De man die Eduardo Morales vasthield keek stomverbaasd toen Dolores het boothuis uit kwam stormen, maar zijn greep rond de tengere nek van de Spanjaard verslapte niet.
Dolores Morales sprak uitstekend Engels door haar tijd als rondreizend milieuactiviste bij Greenpeace en riep verontwaardigd uit: ‘Wat doet u met mijn man? Laat hem onmiddellijk los!’
Ze rende op de sterke Zweed af en deed verwoede pogingen om hem weg te trekken van haar man. Er was geen enkele beweging in de man te krijgen.
‘Bent u niet goed bij uw hoofd? Laat hem los, anders bel ik de politie!’
Bij het woord politie luisterde de man en zijn greep om Eduardo verslapte. Hij richtte zich tot Dolores.
‘Wie zijn jullie?’ vroeg hij in gebroken Engels. ‘Wat doen jullie hier?’
‘Wij zijn Spaanse toeristen die verschillende vissersplaatsjes op Gotland bestuderen. We heten Dolores en Eduardo Morales en komen uit Sevilla.’
Nu liet de man Eduardo helemaal los en hij stak zijn hand uit naar Dolores.
‘Sorry. Ik heet Björn Johansson. Ik woon daar verderop, in Lergrav.’ Hij wees met een ruwe werkhand in de richting van de kust. ‘Daar staan ook mooie vissershuisjes.’
Er brak een lach door op zijn verweerde gezicht en rondom zijn ogen verschenen wel duizend kraaienpootjes.
Dolores was nog steeds kwaad en Eduardo hoestte en greep naar zijn hals, alsof hij wilde benadrukken dat de aanval niet zonder gevolgen was gebleven.
‘Waarom bent u boven op mijn man gesprongen?’ vroeg ze fel, en ze keek de man met haar priemende Spaanse bruine ogen aan. ‘Is het uw gewoonte om toeristen aan te vallen?’
De man maakte een afwerend gebaar met zijn handen.
‘Nee, nee, absoluut niet. Er is iets vreselijks gebeurd, begrijpen jullie, something terrible, daar op het eiland dat jullie daar verderop zien, Furillen.’
‘Furillen?’ probeerde Dolores na te zeggen. Het was het vreemdste woord dat ze ooit gehoord had. ‘Wat is daar dan gebeurd?’
‘Er is daar een paar nachten geleden een man bijna doodgeslagen. Hij werd een aantal malen met een bijl geraakt en de politie denkt dat de moordenaar per boot hiernaartoe gevlucht is.’
Dolores sperde haar ogen wijd open, keek angstig. Haar man stootte haar voorzichtig aan en zei iets in het Spaans.
‘Sorry,’ zei ze, ‘ik moet het even vertalen voor mijn man. Hij spreekt geen Engels.’
Dolores ratelde een heel verhaal in het Spaans af terwijl ze druk gebaarde, wat leidde tot een nog langere, volstrekt onbegrijpelijke woordenstroom van haar man.
‘Dan moeten we u onmiddellijk iets laten zien, iets wat we hebben gevonden,’ zei ze, en ze trokken allebei opgewonden aan de jas van Björn Johansson. ‘Kom maar mee.’
De grote man volgde hen het boothuis in. Voorzichtig opende Dolores het deksel van de hutkoffer en toonde hem de inhoud.
Björn Johansson raakte de kleren niet aan. Een blik en hij wist genoeg.
Zonder een woord te zeggen pakte hij zijn mobiel en toetste het nummer van de politie in.