ZIJN
HANDEN HIELDEN HET STUUR STEVIG VAST. MUZIEK DREUNDE uit de
autoradio. Trying to smile but the air is so heavy and dry. Strange
voices are saying...
Cato Isaksen boog zich voorover en deed de radio uit.
"Vreselijk", zei Randi Johansen, "Ace of Base ..."
Ze zaten in de blauwe Opel Corsa. Randi Johansen toetste een
nummer in op haar mobiele telefoon. Cato Isaksen reed naar Teyen.
Het opvangcentrum voor verkrachte en mishandelde vrouwen lag vlak
bij het zwembad.
Randi Johansen praatte met haar man. "Ik probeer vandaag iets
eerder thuis te zijn", zei ze.
Cato Isaksen vloekte. Het was maandag 10 januari. Vanaf nu zou
het anders worden. Tot nu toe hadden de kranten nauwelijks aandacht
aan de zaak van Ester Synnøve Lønn besteed. Nu kreeg het
treinongeluk even rust. JACHT OP EX-MAN, stond op de voorpagina van
VG. Terwijl Dagbladet concludeerde: POLITIE DEED NIETS!
Ze vonden een parkeerplaats vlak bij de anonieme ingang. Diepe
sporen in de oude bestrating wezen erop dat je in geval van nood op
de binnenplaats kon parkeren.
De deur was nog steeds donkerrood, een warm hart midden in al
het grijs.
Randi Johansen drukte op de koperen deurbel. Rechts op het
kozijn was een intercom geschroefd.
De boom op de achterplaats was gegroeid sinds Cato Isaksen
vier jaar geleden voor het laatst hier was geweest. De smalle
strook verwelkt, geel gras was bedekt met een laagje grijs
ijs.
Sonja Pettersen deed zelf de deur open. Ze glimlachte even en
nodigde hen uit om binnen te komen. Ze was ouder geworden. De
lijnen in haar gezicht waren dieper geworden. Ze zag er moe
uit.
In de lichte entree rook het naar koffie. Dezelfde IKEA-poster
hing nog aan de wand. Rode en paarse harten, maar ook bruine,
blauwe en gele.
"Kom binnen." Sonja Pettersen wees waar ze hun jassen konden
ophangen. "Er zijn op het moment niet zo veel vrouwen", zei ze.
"Met de kerst is het hoogseizoen, maar de meesten zijn weer naar
huis. Helaas", voegde ze eraan toe en legde haar hand op haar
hart.
"We gaan in de keuken zitten." Sonja Pettersen zette drie
koffiemokken op tafel.
Randi glimlachte. "Dezelfde mokken, zie ik."
"Was je er de vorige keer ook bij?"
Randi knikte. "Ik herinner me die blauwe mokken nog goed. Ik
vind ze prachtig."
Cato Isaksen ging aan de korte kant van de tafel zitten. De
grote grenenhouten tafel bood plaats aan velen.
Sonja Pettersen deed de deur dicht. Cato Isaksens blik bleef
hangen bij een kleine afbeelding aan de wand. Die toonde een grote,
dikke vrouw die triomfantelijk op een kleine, magere man
zat.
In een van de andere kamers begon een kind te huilen. Sonja
Pettersen nam de kan met hete koffie en schonk de mokken vol. "Hoe
gaat het met Sigrid?" vroeg ze.
"Goed." Cato Isaksen kreeg het warm. Hij schaamde zich voor
wat er was gebeurd toen hij Sigrid verliet. Sonja Pettersen had
zich toen behoorlijk aan hem geërgerd, maar dat liet ze nu niet
blijken.
"Ik heb haar al een maand niet gesproken", zei ze. "Hamza
lijkt me een leuke vent. Het moet voor jou toch ook prettig zijn,
dat hij zo goed met Georg op kan schieten, bedoel ik."
Cato Isaksen knikte. Sigrid en haar nieuwe vriend, Hamza,
hadden inmiddels een dochtertje. Ze was nu bijna een jaar. "Hij is
erg aardig", zei hij kort. "Kun je ons iets vertellen over de
ontmoeting of ontmoetingen met Ester Synnøve Lønn?" vroeg
hij.
