Het was druk op de dansvloer in de befaamde Munkkällaren op het Stora Torget midden in Visby. Van een vreedzame kerststemming was niet veel te merken. Bij de bar verdrongen zich jongeren die al aardig wat alcohol op hadden en een enorme behoefte hadden om eens even lekker los te gaan na al dat binnen zitten met de familie. Uit de luidsprekers dreunde popmuziek die in niets leek op de stemmige kerstliederen. Eerste kerstdag was de grote partydag, zowel voor de Gotlandse jeugd die van het eiland was weggetrokken om op het vasteland te gaan werken of studeren en nu tijdelijk thuis was om kerst te vieren als voor al degenen die hier waren blijven wonen. Het was een van de zeldzame gelegenheden om elkaar te zien en bij te praten over hoe het iedereen sinds de zomer vergaan was. Om eens andere mensen te ontmoeten, met wie je verder geen contact had.
Van wat er in het leven van Jenny Levin was gebeurd waren de meesten natuurlijk wel op de hoogte. Haar succes was niet onopgemerkt gebleven en het eiland was nu ook weer niet zo groot dat er niet in alle huizen over gepraat werd als een Gotlander landelijk bekend werd. Het opvallende misdrijf op Furillen waarin Jenny een sleutelrol speelde zorgde er natuurlijk voor dat er de laatste maand explosief veel over haar geschreven was. Ze was talloze keren te zien geweest op de nieuwsadvertenties en op internet gonsde het van de geruchten. Dat werd bepaald niet minder na de moord op Robert Ek. De media wijdden diverse artikelen aan speculaties, waarin haar naam keer op keer opdook. Ook al was Jenny bang dat ze misschien journalisten tegen het lijf zou lopen, ze wilde voor geen goud de traditie doorbreken om op eerste kerstdag met haar vriendinnen uit te gaan. Ze weigerde deze avond hierdoor te laten verpesten. Een van de hoogtepunten van het jaar. En er zouden toch nauwelijks journalisten zijn die op deze kerstdag een bezoek brachten aan de Munkkällaren, dé heilige ontmoetingsplaats van de jeugd op deze dag.
Hoewel het dit jaar anders was. Ze merkte het meteen toen ze naar binnen stapte. Jenny had zich bewust eenvoudig gekleed en zich bijna niet opgemaakt om niet op de voorgrond te treden als een diva. Iedereen wist toch wie ze was en ze was zich er heel erg van bewust dat alle ogen op haar gericht waren. Ook al deden haar oude vriendinnen heel erg hun best om gewoon te doen, ze zag vele vragende blikken. Waren het succes en het beroemd zijn haar naar het hoofd gestegen? Was ze echt nog de oude Jenny? Ze realiseerde zich dat het logisch was en dat zij in hun plaats waarschijnlijk hetzelfde gedacht zou hebben, dus ontspande ze en probeerde gewoon plezier te hebben. Ze kende veel mensen, maar de meeste waren slechts min of meer bekende gezichten of vrienden van vrienden. De jongens leken wat verlegener dan de meisjes, ze durfden nauwelijks dichterbij te komen, maar ze voelde hun bewonderende blikken. Alsof ze een soort van onbereikbaar icoon was. Dat veranderde vast wel naarmate er meer drank was ingenomen.
Al een paar keer tijdens de avond had ze gemerkt dat een meisje dat ze herkende van school naar haar keek en de indruk wekte dat ze contact met haar wilde hebben, maar het niet echt goed durfde. Het was een leuk, klein meisje met lang blond haar. Ze stond met een glas witte wijn bij de bar te praten met een paar andere meisjes terwijl haar blik voortdurend Jenny’s kant op gleed. Ten slotte werd het zo lachwekkend dat Jenny maar naar haar toe liep.
‘Hoi, kennen we elkaar?’
Het meisje leek overrompeld, gegeneerd.
‘Nee, we kennen elkaar niet. We hebben samen op het Richard Steffengymnasiet gezeten, maar ik zat een klas onder jou, dus…’
‘Oké.’ Jenny stak haar hand uit en stelde zich voor.
‘Malin,’ zei het meisje, en ze lachte onzeker.
‘Ik kreeg het gevoel dat je met me wilde praten, maar misschien heb ik dat verkeerd begrepen?’
‘Nee, helemaal niet. Dat klopt. Ik wilde inderdaad met je praten. Is dat goed?’
‘Ja, natuurlijk.’ Jenny was nieuwsgierig en tegelijkertijd ongerust.
‘Zullen we daar gaan zitten?’
Malin wees naar een ruimte verderop, waar het wat rustiger was.
‘Goed.’
Ze gingen op een bank zitten. Malins gezicht had een andere uitdrukking gekregen toen ze zich tot Jenny richtte.
‘Ken je Agnes? Agnes Karlström?’