KARSTEN
TONNESEN NAM HET KOFFIEKOPJE AAN DAT ROGER Høibakk
hem aanreikte en zette het voor zich op tafel. De rechercheurs
waren bijeengekomen in de grootste vergaderruimte. De warme dag
hing zwaar en drukkend tussen de wanden. Een paar zuchtjes frisse
lucht drongen door de halfopen ramen naar binnen.
Het was midden in de grote vakantie. Overdag was de stad bijna
verlaten. De mensen waren gevlucht naar de stranden langs de kust,
naar Ingierstrand, Huk, Kadettangen, Hvalstrand en Vollen. 's
Avonds stroomden de terrassen en cafés vol met gebruinde mensen in
luchtige kleding.
Cato Isaksen had, net als vele anderen, zijn vakantie moeten
uitstellen. Ze waren bijna allemaal aanwezig op de bijeenkomst met
de psychiater: Thorsen en Billington, Randi Johansen, Anne Grethe
Juvik, Roger Høibakk, Preben Ulriksen, Asle Tengs en Ellen Grue. De
zaak zeurde als een kloppende zweer. Er waren geen nieuwe gegevens
naar voren gekomen. Cato Isaksen had uiteindelijk aan de wens van
Ingeborg Myklebust gehoor gegeven en de psychiater te hulp
geroepen. Hij had eerder op de dag met haar gesproken. Ze was
optimistisch en dacht dat ze weer helemaal gezond zou worden. Ze
was erg blij toen ze hoorde dat Cato Isaksen eindelijk had besloten
Karsten Tønnesen erbij te betrekken om een profielanalyse op te
stellen van de verdachte en andere betrokkenen.
Karsten Tønnesen was bruinverbrand en op zijn voorhoofd
stonden zweetdruppels. Steeds opnieuw veegde hij met de witte mouw
van zijn overhemd over zijn gezicht. "Dit is een ingewikkelde
zaak", begon hij. Zijn smalle ogen keken naar de sombere groep. Op
het bord achter hem waren de foto's van het dode lichaam van Ester
Synnøve Lønn met punaises vastgezet. Het verstijfde doodsmasker met
de halfopen mond en ogen. De opengesneden keel, het bloed. Het
blonde haar, de blauwe plekken op haar voorhoofd. De blote voeten
met de gelakte nagels. De ringloze vingers. Haar lichaam, een
omlijsting van een gruwelijk einde.
"Ik heb alle gegevens bestudeerd, en ik begrijp dat jullie
hier niet uitkomen", zei hij. "Net als in andere zaken waar we
eerder mee hebben geworsteld, zijn er ook in deze zogenoemde zaak
Lønn niet veel aanknopingspunten. De zaak heeft bovendien een
zijspoor gekregen, dat we in de beschouwing mee willen nemen. Ik
denk daarbij natuurlijk aan de verdwenen Vesla Mortensen. De twee
zaken zijn totaal verschillend en hebben waarschijnlijk niets met
elkaar te maken, maar laten we alles op een rijtje zetten, voordat
we verdergaan."
Hij stond op, legde een nieuwe sheet op de overheadprojector
en begon: "Het biologische materiaal dat is geanalyseerd, onder
andere speeksel, komt niet overeen met het dna-profiel van Johnny
Svendsen, Bjørn Tore Lønn of Florian Rosati. Maar laten we ons daar
niet helemaal op vastpinnen. Het waren heel kleine deeltjes en ze
kan ze ergens anders mee vandaan hebben genomen. Karsten Tønnesen
draaide zich om. "Ellen Grue, jij had een paar nieuwe gegevens met
betrekking... tja, wat was het ook alweer?"
Ellen Grue stond op. "Het zijn partikels van een onbekend
materiaal die zijn gevonden in de snijwond aan Ester Synnøve Lønns
hals en die naar alle waarschijnlijk aan het moordwapen zaten. Het
zou dierenvoer kunnen zijn. We kunnen het niet helemaal
identificeren, maar het zou dus kunnen afstammen van
dierenvoer."
"Wat voor soort dierenvoer?" Roger Høibakk volgde
geïnteresseerd het gesprek vanaf zijn plaats aan het eind van de
tafel.
"Dat weten we niet, het kan hondenvoer, kattenvoer, veevoer of
kippenvoer zijn. Het kan echter ook van tuinmest afkomstig
zijn."
"Waarom kunnen jullie het niet identificeren?"
"Omdat het zo weinig is, en omdat sommige stoffen in
verschillende soorten dierenvoer worden gebruikt. Toegevoegde
vitamines en dergelijke."
