HET KOUDE LICHT VAN DE TL-BUIZEN KLEURDE DE WANDEN VAN DE lange gang bleek. Cato Isaksen voelde zich niet lekker; hij kon niet goed tegen ziekenhuizen. Na de uitspraak over de in ieder geval voorlopige invrijheidstelling van Johnny Svendsen was hij erg rusteloos. De nederlaag was des te erger, omdat hij ondanks alles wilde geloven dat Johnny Svendsen de moordenaar was.
Het was een ongewoon warme dag. De zon brandde op zijn rug. Hij had een uur in de wijk Majorstua rondgelopen, een kop koffie gedronken en een cadeau voor Bente gekocht, tot hij besloot twee vliegen in één klap te slaan. Hij ging eerst naar zijn moeder in het bejaardenhuis in Frogner en daarna reed hij naar het Radiumhospitaal om een bezoek te brengen aan Ingeborg Myklebust. Na een aantal weken thuis was ze nu weer in het ziekenhuis opgenomen. Hij zag er tegenop om haar te ontmoeten na de uitspraak; hun onderlinge verhouding was nog steeds gespannen. En hij wist dat het haar ergerde dat het rechercheonderzoek in de zaak Lønn op alle wezenlijke punten was vastgelopen.
Er stond een kar vol lakens en handdoeken tegen de wand. Door een glazen deur zag hij verplegers aan een tafel zitten te eten. Ergens liet iemand een emmer op de grond vallen.
Hij klopte zachtjes op de deur met nummer 205 en liep naar binnen.
Ingeborg Myklebust zat rechtop in bed, maar had haar ogen gesloten. Voor haar op het dekbed lag een opengeslagen tijdschrift. Toen hij bij het bed was gekomen, deed ze haar ogen open. Cato Isaksen probeerde te glimlachen, reikte haar de hand, maakte een paar nietszeggende opmerkingen dat hij hoopte dat het goed ging met haar, trok een stoel bij het bed en ging zitten.
De altijd goedverzorgde Ingeborg Myklebust wekte in bed een vreemde indruk. De gordijnen waren dichtgetrokken. Een onbarmhartige poging de zomer buiten te sluiten. Door het gele en rode patroon probeerden de zonnestralen de kamer binnen te dringen. Het raam stond op een kier en geluiden van startende auto's en pratende mensen gleden de warme kamer binnen en maakten cynisch duidelijk dat buiten alles zijn gewone gang ging.
Ze glimlachte vermoeid naar hem. "Jullie hebben hem niet te pakken gekregen", zei ze. 
  "Een enorme tegenvaller", zei Cato Isaksen. "Hoe gaat het met je?"
Het was niet zoals het zou moeten zijn. Ingeborg Myklebust wist niet goed wat ze moest zeggen. Ze voelde een vreemde verlegenheid tegenover Cato Isaksen. Ze trok het dekbed verder naar boven, om te verbergen dat één kant van haar borst plat was.
Cato Isaksen bedacht dat recht op zijn doel afgaan de enige manier was om de situatie te redden. Zo was hun verhouding altijd geweest en zo moest hun verhouding ook nu zijn. 
  "De kans bestaat dat hij vrijuit gaat", zei hij.
Ingeborg Myklebust knikte. "Dat is misschien niet zo belangrijk", zei ze. "Hoe gaat het thuis?"
"Goed, dank je", zei hij verwonderd en keek haar aan.
"Het is vreemd om hier ziek te liggen. Ik ben altijd sterk geweest, kon alles aan. Ik dacht alleen maar aan het werk." Ze keek hem even scherp aan, voor ze zei; "Als moeder ben ik mislukt." Cato Isaksen hield nog steeds zijn mond dicht. Hij was niet blij met de wending van het gesprek. Hij wilde helemaal niet op vertrouwelijke voet staan met zijn superieur.
"Ik heb een dochter", ging ze verder, "dat weet je toch?"
Hij knikte.
"Ze is dertig en een beetje... tja, wat zal ik zeggen. Haar leven gaat niet helemaal zoals ze wil. Af en toe denk ik dat het mijn schuld is."
Cato Isaksen dacht aan zijn eigen kinderen, aan Gard en Vetle. Aan hoe ontoereikend hij zichzelf bij tijd en wijle voelde.
"Je denkt dat je gelukkige kinderen krijgt. Je denkt dat dat bijna iets vanzelfsprekends is. En als het niet zo gaat, is het net alsof je leven in de goot eindigt." Ingeborg Myklebusts stem klonk triest. "De arme stakker heeft last van haar zenuwen. Ik ben waarschijnlijk veel te streng geweest." Ze keek hem onderzoekend aan. "Ben ik streng geweest?"
Cato Isaksen richtte zich op. Dit wilde hij niet. "Je was vast niet erger dan anderen", zei hij diplomatiek. "Toch wel. Vanaf dat ze klein was heb ik mijn werk op de eerste plaats gesteld. Ik vond dat ik als vrouw dezelfde rechten had als een man. En dat heb ik ook wel bewezen, maar..."
"Iedereen werkt tegenwoordig", zei Cato Isaksen, maar ze luisterde niet naar hem.
"Ik weet niet goed waar het fout is gegaan."
