Als een slang kronkelt de angst zich door haar maag wanneer het tijd is voor de volgende maaltijd. Binnen in haar schreeuwt een stem dat ze niet wil, maar niemand hoort het. Niemand luistert. Het kan niemand iets schelen. Met haar gevoelens en wil wordt helemaal geen rekening meer gehouden. Ze is verontmenselijkt, gedegradeerd tot een levende pop die tot elke prijs dikker moet worden. Alleen maar omdat het personeel op de afdeling de statistiek moet verbeteren, met het resultaat moet kunnen pronken. Zijzelf als mens is niets waard.
Ze sjokt met haar vaste begeleider Per door de gang, op weg naar de eetzaal. Daar halen ze hun lunch op, vervolgens nemen ze de dienbladen mee naar het eetlab. Een ruimte die wordt gebruikt voor degenen die niet in staat zijn om met de rest in de eetzaal te eten. Agnes heeft een apparaat bij zich dat voor haar uitrekent hoeveel eten ze op haar bord moet leggen en in welk tempo ze dat moet opeten. Het apparaat lijkt op een kleine computer en is gekoppeld aan een plaat die werkt als een weegschaal. Iedereen op de afdeling heeft zijn eigen persoonlijke apparaat. Agnes noemt het Het Ding. Haar portie eten weegt 250 gram, die ze volgens de exact op haar afgestemde richtlijn in vijfentwintig minuten moet opeten. Eet ze te langzaam, dan galmt de stem van acteur Michael Nyqvist uit het apparaat met de mededeling dat ze haar tempo moet verhogen. Meestal doet ze er een uur over om alles naar binnen te werken. Michael Nyqvist moet haar een aantal keren op de vingers tikken. De patiënten mochten zelf kiezen naar welke stem ze wilden luisteren uit Het Ding. Ze hadden de keus tussen Rikard Wolff en Michael Nyqvist. Het werd Nyqvist. Ze weet niet waarom. Misschien omdat hij de eerste was die het gevraagd werd. Hij gaf in elk geval toestemming dat ze zijn stem mochten gebruiken bij de behandeling van ernstig zieke anorexiapatiënten. Misschien zag hij het als een goede daad. Af en toe zet Agnes het geluid uit als ze de vermaningen niet meer kan aanhoren. Maar meestal voelt het als gezelschap. Bijna alsof Micke Nyqvist naast haar in de kamer zit en ze niet alleen hoeft te zijn met de verpleegkundige die altijd als een bewaker tegenover haar zit.
De kamer is klein, claustrofobisch, heeft geen ramen. De enige meubels in de kamer zijn een grenenhouten tafel en twee stoelen – aan elke kant een. Een klok aan de muur die onverbiddelijk tikt en met alle gewenste duidelijkheid demonstreert hoe ontzettend lang ze erover doet om het eten naar binnen te werken. De kleurige tafelloper lacht haar uit. De stoelen schrapen over de vloer als ze gaan zitten, Per tegenover haar. Hij is degene die ze het meest mag op de afdeling. Hij is rustig en vriendelijk. Ook niet zo oud als de meeste anderen. Ze gokt dat hij rond de vijfentwintig is, maar ze heeft het hem nooit gevraagd. Hoewel ze bij tijd en wijle niet zo goed weet wat ze met hem aan moet. Hij heeft van die dagen dat hij nogal afwezig lijkt, zoals vandaag. Dan kun je hem gemakkelijker om de tuin leiden.
Agnes kijkt naar haar blad met eten. Daar staat een glas met tweeënhalve deciliter melk die ze op moet drinken. Melk is lastig, zoals alle zuivelproducten. Het voelt zo vet aan, zo compact. Alsof de melk zich als een vlies in haar ingewanden legt en daar blijft liggen. Haar zwaar maakt.