Cato Isaksen keek naar Ellen Grue. Haar hals was vochtig van
de warmte. Het donkere haar plakte op haar voorhoofd. Even keken ze
elkaar aan, voor ze haar uiteenzetting afsloot en weer ging
zitten.
Karsten Tønnesen keek de rechercheurs ernstig aan toen hij het
weer overnam. Zijn monotone stem somde alle feiten in de moordzaak
op. "Het begon allemaal met de moord op Ester Synnøve Lønn, in de
nacht van 6 januari van dit jaar. Haar ex-man Johnny Svendsen werd
onmiddellijk verdacht. Hij is later bij gebrek aan bewijs
vrijgelaten. De broer van het slachtoffer, Bjørn Tore Lønn, is tot
nu toe vrijgepleit van betrokkenheid bij de zaak. De erfkwestie
biedt geen motief. Hij heeft geen recht om de boerderij te erven.
Als er tenminste niets gebeurt met het zoontje van het slachtoffer.
In dat geval wordt hij erfgenaam. Florian Rosati, de nieuwe vriend,
die vroeger de geliefde was van Lise Sommer, de beste vriendin van
het slachtoffer, is ook zonder al te veel schade uit het onderzoek
naar voren gekomen. Geloofwaardige getuigen bevestigen dat hij zich
onmogelijk op de plaats van de moord kon bevinden op het actuele
tijdstip. Verder is nog een onderzoek ingesteld naar een paar
Poolse aardbeienplukkers. Jij hebt gisteren toch met een paar Polen
gesproken?" Karsten Tønnesen knikte naar Cato Isaksen, die dat
bevestigde. "Ja, Sivert Malling, een oude bosbouwer en een buurman
en vriend van Tilla Mortensen, heeft een week lang twee Polen in
dienst gehad. Een van hen is eerder in Noorwegen geweest en denkt
dat hij het drietal dat twee jaar geleden op de boerderij van
Rønning heeft gewerkt, bij Anne Haraldsen dus, kan identificeren.
Ik zoek het verder uit", besloot hij.
"Er is nog een overeenkomst die waarschijnlijk niets
betekent..." Karsten Tønnesen nam het weer over. "Vesla Mortensen
verdween op 6 juli 1998 en Ester Synnøve Lønn werd dit jaar, op 6
januari vermoord. Dus beide keren op de zesde."
"Het was ons ook opgevallen", zei Roger Høibakk, "maar, zoals
je zegt, dat is waarschijnlijk puur toeval."
"De zesde van de zesde is de geboortedag van de duivel", zei
Karsten Tønnesen.
Cato Isaksen knikte. "We hebben geen aanknopingspunten waaruit
blijkt dat het getal zes iets betekent", zei hij.
Karsten Tønnesen knikte. "Ik heb alle rapporten gelezen en het
is me opgevallen dat Lise Sommer, Tilla Mortensen, Sivert en
Steinar Malling en Ragnar Bjone alle vijf worden genoemd. Er is een
bezoek gebracht aan een theaterregisseur, Edgar Holme. Ook al staan
deze mensen niet in het middelpunt van de belangstelling, toch is
er onderzoek naar hen gedaan, dat ons overigens niet verder heeft
gebracht. Verder hebben Ragnhild en Ivar Lønn, de ouders van het
slachtoffer, de officiële voogdij over Markus Svendsen aangevraagd.
Johnny Svendsen verweert zich daar hevig tegen, heb ik
begrepen."
"Ik heb gisteren een brief van zijn advocaat gekregen", zei
Cato Isaksen.
"Zou dat ook niet het beste zijn?" Randi Johansen borstelde
wat droge huid van haar zonverbrande onderarm. "Als zij de voogdij
over het jongetje kregen, bedoel ik."
Cato Isaksen keek haar lang aan. "Ik weet het eerlijk gezegd
niet, Randi", zei hij.
