Plotseling was het koud geworden in Stockholm, en het had de hele nacht gesneeuwd. Karin logeerde in het hotel in Gamla Stan waar ze altijd verbleef als ze in Stockholm was. Ze had een adres in Södermalm op gekregen en een naam van een café, dat was alles. Ze moest daar op kerstochtend om elf uur zijn.
Voor het eerst zou ze kerst vieren met Hanna, maar niet thuis in haar appartement aan het Mariatorget. Zoveel had Karin al wel begrepen. De voordeur viel achter haar dicht toen ze het stille, met flonkerende sneeuw bedekte steegje in Gamla Stan in stapte. Kerstversieringen hingen tussen de mooie, oude gevels, de kleine etalages van de winkeltjes schitterden en blonken en de sneeuw die in de nauwe straatjes lag knerpte door de kou onder haar stevige schoenen. Zo nu en dan kwam er een voetganger aanlopen vanaf de drukkere hoofdstraat Västerlånggatan. Bijna iedereen die ze tegenkwam keek haar vriendelijk aan, knikte en wenste haar een prettige kerst. Dat had ze nog niet eerder meegemaakt in Stockholm, dat mensen die je niet kende je groetten. In haar hand hield ze een plastic tasje met haar kerstcadeau voor Hanna, het eerste dat ze ooit voor haar dochter kocht. Het was nog niet zo gemakkelijk geweest, ze kende Hanna nauwelijks. Maar de oude emaillen borden in haar keuken hadden Karin op een idee gebracht.
In een antiekzaakje had ze een oud reclamebord voor Göta-chocolade gevonden, daar had ze genoegen mee genomen, op deze eerste kerst samen wilde ze niet met iets overdadigs aankomen. Ze moest niet te hard van stapel lopen, het was allemaal nog zo pril.
Ze liep over Slussen en vervolgde haar weg omhoog door de Katarinavägen. Aan de andere kant van het water lag Djurgården, en het bevroren pretpark Gröna Lund met de stilstaande achtbaan die nog maandenlang niet gevuld zou worden met mensen. Hiervandaan was duidelijk te zien hoe nauw de steegjes van Gamla Stan waren, ze verspreidden zich als inktvistentakels vanaf het Stortorget in het midden naar beneden naar de brede avenue van Skeppsbron. De daken en de grond waren bedekt met sneeuw en de vele kerktorens staken hoog de lucht in.
Ze nam een omweg door Vitabergsparken. Hier was het een drukte van belang. Kinderen gleden met sleetjes van de steile hellingen af. Het was dolle pret en de ouders leken zich net zo te vermaken als de kinderen. Sommigen wierpen zich pardoes op de ijsbaan en het zag er levensgevaarlijk uit als ze zo rakelings over de hobbel naar beneden gleden.
Ze liep verder door de gemoedelijke wijk SoFo. Er was bijna geen verkeer in de stille straten. Het wemelde er van de winkeltjes, cafés, bakkerijtjes en restaurants.
Ze vond het café. Het zat op een hoek, op slechts een steenworp afstand van de Katarinakyrka. Ondanks het bordje met kerst gesloten was de deur open en een belletje tingelde toen ze naar binnen stapte. Vanachter de bar verscheen Hanna’s hoofd.
‘Hoi Karin!’
‘Hoi! Prettige kerst!’
Hanna liet liggen waar ze mee bezig was.
‘Kon je het goed vinden?’
‘Jazeker, geen probleem. Het is gewoon ongelooflijk hoe mooi deze stad is, elke keer als ik hier ben verbaas ik me steeds meer. Ik ben via Vitabergsparken gekomen.’
Karin knikte in de richting van het park.
‘Ik weet het,’ zei Hanna lachend. ‘Dolle boel, hè? Wij hebben er gisteren sleetje gereden. Geweldig!’
Ze omhelsden elkaar, een snelle, wat onhandige omarming.
‘Ga zitten, wil je koffie?’
‘Ja, dank je.’
