JOHNNY SVENDSEN HAD DE GLASSCHERVEN BIJ ELKAAR GEZOCHT EN geprobeerd de foto van zijn moeder weer te lijmen. In de la met lijm had hij ook een paar kinderboeken gevonden. Over een kat die naar de stad ging en over een klein olifantje. Hij wist nog dat zijn tante hem 's avonds had voorgelezen toen hij klein was. Steeds weer dezelfde verhaaltjes. Markus had de boeken ook prachtig gevonden.
Hoewel het buiten nog steeds zomer was, lag er al een doorzichtige herfstwaas over het landschap. De golf van gelukkige herinneringen die door zijn hoofd rolde, was gedompeld in een grauwe eenzaamheid. Als kind had hij in de overwoekerde appelgaard achter het huis gespeeld. De bomen waren bedekt met mos. Hij herinnerde zich de gerimpelde rotte appels. Hij maakte de appels kapot en vernielde zo het huis van de kleine wormpjes.
Soms speelde hij met andere kinderen, maar na een tijdje liepen ze weg en klikten ze tegen hun ouders. Alleen Ragnar bleef over, lachend en trots dat hij zich mocht spiegelen in de glans van zijn gevaarlijke vriend.
Hoe was het met Markus? Was het beter als hij bij de jongen uit de buurt bleef? Of moest hij hem juist opzoeken?
Johnny Svendsen ging op de oude groene bank in de kamer liggen en sliep tien minuten. Hij schrok wakker en voelde de rusteloosheid door zijn lichaam jagen. Hij had een slecht geweten omdat hij zijn tante niet hielp in de winkel. Hij zou haar helpen, maar niet vandaag.
Hij kleedde zich snel uit en liep naar de douche. Hij stond lang onder het warme water en boende zich schoon. Hij zocht in de kast in zijn oude kamer schone, oude kleren bij elkaar die hij jarenlang niet had gedragen. Een blauwgeruit overhemd en een spijkerbroek.
Hij ging weer aan de keukentafel zitten, schoof de beide kinderboekjes aan de kant en opende het raam. Opeens gebeurde er van alles tegelijk. Zijn tante verscheen in de keukendeur. Haar duistere gezicht.
Haar zware benen. Haar handen in de grote zakken, alsof ze ergens naar zocht. "Ze denken dat jij het hebt gedaan", zei ze vertwijfeld.
Johnny Svendsen keek haar bang aan. Haar lichaam was flets, haar gezicht leeg en vermoeid. "Ik? Wat bedoel je?" vroeg hij.
"Dat jij Markus hebt meegenomen. Hij is weg."
Johnny Svendsen stond zo vlug op dat zijn heup tegen de tafelrand sloeg. De pijn joeg door zijn lichaam. Het werd hem even zwart voor zijn ogen. Hij drukte ruw zijn sigaret uit in de asbak en bleef zijn tante strak aankijken.
Een politiewagen van het district Østfold reed de parkeerplaats achter de winkel op en stopte bij de autowrakken.
Ragnhild Lønn had op hen gewacht. Nu kwam ze de stalen trap op. De hele constructie schudde. Het geluid plantte zich voort door de balustrade en sloeg tegen de wand van het huis. Ze stevende met haar vieze rubberlaarzen door de open deur naar binnen en sloeg zo hard op de deurpost dat die ervan schudde. Haar gezicht was vervuld van haat. Ze schoof Erna Svendsen bruut aan de kant en bleef voor haar schoonzoon staan. Ze liet even, in een woedende grijns, haar mooie tanden zien. Voor haar ogen dansten zwarte stippen. De koelkast stond in de hoek te zoemen.
Johnny Svendsen stond voor zijn schoonmoeder. Ze waren bijna even lang. Ze was niet langer menselijk. Haar glanzende haar maakte zwiepende geluiden. De duisternis in de smalle ogen, de mooie lippen, de fraaie, rechte neus. Toen sloeg ze hem.
Ragnhild Lønn sloeg haar schoonzoon in het gezicht. Haar hand striemde over zijn wang. De pijn drong door zijn huid heen, alsof een steen tegen zijn jukbeen sloeg. Achter zijn harde borstkas kwam iets tot leven. De klok tikte aan de wand: tik-tak, tik-tak. De koelkast maakte een langdurig slurpgeluid en op dat moment verscheen plotseling een politieagent in de deuropening.
Johnny Svendsen drong iedereen voorbij. Hij stormde de stalen trap af en verdween in het bos. Een van de politiemannen rende hem achterna.
Ragnhild Lønn en Erna Svendsen bleven achter. De twee vrouwen keken langs elkaar heen. De stilte in de kamer kroop van de vloer over de wanden naar boven. Op de tafel lagen beide opengeslagen boeken. Ragnhild Lønn kneep even haar ogen dicht. Toen ze haar ogen weer opende leek het net alsof ze met een vlies waren bedekt. Ze hoorde Ester Synnøves lach, als een heldere zilveren toon, met een ijskoude metalen bijklank
De rouwmantel
Cover.xhtml
Titlepage.xhtml
Halftitle.xhtml
Dedication.xhtml
Abouttheauthor.xhtml
Copyright.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0009.xhtml
Section0010.xhtml
Section0011.xhtml
Section0012.xhtml
Section0013.xhtml
Section0014.xhtml
Section0015.xhtml
Section0016.xhtml
Section0017.xhtml
Section0018.xhtml
Section0019.xhtml
Section0020.xhtml
Section0021.xhtml
Section0022.xhtml
Section0023.xhtml
Section0024.xhtml
Section0025.xhtml
Section0026.xhtml
Section0027.xhtml
Section0028.xhtml
Section0029.xhtml
Section0030.xhtml
Section0031.xhtml
Section0032.xhtml
Section0033.xhtml
Section0034.xhtml
Section0035.xhtml
Section0036.xhtml
Section0037.xhtml
Section0038.xhtml
Section0039.xhtml
Section0040.xhtml
Section0041.xhtml
Section0042.xhtml
Section0043.xhtml
Section0044.xhtml
Section0045.xhtml
Section0046.xhtml
Section0047.xhtml
Section0048.xhtml
Section0049.xhtml
Section0050.xhtml
Section0051.xhtml
Section0052.xhtml
Section0053.xhtml
Section0054.xhtml
Section0055.xhtml
Section0056.xhtml
Section0057.xhtml
Section0058.xhtml
Section0059.xhtml
Section0060.xhtml
Section0061.xhtml
Section0062.xhtml
Section0063.xhtml
Section0064.xhtml
Section0065.xhtml
Section0066.xhtml
Section0067.xhtml
Section0068.xhtml
Section0069.xhtml
Section0070.xhtml
Section0071.xhtml
Section0072.xhtml
Section0073.xhtml
Section0074.xhtml
Section0075.xhtml
Section0076.xhtml
Section0077.xhtml
Section0078.xhtml
Section0079.xhtml
Section0080.xhtml
Section0081.xhtml
Section0082.xhtml
Section0083.xhtml
Section0084.xhtml
Section0085.xhtml