"Ze is hier twee keer geweest." Sonja Pettersen zette een
grote, gespikkelde hoornen bril op, schudde gelaten het hoofd en
legde haar handpalm op het papier dat voor haar lag. "Het is
verschrikkelijk dat hij het echt heeft gedaan."
"Die conclusie kunnen we nog niet trekken", zei Cato Isaksen
rustig, "maar hij wordt wel degelijk verdacht."
"Hier zijn mijn aantekeningen", zei Sonja Pettersen
veelzeggend, terwijl ze haar goedverzorgde hand met de ongelakte
nagels optilde.
Voor haar lag een enkel blad met blauw
handschrift.
"Wanneer was ze hier?"
"Anderhalf jaar geleden nam ze voor het eerst contact op. Ze
heeft hier niet gelogeerd, vroeg alleen om juridische hulp en
morele ondersteuning. Ik heb een brief naar de politic geschreven
waar we nooit antwoord op hebben gekregen. Daarna is ze hier vlak
voor kerst, op 19 december, nog een keer geweest. Op 21 december
heb ik opnieuw contact opgenomen met de politie om de mogelijkheden
te bespreken voor een alarmsysteem. Ze had zich een jaar lang
verborgen kunnen houden, maar op een dag stond hij opeens buiten
voor het gebouw waar
ze werkte. Ze raakte in paniek en belde ons op. Ze was bereid
om ver weg te verhuizen, als ze haar zoon maar mee kon nemen. Hij
woont nu bij zijn grootouders."
Cato Isaksen knikte ernstig.
"Er zijn veel vrouwen zoals zij. Ze hebben overal afstand van
gedaan en komen met een klein koffertje hiernaartoe. Voor de
kinderen is het verschrikkelijk. Vorig jaar zijn er alleen al in
Oslo bijna tweehonderd kinderen geregistreerd die er getuige van
waren hoe hun vader geweld gebruikte tegen hun moeder. En dat is
nog maar het topje van de ijsberg.
De angst voor geweld houdt kinderen continu psychisch en
fysiek alert.
Velen hebben dezelfde symptomen als oorlogskinderen:
posttraumatische stress. Dat heeft invloed op hun sociale en
cognitieve mogelijkheden. Ze nemen vaak hun toevlucht tot
overlevingsstrategieën, ze verdringen, ze ontkennen en ze halen
gebeurtenissen door elkaar. Ik heb Markus nooit ontmoet, maar Ester
Synnøve Lønn vertelde dat hij erg teruggetrokken was de laatste
tijd dat ze bij elkaar waren, bijna niet in staat iets te doen.
Toen gebeurde er iets waardoor ze besloot haar echtgenoot
daadwerkelijk te verlaten. Markus was in een soort coma
geraakt na een gewelddadige ruzie tussen zijn ouders laat op
de avond.
Die nacht sliep hij met zijn ogen open. Zijn lichaam was
helemaal verstijfd en zijn huid was wit en voelde klam aan. Zijn
moeder wilde met hem naar de dokter, maar Johnny Svendsen verbood
haar dat. Toen besloot ze dat ze bij hem weg zou gaan. Een paar
dagen later, toen Johnny Svendsen naar zijn werk was, nam ze Markus
mee en vertrok. Ze kreeg hulp van haar vader en haar
broer."
Cato Isaksen bewoog onrustig.
"Ester Synnøve Lønn vertelde dat het voelde alsof ze vanaf
haar veertiende het eigendom was geweest van haar echtgenoot."
Sonja Pettersen schudde verdrietig het hoofd. "Ze was erg
depressief en bijzonder ongelukkig. Maar ze is slechts een van
velen", zuchtte ze.
"Eigenlijk heb ik er schoon genoeg van", zei ze gefrustreerd.
"Het is een klotebaan. Altijd maar te moeten luisteren en te
troosten, te lachen en op te beuren. De meeste mensen denken dat ik
mannen haat", voegde ze eraan toe. "Je wordt er moe van om zo
bestempeld te worden. Soms kan ik er niet meer tegen. Dan ga ik
naar Italië. Daar heb je bloemen in mooie kleuren en van die
speciale pijnbomen en in de verte zie je de zee. Ik kook lekker
eten en drink een glas wijn." Plotseling glimlachte ze. "Sorry,
Cato", zei ze.