Karin ontdeed zich van muts, wanten, sjaal en haar grote anorak terwijl ze ondertussen om zich heen keek. In het café hing een intieme sfeer door de warme kleuren op de muren en de oude, ingezakte banken en luie stoelen. Leuke lampenkapjes uit de jaren vijftig, zestig. Overal brandende kaarsen. Tegen een van de muren stond een lange tafel met stapels borden, glazen en bestek. In een hoek stond een opgetuigde kerstboom, waaronder een berg cadeautjes lag.
‘Hier wordt kerst gevierd, zie ik,’ riep ze naar Hanna, die in de keuken was verdwenen.
‘Zeker weten.’
‘Waarom vier je het niet met je familie?’
‘Mijn vader en moeder zitten met kerst in Brazilië. Ja, ze hebben Alex en mij gevraagd of we meegingen, maar daar hadden we beiden geen zin in. Hij is smoorverliefd op zijn vriendin en ik op die van mij.’
Hanna kwam de keuken uit lopen met een mok koffie in haar hand en deze keer was ze niet alleen. Ze hield een jonge vrouw bij de hand en Karin herkende haar meteen. De vriendin uit het restaurant in Mariaberget.
‘Dit is Kim,’ zei Hanna, en op hetzelfde moment begreep Karin het. Ze stond op en stelde zich voor.
‘Dag, ik ben Karin. Hanna’s biologische moeder.’
Het was de eerste keer dat ze zich voorstelde als Hanna’s moeder. Het voelde goed. Hanna reikte haar de mok koffie aan.
‘Vertel eens,’ zei Karin. ‘Wat gaat hier allemaal gebeuren?’
‘Nou, het is namelijk zo,’ begon Hanna. ‘Kim en ik kwamen op het idee om eens een kerst te organiseren voor daklozen in plaats van thuis in onze eigen gezellige cocon van geborgenheid te genieten. Toen zijn we wat gaan rondbellen, onder andere naar Situation Stockholm en verschillende opvangplaatsen, maar we kregen overal te horen dat juist met kerst de daklozen geen behoefte hebben aan gehaktballetjes en broodjes ham, want dan zijn er al zoveel kerken in de stad die een kerstmaaltijd voor hen verzorgen. Vervolgens hebben we ons de vraag gesteld welke mensen de meest kwetsbaren in de samenleving zijn, de mensen aan wie niemand denkt. Volgens ons waren dat de vrouwen met kinderen in de blijf-van-mijn-lijfhuizen en homo-, bi- en transseksuele vluchtelingen. In Stockholm zijn heel veel jonge homoseksuelen uit andere landen die niet terug kunnen naar hun eigen land vanwege hun seksuele geaardheid. Ze zijn verstoten door hun familie. En dan zijn er natuurlijk ook nog de mensen zonder papieren, die onzichtbaar zijn in de samenleving en worden opgejaagd door de politie. Dus hebben we hen uitgenodigd voor een kerstfeest. Wat denk je, zou je misschien vanavond even kunnen vergeten dat je bij de politie werkt?’
‘Dat zal wel lukken,’ zei Karin lachend.
Het was niet de eerste keer dat ze regels overtrad.
Ze liepen naar de krappe keuken, die helemaal vol stond. Ovenvaste vormen met de aardappelschotel Janssons frestelse en aardappelgratin verdrongen schalen met ingemaakte haring, zalm en halve hardgekookte eieren. Op de twee fornuizen stonden koekenpannen met gehaktballetjes en enorme pannen waarin aardappelen pruttelden. De aanrechten stonden vol doosjes chocolade, pakjes servetten en kaarsen, blikken pepparkakor en verschillende soorten brood, zuurdesembrood, saffraanbroodjes en wortbrood.
‘Waar hebben jullie dit allemaal vandaan getoverd?’ vroeg Karin, die onder de indruk was.
‘Bij elkaar gebedeld. Je hebt geen idee hoe gul mensen zijn. We zijn bij verschillende levensmiddelenzaken, bakkerijen, restaurants en winkels langs geweest. Ze hebben het ons bijna toegegooid en van een paar winkels in de buurt hebben we nog heel veel mooi speelgoed voor de kinderen gekregen.’
‘En hoe hebben jullie de mensen gevonden die jullie hebben uitgenodigd?’
‘Daar hebben we onze trucjes en contacten voor,’ zei Hanna met een knipoog.