De lunch ligt in een aluminium bakje. Ze tilt het deksel op en staart naar de vis. De saus ziet er romig uit. De angst neemt bezit van haar. Hoe moet ze dit in hemelsnaam naar binnen krijgen? Ze zet Het Ding aan, toetst de code in en onmiddellijk klinkt Michael Nyqvists stem: ‘Zet het bord op de weegschaal.’ Ze volgt zijn aanwijzingen op. ‘Leg het eten erop.’ Ze begint de inhoud uit het aluminium bakje op te scheppen tot de cijfers op het scherm honderd aangeven en groen worden – honderd procent, geen gram meer en geen gram minder. Als ze er maar negenennegentig procent op legt, staakt Het Ding en doet hij het niet meer. Vals spelen is er niet bij.
Zoals altijd is ze ontzet over de enorme hoeveelheid eten die voor haar ligt. Als een onneembare berg torent de maaltijd voor haar uit. Een hoop aardappelpuree, een stuk kabeljauw met eiersaus, twee stukjes tomaat, een paar schijfjes komkommer en een paar blaadjes sla. En daarbij moet ze nog een glas melk opdrinken en een witte boterham met boter eten. En dit allemaal in vijfentwintig minuten.
Ongeïnteresseerd begint Per te eten, terwijl er bij Agnes vanbinnen een oorlog woedt waarbij de dwanggedachten over elkaar heen buitelen. Het gevecht ligt daar voor haar. Nu gaat het erom dat ze zo weinig mogelijk binnenkrijgt zonder dat iemand er iets van merkt.
Agnes is er behoorlijk handig in geworden om een discussieonderwerp te vinden en de verpleegkundige af te leiden door een gesprek te beginnen dat zo levendig wordt dat hij of zij vergeet om elke seconde op te letten. Ze kan erg goed praten als ze daarvoor in de stemming is.
En ze heeft maar een paar ogenblikken nodig om zich te ontdoen van tenminste iets van haar portie eten. In het begin, als de aandacht van de verpleegkundige het scherpst is, doet ze het voorzichtig. Ze begint met de vis in minieme stukjes te verdelen, roert in de aardappelpuree, kleit ermee, draait die net zo lang tot er verschillende vormen ontstaan. Als ze het eten in zo klein mogelijke porties verdeelt, heeft ze het gevoel dat het niet zo lang in haar lichaam blijft. Dan verbrandt ze het sneller. Alles draait erom dat ze die ellende zo snel mogelijk weer haar lichaam uit krijgt.
Met minieme, voorzichtige bewegingen laat ze druppels melk langs de buitenkant van het glas glijden, ze hakt en prakt met het bestek het eten op het bord voordat ze met lange tussenpozen een piepklein stukje in haar mond stopt. Kauwt dan lang, laat vaak wat van de aardappelpuree en de saus op haar lip terechtkomen, die ze vervolgens bliksemsnel weghaalt met een servet. Agnes veegt haar mond vaak af tijdens de maaltijd. Elke gram die ze weet te vermijden is een overwinning. De gemorste saus is een triomf.
Maar Micke Nyqvist protesteert als ze te langzaam eet. ‘Eet een beetje sneller.’
Agnes praat enthousiast over van alles en nog wat om Per af te leiden. Stukjes brood belanden op de vloer terwijl ze iets met nadruk stelt. Als Per naar zijn bord kijkt om de volgende hap te nemen glijdt bliksemsnel een stuk vis in de zak van Agnes’ hoody. Ze leunt ietsje naar voren als ze praat en slaagt er tegelijkertijd in haar vinger door de aardappelpuree te halen en aan de onderkant van de tafel af te vegen. Ze doet alsof ze zich op haar hoofd krabt, maar Per heeft niet door dat ze op dat moment de rest van de boterham in haar nek smeert, onder haar haar. Daar blijft het wel even zitten. Wanneer ze een uur later de kamer verlaten heeft Agnes bijna een derde deel van de opgelegde portie weten weg te moffelen. Het ging vandaag stukken beter dan anders. Per was vrij moe vandaag, in gedachten met zijn eigen dingen bezig.
De angst is gelenigd, tenminste voor dit moment.