HET
WAS VRIJDAGMORGEN, 14 JANUARI. MARKUS SVENDSEN WAS NU
drieënhalve dag zoek. Cato Isaksen was er inmiddels achter
dat Vesla Mortensen inderdaad in de zomer van 1998 was verdwenen.
Ze stond samen met 1100 andere verdwenen personen op een
lijst.
Het rechercheteam ging rond de ovale tafel zitten. Er hing
iets in de lucht. Ellen Grue nam het woord en stelde de tactische
rechercheurs op de hoogte van het nieuwe rapport waarin stond dat
zowel de haren als het biologische materiaal waren veiliggesteld.
Misschien dat ze met de moord in verband konden worden
gebracht.
"Er zijn ook partikels van iets in de snijwonden aan de hals
gevonden. De deeltjes zijn zo klein dat het ons nog niet is gelukt
ze te analyseren. Voorlopig is alleen maar vastgesteld dat er een
bepaald materiaal is gevonden."
Ellen Grue trok een diepe rimpel tussen de donkere
wenkbrauwen. "In twee snijwonden is dus iets gevonden", herhaalde
ze, "misschien iets wat aan het moordwapen heeft gezeten."
"Misschien heeft hij een broodmes gebruikt, met etensresten
eraan?" Randi Johansen boog geïnteresseerd naar voren.
"Er is geen gewoon mes gebruikt."
"En het Leatherman mes, dat is gevonden in de flat waar Johnny
Svendsen woonde?"
"We denken niet dat dat het moordwapen is. Er zijn geen
bloedsporen op gevonden en zoals ik de vorige keer al zei, het is
een afwijkend snijpatroon. De sneden lijken onregelmatig te zijn,
alsof het snijvlak niet helemaal glad was", besloot Ellen
Grue.
De computer die in de slaapkamer van Ester Synnøve Lønn had
gestaan, bevatte geen interessante informatie. Het leek erop dat
Markus het apparaat voornamelijk had gebruikt voor
spelletjes.
Roger Høibakk en Asle Tengs hadden Bjørn Tore Lønn
opnieuw verhoord. Hij ontkende nog steeds in alle toonaarden dat
hij iets met de moord te maken had. "Maar zijn vingerafdrukken
staan op het mes", zei Asle Tengs. "Hij blijft trouwens volhouden
dat het mes van Johnny Svendsen is en dat hij het van de vloer
heeft gepakt om zich tijdens de worsteling te verdedigen. Volgens
hem moeten de vingerafdrukken van Johnny Svendsen er bij de
vechtpartij afgeveegd zijn."
Roger Høibakk streek behoedzaam over zijn gezwollen
ooglid. Hij keek Ellen Grue aan. "Dus de conclusie is dat het
moordwapen geen mes is?"
"Dat heb ik niet gezegd. Ik zei dat het erop lijkt dat er iets
anders is gebruikt, iets met een gekarteld snijvlak, maar dat weten
we nog niet. Het zal nog even duren, maar jullie horen het zodra we
meer weten. Als er nieuwe rapporten komen, geef ik ze direct door.
Wat we ondertussen wel kunnen vaststellen", zei Ellen Grue, "is dat
de voordeur van Ester Synnøve Lønn een keer is opengebroken.
Daarvan getuigen kleine krasjes bij het slot. Waarschijnlijk is
gebruikgemaakt van het setje lopers dat is gevonden in de flat waar
Johnny Svendsen over beschikte. Maar we weten natuurlijk niet
wanneer dat is gebeurd", voegde ze eraan toe terwijl ze het rapport
naar Cato Isaksen schoof.
Roger Høibakk klapte zachtjes in zijn handen. "Zie je wel",
glimlachte hij tevreden.
Cato Isaksen, die zich ook opgelucht voelde, was
tegelijkertijd verontwaardigd over de lange tijd die het
gerechtelijk laboratorium nodig had om het biologische materiaal te
analyseren. "Jullie moeten toch kunnen aangeven wanneer we de
resultaten krijgen", zei hij, naar Ellen Grue kijkend.
"Een DNA-analyse duurt een maand. Dat weet je toch."
"Wat is er geworden van onze eis dat de politie het
laboratoriumon¬derzoek in eigen hand houdt?" Asle Tengs was ook
geïrriteerd. De tijd die het laboratoriumonderzoek kostte,
belemmerde de rechercheurs in hun onderzoek.
"Er is geen nieuws in die zaak", zei Cato Isaksen. "Ambtelijke
molens malen langzaam. Voorlopig is het alleen nog maar een
voorstel."
Ellen Grue was zelf ook geërgerd. "Ik ben het helemaal met
jullie eens", concludeerde ze, "maar we kunnen er niets aan
doen."
"We hebben genoeg om Johnny Svendsen vast te houden", zei
Randi Johansen. "Maar we moeten hem wel eerst te pakken
krijgen."
Een boer in de buurt van Halden had aangifte gedaan van
inbraak in een caravan in de winteropslag. Hij dacht de dag tevoren
een man en een jongetje in de omgeving te hebben gezien.
Toen de bespreking was afgelopen en iedereen naar zijn eigen
plek was teruggegaan, bleef Ellen Grue even staan.
"Ga nog even zitten." Cato Isaksen keek haar aan. Ze zag er
moe uit en had donkere kringen onder haar ogen. Haar gezicht zag er
lief en jong uit onder het donkere, kortgeknipte haar. Ze droeg
haar masker met waardigheid. Iedereen had respect voor haar. Ze kon
kortaf overkomen en maakte vaak een arrogante indruk. Maar Cato
Isaksen had een paar keer door haar schild heen gebroken. Ze was de
enige collega die hij destijds had verteld over de vertwijfeling
die hij voelde over het drugsgebruik van zijn zoon. En Ellen had
hem over haar broer verteld, die jarenlang verslaafd was
geweest.
"Ik denk aan de kleine Markus", zei Ellen Grue terwijl ze ging
zitten. "Er moet snel iets gebeuren. Wat wil Johnny Svendsen
eigenlijk bewijzen?"
"Ik weet het niet. Hopelijk is het alleen maar een wanhopige
poging om tijd te rekken. Als hij tenminste niet labiel is."
"In Amerika heeft onlangs een vader zijn hele gezin
neergeschoten, zijn vrouw en vier kinderen."
"Ja, ik heb het gelezen. Ik maak me zorgen", voegde hij eraan
toe. "Dat de politie niets met haar aangiftes heeft gedaan ... We
moeten meer te weten komen over die vrouw die een paar jaar geleden
is verdwenen, een zekere Vesla Mortensen."
"Bestaat er een verband?"
"Zijn tante vertelde dat Johnny Svendsen er op een bepaald
moment van werd verdacht er iets mee te maken te hebben.
Waarschijnlijk waren het alleen maar geruchten. Ze zat vroeger bij
Ester Synnøve Lønn en Johnny Svendsen in de klas."
Ze keken elkaar aan. Opnieuw merkten ze dat ze contact met
elkaar hadden.