Ze begonnen het eten klaar te zetten. Het was al bijna zover dat het feest zou beginnen. Even later stak een man met een rode baard, een gladde schedel en armen vol tatoeages zijn hoofd om de hoek.
‘Prettige kerst, meiden! Is er ook een voorafje?’
Hanna omhelsde hem en stelde hem voor aan Karin.
‘Dit is Mats. Hij is portier en staat vanavond bij de ingang. Je weet maar nooit wie er probeert naar binnen te komen. Veel vrouwen zijn doodsbang om naar buiten te gaan, ze zijn op de vlucht voor hun man en de kans is aanwezig dat er een of andere dronkaard opduikt. Vanwege de kinderen kunnen we hier absoluut geen dronken mensen gebruiken.’
Ze schepte een bord vol met gehaktballetjes, rodebietensalade en aardappelgratin, en als laatste pakte ze er nog een blik bier bij.
‘Mats, zoek daarbuiten maar een plaatsje. We zijn dol op je gezelschap, maar nu zou je ons alleen maar in de weg zitten.’
Ongeveer een uur later kwamen de eerste gasten binnen. Voor de grote caféramen aan de straatkant verscheen een kleine donkerharige vrouw met vier kinderen van verschillende leeftijden. Ze bleef staan, keek eerst om zich heen voor ze naar binnen durfde. Ze had een angstige blik in haar ogen, was nerveus. De kinderen, keurig gekleed, waren stilletjes en ernstig. Tot Karins verbazing begon Hanna ongedwongen in het Spaans met het gezin te praten. De vrouw begon te stralen en leek heel even haar vrees te vergeten. Ze bleken uit Chili te komen en de vrouw was mishandeld en achtervolgd door haar ex-man. Nadat hij haar en de kinderen met de dood had bedreigd woonden ze alweer een poos in een blijf-van-mijn-lijfhuis, een paar woonblokken verderop. Omwille van de kinderen had ze toch haar angst overwonnen en was naar de kerstviering gekomen. De kinderen, waarschijnlijk in de leeftijd van vijf tot vijftien jaar, keken met grote ogen naar al het eten en de indrukwekkende berg kerstcadeaus onder de kerstboom.
Hanna wees naar de verschillende gerechten die op de tafel uitgestald stonden en Karin nam aan dat ze uitlegde wat het was. De vrouw hield haar jongste kind aan de hand. Ze humde en knikte en wierp regelmatig een waakzame blik door het raam. Na een poosje leek ze te ontspannen en ze nam wat van het eten. Karin ging bij hen zitten. De vrouw sprak vrij gebrekkig Zweeds, maar de kinderen spraken het al vloeiend en bijna accentloos, ook al gaven ze verlegen en met korte zinnen antwoord op haar vragen.
Gedurende de hele avond druppelden de mensen binnen, af en toe was er een man, maar het waren voornamelijk vrouwen en kinderen die een beschermde identiteit hadden. Drie homoseksuele mannen die er niet ouder uitzagen dan achttien, negentien jaar zaten naast Karin. Ze droegen mooie broeken en gestreken overhemden en vertelden dat ze uit het zuiden van Irak kwamen en dat ze vanwege hun seksuele geaardheid hadden moeten vluchten. Aan de buitenkant kon je niet zien dat ze door hun familie verstoten waren en hier niemand hadden, maar het verdriet in hun ogen was overduidelijk.
Er kwamen vluchtelingen uit Eritrea, Pakistan, Iran en Afghanistan, allemaal zonder rechten en aan hun lot overgelaten. Zelfs een paar Zweedse mishandelde vrouwen van het opvanghuis voor vrouwen liepen er rond, en een paar Finse vrouwen met een schare kinderen, die blij waren met de kerstboom, al het snoepgoed en dat er alleen maar aardige volwassenen om hen heen waren.
Hanna oogstte veel succes als kerstman, die tot groot enthousiasme van de kinderen pakjes uitdeelde. Karin nam haar op toen ze daar zo zat met op elke knie een kind met wie ze voor haar onbegrijpelijk Spaans kwebbelde.
Dat dat mijn dochter is, dacht ze.