Cato Isaksen stond op en liep naar het raam. Hij trok het gordijn een stukje open zodat een streepje zonlicht de kamer binnengleed. In de zomer was het ziekenhuis een marteling. De wereld buiten wuifde plagend naar de zieken. De verstarring en de weeïge geur van ziekte gleden door de kamer. Hij huiverde. De ziekenkamer was net een trommel, gevuld met geluiden, pijn, helderheid en stilte. Ingeborg Myklebust keek naar zijn rug. "Hebben jullie nog iets achter de hand in de zaak Lønn?" vroeg ze met een geheel andere stem.
Cato Isaksen had deze stem liever; hij deed hem denken aan hoe hij haar kende, zoals ze moest zijn. Hij ontdooide, keerde zich om. "Er zijn wat vreemde dingen naar voren gekomen, details waarvan ik niet weet waar ik ze moet plaatsen."
"Vertel." Ingeborg Myklebust ging wat beter in het bed zitten. Een windvlaag kwam door het halfopen raam de kamer binnen, bolde het gordijn even op zodat het op een baljurk leek.
Cato Isaksen kwam terug en ging op de stoel bij het bed zitten. Hij vertelde haar alles, over Vesla die werd vermist, over Steinar Malling die zich vreemd gedroeg, over zijn vader die jaren geleden de moeder van Johnny Svendsen had doodgereden, over Lise Sommer die bang was. Over Florian Rosati die had gelogen. Over het papiertje dat de moeder van Vesla in de ladekast had gevonden. Het papiertje waarop stond dat het allemaal de schuld van Johnny, Ester en Lise was.
Ingeborg Myklebust luisterde geïnteresseerd. "Wil je advies?" vroeg ze opeens met een stem waaraan een scherp randje zat.
Cato Isaksen zag geen andere mogelijkheid dan bevestigend te antwoorden.
"Maak gebruik van Karsten Tønnesen", zei ze kortaf.
Cato Isaksen was uit het veld geslagen. Hij glimlachte even, stond op en liep weer naar het raam. "Karsten Tønnesen heeft nog nooit concreet aan de oplossing van een zaak bijgedragen", zei hij snel.
"Ik weet dat je hem altijd als overbodig hebt beschouwd." Ze trok het dekbed een stukje naar beneden. De warmte was niet om uit te houden.
Karsten Tønnesen was psychiater. Ingeborg Myklebust maakte vaak gebruik van hem, om een profiel samen te stellen van mogelijke en onmogelijke moordenaars. Hij had de politie geholpen bij moeilijke zaken. Weliswaar hadden zijn analyses nooit concreet tot een oplossing geleid, maar hij had de losse eindjes verzameld. Hij had de puzzel op een andere manier in elkaar gelegd. Dingen in een nieuw perspectief gezet.
"Doe het nu maar", zei ze. "Neem contact met hem op en laat hem de situatie analyseren."
"Oké", zei Cato Isaksen en draaide zich om naar het ziekenhuisbed. "Wanneer kom je terug?" vroeg hij.
"Dat weet ik niet", zei Ingeborg Myklebust rustig.
De rouwmantel
Cover.xhtml
Titlepage.xhtml
Halftitle.xhtml
Dedication.xhtml
Abouttheauthor.xhtml
Copyright.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0009.xhtml
Section0010.xhtml
Section0011.xhtml
Section0012.xhtml
Section0013.xhtml
Section0014.xhtml
Section0015.xhtml
Section0016.xhtml
Section0017.xhtml
Section0018.xhtml
Section0019.xhtml
Section0020.xhtml
Section0021.xhtml
Section0022.xhtml
Section0023.xhtml
Section0024.xhtml
Section0025.xhtml
Section0026.xhtml
Section0027.xhtml
Section0028.xhtml
Section0029.xhtml
Section0030.xhtml
Section0031.xhtml
Section0032.xhtml
Section0033.xhtml
Section0034.xhtml
Section0035.xhtml
Section0036.xhtml
Section0037.xhtml
Section0038.xhtml
Section0039.xhtml
Section0040.xhtml
Section0041.xhtml
Section0042.xhtml
Section0043.xhtml
Section0044.xhtml
Section0045.xhtml
Section0046.xhtml
Section0047.xhtml
Section0048.xhtml
Section0049.xhtml
Section0050.xhtml
Section0051.xhtml
Section0052.xhtml
Section0053.xhtml
Section0054.xhtml
Section0055.xhtml
Section0056.xhtml
Section0057.xhtml
Section0058.xhtml
Section0059.xhtml
Section0060.xhtml
Section0061.xhtml
Section0062.xhtml
Section0063.xhtml
Section0064.xhtml
Section0065.xhtml
Section0066.xhtml
Section0067.xhtml
Section0068.xhtml
Section0069.xhtml
Section0070.xhtml
Section0071.xhtml
Section0072.xhtml
Section0073.xhtml
Section0074.xhtml
Section0075.xhtml
Section0076.xhtml
Section0077.xhtml
Section0078.xhtml
Section0079.xhtml
Section0080.xhtml
Section0081.xhtml
Section0082.xhtml
Section0083.xhtml
Section0084.xhtml
Section0085.xhtml