Oudejaarsavond verloopt beter dan Agnes zich had kunnen voorstellen. Alleen zij en nog vier patiënten, van wie er twee zo ziek zijn dat ze niet eens in staat zijn om op te staan, zijn op de afdeling achtergebleven. Per is naar huis geweest om zich even te verkleden en in de tussentijd heeft zij een dutje gedaan om tot twaalf uur wakker te kunnen blijven. Ze hadden afgesproken dat ze elkaar om zeven uur weer zouden treffen.
Het voelt bijna als een date. Agnes heeft ergens een rok en topje opgeduikeld, dat ze sinds ze op deze afdeling kwam niet meer aan heeft gehad. Per heeft haar nog nooit in iets anders gezien dan een vrijetijdsbroek. Hij heeft ervoor gezorgd dat ze aan een eigen tafeltje zitten, het eten dat Agnes nauwelijks aanraakt bestaat uit pasta met varkenshaas in een romige saus. Maar het is erg gezellig om daar te zitten en op deze dag bepaalt ze zelf wat ze met het eten doet. Op oudejaarsavond heeft Het Ding vrij. Per heeft mooie servetten neergelegd en kaarsen op tafel gezet.
‘Wat ben je mooi,’ zegt hij, en hij slaat zijn ogen neer.
‘Dank je,’ zegt ze verlegen. Het voelt heerlijk om iets anders dan een vrijetijdsbroek en een fleece trui aan te hebben.
Zelf vindt ze Per ontzettend knap. Hij heeft een geruit overhemd aangetrokken. Ze merkt op dat hij een zilveren armband draagt, die ze nog nooit eerder gezien heeft.
‘Wat een mooie armband heb je daar. Is die nieuw?’
‘Ja, inderdaad. Ik heb hem als nieuwjaarscadeau gekregen.’
‘O ja, van wie?’
‘Raad eens.’
Agnes kijkt hem onzeker aan.
‘Het is niet van een vriendin, als je dat soms mocht denken.’
Agnes begint over iets anders. Ze weet niet veel over Per persoonlijk, maar natuurlijk heeft hij familie, vrienden en anderen die om hem geven. Ze zal zich er niet mee bemoeien.
Ze praten over alle mogelijke dingen, vermijden de ziekte te noemen. Beetje over films die ze gezien hebben, wat ze leuk vinden om in hun vrije tijd te doen. Per vertelt dat hij eerder naast zijn studie heeft gewerkt, maar dat hij de studie nu onderbroken heeft omdat hem een tijdelijke voltijds aanstelling is aangeboden. Hij vond de studie toch saai en het ging ook niet zo goed.
‘Mijn moeder bleef maar zeuren dat ik naar de hogeschool moest,’ zegt hij. ‘Ze vond dat je iets moest worden. En ik begrijp haar wel. Ze was immers verpleegkundige. Mijn zus is voor mij gaan studeren, ook al was ze twee jaar jonger, dus dat leverde voor mij nogal wat stress op.’
‘Jij en ik hebben beiden geen moeder meer,’ zegt Agnes.
‘Ja, dat klopt.’
Het bleef even stil.
‘Ik moet vooral op feestdagen veel aan haar denken, zoals vandaag, bijvoorbeeld,’ vervolgt Agnes. ‘Mijn moeder hield van oudejaarsavond. We waren altijd ergens uitgenodigd of er kwamen mensen bij ons thuis. Mijn moeder was zo vrolijk en sociaal, ze genoot van de omgang met mensen, praatte graag en ze was altijd degene die je overal bovenuit hoorde lachen.’
Agnes glimlacht bij de gedachte. Per kijkt haar aan met een afwezige blik.
‘Mijn moeder was helemaal niet zo. Ze was vrij stil en voorzichtig, ging naar haar werk en daarna zat ze gewoon thuis. Op de bank, oud vest aan en met een breiwerk op schoot voor de tv, zo was het altijd. Maar ik geloof dat ze het heerlijk vond.’
Per heft zijn glas en kijkt haar aan met een flauwe glimlach om de mond.
‘Je bent mooi. Proost, meisje.’
‘Proost.’ Agnes glimlacht terug.
Het appelsap smaakt echt lekker.