BJORN TORE LONN WOONDE IN EEN VERWAARLOOSDE
BLOKHUT BIJ Bogstad Camping. Niet eens Ester Synnøve had
geweten dat hij uit zijn flat aan de Vallegate was gezet. Toch was
hij nu op weg daar naar toe. Hij had nog steeds een sleutel en
hij wilde andere kleren aandoen en een pistool ophalen dat hij
voor Johnny had bewaard. Zijn huisbaas, die in de flat onder
de zijne woonde, had met aangifte gedreigd voor de huurachterstand
die hij had. Ze waren op de vuist gegaan. Bjørn Tore Lønn had
het gevecht gewonnen.
Voor hem hadden er ook al mensen in de blokhut gewoond. Ze
hadden duidelijke sporen achtergelaten. Hij dacht dat het Polen
waren die de oude hut tijdens het aardbeienseizoen hadden
gebruikt.
Het belangrijkste was nu een plan te maken en dat uit te
voeren. De politic wist niet waar Johnny was. Ze zouden hem
ook niet vinden. Johnny Svendsen zou binnenkort van de aardbodem
verdwenen zijn.
Hij was de eeuwige bezoekjes van die opschepper van een
ex-zwager al lang zat. Zijn probleem was dat hij het geld
nodig had. De halve beloften die hij deed om Johnny te vriend te
houden, leverden hem veel Op. Een jaar geleden was hij op paarden
gaan wedden. In het begin viel het nog wel mee, maar een paar
maanden geleden had hij 75.000 kronen gewonnen. Een weeklang was
hij euforisch geweest. Toen had hij verkeerd gegokt en alles
weer verloren. Hij had niet tegen Ester gezegd dat hij contact
had met Johnny. Hij had zijn slechte geweten van zich afgeschud; ze
had tenslotte niets over hem te zeggen. En hij had niet
veel andere vrienden. Maar nu, nu Johnny zijn bedreigingen in
daden had omgezet, zou hij die duivel in zijn eigen vet koken.
Woede en verdriet trokken door zijn lichaam. Dit zou Johnny
verdomme duur komen te staan. Hij was gek op zijn zus geweest.
Ze hadden veel met elkaar gemeen. Ze konden urenlang samen praten,
vooral over hun moeilijke moeder. Ester zei altijd alles tegen
hem. Hij had beloofd haar te helpen Markus terug te
krijgen.
Maar hij had haar er ook van overtuigd dat, zoals de
zaken er nu voorstonden, zijn neefje het beste afwas in
Enger.
Johnny hoorde hem uit. Wilde dat hij zou vertellen waar zijn
zus woonde. Maar hij had niets verklapt. Johnny wist wel waar
hij de grens trok.
De afgelopen tijd had hij ook niet meer gezeurd. Ester
Synnøve werd een non-item. Hij zei niet dat ze bij de
posterijen werkte of dat Markus bij zijn grootouders woonde.
Hij ging ervan uit dat Johnny dat laatste inmiddels wel had
geraden; zijn tante woonde immers nog steeds boven de
plaatselijke kruidenierszaak. Alhoewel, Bjørn Tore Lønn wist
niet zeker of Johnny nog contact met haar had. Ze
spraken nooit over die dingen.
Hij had besloten niets tegen de politic te zeggen. Johnny zou
over hem ook een boekje kunnen opendoen, over dat met die zak
post en de verdwenen cheques van de sociale dienst. Zo
makkelijk zou hij het Johnny niet maken. Geen verwarmde, verlichte
gevangeniscel voor hem.
Johnny Svendsen zou sterven. Hij zou sterven, zonder dat
iemand het zou ontdekken. Hij zou gewoon verdwijnen, in rook
opgaan. Toen hij
hoorde dat zijn zus vermoord was, had hij geen seconde
getwijfeld wie het gedaan had. En hij had zichzelf beloofd dat
hij hoogstpersoonlijk
die klootzak, dat monster Johnny Svendsen, zou vinden en de
moord op zijn zus zou wreken.