Cato Isaksen glimlachte terug. Hij vond het prettig dat ze hem
bij zijn voornaam noemde. Eigenlijk maakten vrouwen als Sonja
Pettersen hem bang.
"Ik zat eraan te denken om Sigrid en de kinderen een keer mee
te vragen", ging ze verder. "Wat vind jij daarvan?" "Klinkt goed",
zei hij. "Gaat het goed met jou en Bente?" "Ja", zei hij kort. "Dus
je ex was toch de ware?"
Hij ontmoette haar plagende ogen. "Ja", zei hij beslist. "Maar
je moet niet denken dat het een gemakkelijke beslissing was om
Sigrid te verlaten."
"Dat weet ik", zei Sonja Pettersen ernstig en stond weer op.
"Jullie pasten sowieso niet bij elkaar. Neem me niet kwalijk dat ik
ben afgedwaald", zei ze terwijl ze de koffiekan pakte en Randi
Johansens mok bij schonk. Toen ging ze weer zitten.
"Heb je nog meer dat aan de zaak van Ester Synnøve Lønn zou
kunnen bijdragen?" vroeg Cato Isaksen.
Sonja Pettersen stond op. "Ik heb een paar persoonlijke
brieven die ze me heeft geschreven." Ze liep haar kleine kantoortje
binnen en haal¬de een paar papieren. Cato Isaksen keek haar
ongeduldig aan.
Ze zuchtte en begon in de brieven te bladeren, pakte er een en
las hem snel door. "In het begin vond ze het leuk", begon ze, "dat
die Johnny", ze keek vlug op het papier dat voor haar lag, "haar
behandelde alsof ze zijn eigendom was. Je weet hoe meisjes van die
leeftijd zijn. Hij was erg knap, en zij was er trots op dat hij
haar had gekozen. Veel van haar vriendinnen waren jaloers. Maar ze
was pas veertien toen ze verkering kregen. Dat is pure waanzin. Hun
gevoelens veranderden geleidelijk aan en toen ze 24 was en zwanger
raakte, kwam de grote omslag. Toen veranderde hij echt, werd
kinderachtig, tegendraads en jaloers. Ze vertelde dat haar
zwangerschap hem niet interesseerde en dat hij de spot met haar
dreef als ze spullen kocht voor het kind of erover praatte. Hij was
geobsedeerd door seks. Hij dwong haar seks met hem te hebben, zelfs
vlak voor ze was uitgeteld. Hij probeerde haar te isoleren. Wilde
niet dat ze contact op zou nemen met haar ouders op de boerderij
in østfold of met haar beste vriendin... hoe heette ze ook
weer." Sonja Pettersens ogen dwaalden over het papier.
"Lise Sommer", zei Cato Isaksen. "We hebben geprobeerd contact
met haar te krijgen."
"Ja, dat was haar naam", zei Sonja Pettersen en ging verder:
"Kort gezegd werden de mishandelingen steeds erger. Ze vertelde dat
hij bij tijd en wijle 'aardig' was, zoals ze het noemde. Dat
frustreert mij nog het meest", zei ze, "dat mannen 'aardig' zijn
als ze zich normaal gedragen. Ester Synnøve Lønn dacht dat ze een
nieuw leven op kon bouwen. Ze riep niet te pas en te onpas hulp in,
maar ze werd pas echt bang toen hij haar flat kort en klein sloeg.
Direct daarna verhuisde ze naar een plek waar hij haar niet zou
vinden. Maar ook daar vond hij haar anderhalf jaar geleden, in de
zomer. Ze heeft hem nog twee keer aangegeven. De laatste keer was
afgelopen december. Toen dreigde hij haar te vermoorden. Hij was
erachter gekomen waar ze werkte. Ik probeerde haar te helpen door
contact op te nemen met de politie om een alarmsysteem voor haar te
regelen. Ik trof een aardige politieman die beloofde het te
proberen. Maar ja... Johnny Svendsen heeft gewonnen."