Johan Berg verslikte zich in zijn koffie toen hij op maandagochtend geheel naar gewoonte de tv aanzette voor het journaal. Dat hij nu vrij was en thuis bij zijn moeder in Rönninge logeerde maakte niets uit. Het journaal moest hij gewoon altijd zien. Dat zat in zijn bloed.
‘Wel verdomme!’
Hij reikte naar de afstandsbediening en zette het geluid harder. Zijn collega van de redactie in Stockholm, Madeleine Haga, was in beeld. Ze stond in het donker voor een gebouw in het centrum.
‘Op dit moment wordt erover gespeculeerd of de moord plaatsvond tijdens het kerstfeest dat op vrijdagavond voor de medewerkers van het modellenbureau werd gehouden in een club aan het Stureplan, op slechts een steenworp afstand van het kantoor. Het is mogelijk dat Robert Ek het hele weekend dood in zijn werkkamer heeft gelegen. Tegelijkertijd vraagt de politie zich af…’
Emma kwam uit de woonkamer aanlopen met een mok koffie in haar hand. De kinderen sliepen nog in een van de logeerkamers op de bovenverdieping. Hun grootmoeder was ook nog niet wakker.
‘Wat is er?’ vroeg ze, en ze ging naast hem op de bank zitten.
‘De baas van Fashion for life is dood. Hij is dood aangetroffen in zijn werkkamer op het bureau.’
‘Dat meen je niet. Mijn hemel, dat is gewoon verschrikkelijk.’
‘Ja, hij is gisteravond gevonden. En de dader loopt nog vrij rond.’
‘Dat klinkt niet goed. Wat is er toch met dat bureau? En Jenny werkt voor ze. Het begint nu toch echt wel een beetje griezelig te worden, vind ik. Ik ga Tina bellen.’
Ze stond op en liep de kamer uit.
Zelf belde Johan de hoofdredacteur in Stockholm, Max Grenfors. Hij klonk buiten adem. Johan zag voor zich hoe hij door de gangen van het grote omroepgebouw rende.
‘Ontzettend vervelend allemaal! Over een paar minuten hebben we een vergadering en daarna moeten we maar zien hoe we dit aanpakken. Op dit moment is Madeleine ter plaatse en ik heb hier twee verslaggevers van de redactie. Ik bel je direct na de vergadering en dan moeten we maar even kijken hoe we het doen wat Gotland betreft.’
‘Welke geruchten gaan er rond?’
‘Er zijn speculaties dat het hier om een persoonlijke vendetta tegen die twee personen zou gaan, dat ze iets hebben uitgehaald dat uiteindelijk tot deze daad heeft geleid. Ze hebben een gezamenlijke geschiedenis die heel ver teruggaat.’
‘O? Dan weet je meer dan ik.’
‘Ik praat je later wel even bij, oké, ik moet nu weg. Trouwens, jij bent nu in Stockholm, kun je niet even op de redactie langskomen? We hebben geen idee hoe groot dit kan worden.’
Opgewonden stemmen klonken tijdens het gesprek op de achtergrond. Kennelijk waren er meer mensen die Grenfors’ aandacht vroegen. Johan voelde het kriebelen, hij wilde dolgraag, wilde erbij zijn. In het midden van de actie. Hij vroeg zich af wat Emma van Grenfors’ idee zou vinden.
Hij keerde terug naar zijn moeders keuken, die overdadig in kerstsfeer gebracht was met rode gordijnen, kerstster, kerstmannen en hartjes die voor het keukenraam hingen. Het rook er nog steeds naar pepparkakor na de grote bakdag die ze gisteren hadden gehouden.
Nog twee dagen en dan was het kerst.