderdrukken. 
"Ik stuur vandaag nog een paar mensen die kant uit", zei Cato Isaksen terwijl hij op zijn horloge keek. "Het politiebureau in Fredrikstad heeft gemeld dat ze ons kunnen ondersteunen, maar het lijkt me beter om het onderzoek voorlopig binnen de muren van deze kamer te houden. Ik heb de ouders alleen nog maar kort telefonisch gesproken. Haar vader wilde onmiddellijk in de auto stappen om naar Oslo te rijden, maar daar heb ik hem van af kunnen brengen. Hij vertelde overigens dat Johnny Svendsen, de man van het slachtoffer, bij Oslo Spoorwegen werkt, maar ze weten niet waar hij woont. Misschien hebben we met hem onze eerste troefkaart in handen. Ivar Lønn vertelde namelijk dat zijn dochter bang voor haar man was, dat ze een geheim adres had en niets meer met hem te maken wilde hebben." 
   "Was dat misschien de reden dat de jongen niet bij zijn moeder woonde?" vroeg Randi Johansen. 
   "Dat zou kunnen." 
   "Johnny Svendsen heeft geen strafblad", zei Asle Tengs. "Dat heb ik gecheckt." 
   Ingeborg Myklebust strekte haar rug. "Dan laat de zaak zich misschien toch vrij makkelijk oplossen." 
   "Laten we niet te vroeg juichen", herhaalde Cato Isaksen, "maar het is een feit dat we een paar troeven in handen hebben." 
   "Ik heb zoals je vroeg met zijn werkgever gebeld", zei Randi Johansen. Ze pulkte aan een vlek op haar trui: hard geworden babypap. Even moest ze om zichzelf lachen; ze had het gevoel nooit meer helemaal schoon te zijn. "Johnny Svendsen heeft geen eigen woonadres. Het afgelopen half jaar heeft hij kennelijk bij een vriend gewoond, maar niemand weet waar. Hij heeft alleen maar een postbusnummer." 
   "Oke", concludeerde de leider van het onderzoek. "Ik neem Roger mee en ga nog een keer naar de Odinsgate om met de buurvrouw van het slachtoffer te praten. Dat halen we volgens mij nog net voordat haar broer hier over een uur is. Wat denk je, Roger?" 
   "Prima", zei Roger Høibakk, opstaand. 
   "En jij, Randi, rijdt met Preben naar Fredrikstad om met haar ouders te praten." 
   Het gezicht van Randi Johansen betrok. "Ik moet Synne ophalen", zei ze met een smekende blik. "Kan er alsjeblieft iemand anders gaan?" 
   "Ik ga wel", onderbrak Asle Tengs. 
   "Goed, maar dan kom je daarna terug", zei Cato Isaksen met een geïrriteerde blik op Randi Johansen, "voor het verhoor van de broer."
De rouwmantel
Cover.xhtml
Titlepage.xhtml
Halftitle.xhtml
Dedication.xhtml
Abouttheauthor.xhtml
Copyright.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0009.xhtml
Section0010.xhtml
Section0011.xhtml
Section0012.xhtml
Section0013.xhtml
Section0014.xhtml
Section0015.xhtml
Section0016.xhtml
Section0017.xhtml
Section0018.xhtml
Section0019.xhtml
Section0020.xhtml
Section0021.xhtml
Section0022.xhtml
Section0023.xhtml
Section0024.xhtml
Section0025.xhtml
Section0026.xhtml
Section0027.xhtml
Section0028.xhtml
Section0029.xhtml
Section0030.xhtml
Section0031.xhtml
Section0032.xhtml
Section0033.xhtml
Section0034.xhtml
Section0035.xhtml
Section0036.xhtml
Section0037.xhtml
Section0038.xhtml
Section0039.xhtml
Section0040.xhtml
Section0041.xhtml
Section0042.xhtml
Section0043.xhtml
Section0044.xhtml
Section0045.xhtml
Section0046.xhtml
Section0047.xhtml
Section0048.xhtml
Section0049.xhtml
Section0050.xhtml
Section0051.xhtml
Section0052.xhtml
Section0053.xhtml
Section0054.xhtml
Section0055.xhtml
Section0056.xhtml
Section0057.xhtml
Section0058.xhtml
Section0059.xhtml
Section0060.xhtml
Section0061.xhtml
Section0062.xhtml
Section0063.xhtml
Section0064.xhtml
Section0065.xhtml
Section0066.xhtml
Section0067.xhtml
Section0068.xhtml
Section0069.xhtml
Section0070.xhtml
Section0071.xhtml
Section0072.xhtml
Section0073.xhtml
Section0074.xhtml
Section0075.xhtml
Section0076.xhtml
Section0077.xhtml
Section0078.xhtml
Section0079.xhtml
Section0080.xhtml
Section0081.xhtml
Section0082.xhtml
Section0083.xhtml
Section0084.xhtml
Section0085.xhtml