"Wat betreft Johnny Svendsen", ging Karsten Tønnesen verder,
"ben ik ervan overtuigd dat zijn woede en gevoel van verlatenheid
kunnen zijn veroorzaakt door zijn liefdesverdriet over Ester
Synnøve Lønn. Dat kan weer hebben geleid tot moord. Hij heeft als
klein kind zijn moeder verloren. Misschien is dat oude, verdrongen
verlies weer naar boven gekomen en nog eens versterkt toen zijn
echtgenote hem verliet. Als kind zijn we extra kwetsbaar. Krijgen
we zorg en geborgenheid, dan kunnen we later in het leven een
traumatische levenscrisis beter het hoofd bieden. In het andere
geval kan zo'n crisis catastrofale gevolgen krijgen. De
gevoelsmatige reactie bij mannen en vrouwen met liefdesverdriet is
vaak hetzelfde", ging hij verder, "maar de manier waarop ze met die
gevoelens omgaan is geheel verschillend. Mannen proberen hun masker
te behouden. Weten hun gevoelens niet onder woorden te brengen. Ze
zijn krampachtig stoer, vieren feest en drinken. Ik weet niet of
Johnny Svendsens liefdesverdriet op andere dingen was gebaseerd. Op
haat bijvoorbeeld, omdat zijn ex-vrouw hem had vernederd. Er kunnen
oneigenlijke gevoelens een rol spelen. Meer mannen dan vrouwen
kiezen ervoor om zelfmoord te plegen."
Karsten Tønnesen nam een grote slok uit het waterglas dat
naast het kopje koffie op tafel stond. "Vesla Mortensens lot is
interessant. Ze werd buiten haar vriendenkring gesloten, ze werd
gepest en was vaak alleen. Ze is in veel opzichten mislukt. Maar
dat geldt ook voor Johnny Svendsen. Ondanks dat ze allebei in
principe volwassen en verstandige mensen zijn, kan het verlaten
worden of het zich gedurende lange tijd minderwaardig voelen, ze
zover brengen dat ze zich als kinderen gaan gedragen. Volgens mijn
analyses is het toch het meest waarschijnlijk dat Vesla Mortensen
zelfmoord heeft gepleegd."
Roger Høibakk gaapte luid.
"Een andere gedachte is natuurlijk dat Johnny Svendsen hen
allebei van het leven heeft beroofd", zei Randi Johansen.
"Natuurlijk", zei Karsten Tønnesen rustig, "is dat niet de
theorie waar we naar handelen?"
"Toch is het niet zeker dat ze dood is." Cato Isaksen vond het
zelf ook een onaangename gedachte. "Ik ga er niet van uit", ging
hij verder, "zolang we geen lijk hebben."
Karsten Tønnesen droogde zijn voorhoofd met een papieren
servet. "Alles wijst erop dat ze dood is", zei hij rustig en ging
verder: "Steinar
Malling zou iets kunnen weten, en dan denk ik aan de
verdwijning van Vesla Mortensen. Jullie moeten met hem verder
werken. Hij heeft immers een aantal merkwaardige uitspraken
gedaan."
"Ik ben met hem bezig", zei Cato Isaksen. De warmte was bijna
niet om uit te houden. Alleen al de gedachte aan de merkwaardige
gesprekken met Steinar Malling bezorgde hem een akelig
gevoel.
Preben Ulriksen stond op en zette nog een raam open. De lucht
die de kamer binnengleed was verzadigd van uitlaatgassen. Het
spitsuur was in volle gang.
"Voorlopig is er niemand volledig vrijgepleit, behalve
misschien de broer", ging Karsten Tønnesen onverdroten verder.
"Jullie moeten verder werken met de Polen, Johnny Svendsen, Florian
Rosati, Lise Sommer, Tilla Mortensen en Sivert en Steinar Malling.
En niet te vergeten Ragnar Bjone. Ik kan er mijn vinger niet op
leggen, maar hij lijkt een groot bewonderaar van Johnny Svendsen te
zijn. Zouden ze hebben samengewerkt?"
"Het benzinestation is dag en nacht geopend en Bjone was in de
nacht van de moord aan het werk", zei Roger Høibakk rustig.
De psychiater knikte. "Ik weet dat jullie ook toeristen hebben
nagetrokken die zich twee jaar geleden in de omgeving van Enger
hebben opgehouden. Het is bijna onmogelijk om een totaalbeeld van
de situatie te creëren. Bovendien ontbreekt een lijk, zoals Cato
zei. Ondertussen is het wel belangrijk", besloot de psychiater,
"dat jullie de psychologische verbanden zien. Enger is een klein
dorp. Er kunnen duistere relaties tussen mensen bestaan. Ik denk
dat er nog een aantal stukjes aan de puzzel ontbreken, maar jullie
zijn op de goede weg. Vergeet niet dat we ook met een volkomen
onbekende dader te maken kunnen hebben. Dat zou alles in een ander
licht zetten. Maar er zijn geen getuigenverklaringen die daarop
wijzen."
Cato Isaksen keek naar de groteske foto's van het vrouwenlijk.
Zijn ogen bleven hangen bij de halfopen ogen, de grijsgroene halve
cirkel en de sproeten op de neuswortel.