De veerboot voer de haven van Visby uit. De drie zwarte torens van de domkerk waren nauwelijks te onderscheiden door de dichte sneeuwval. Volgens de weerberichten zou het kouder worden. Zelfs in Stockholm had het al een paar dagen gesneeuwd en alles wees erop dat ze dit jaar een witte kerst zouden krijgen. Zoals altijd waren er veel passagiers aan boord. Het uitgestrekte parkeerterrein op de kade had vol gestaan met personenauto’s, een verdwaalde paardentrailer en een groot aantal vrachtwagens. Johan begreep maar niet hoe dat kon. Het was bijna net zo druk als in de zomer.
Ze liepen snel naar het restaurant om een goed plaatsje voor het raam te bemachtigen. Ze hadden weliswaar zoals gewoonlijk verplicht stoelen moeten boeken, maar met kinderen was het gemakkelijker om in het restaurantgedeelte te verblijven. Daar waren speelhoeken die erg populair waren bij de kinderen.
‘Wil je nu meteen eten?’ vroeg Johan terwijl hij Anton vastbond in een kinderstoel die hij te pakken had weten te krijgen. Die waren hier op de boten altijd erg in trek.
‘Ja, dat is misschien wel slim. Straks wordt het zo druk.’
Ze hadden geluk gehad toen ze als een van de eersten de boot op mochten rijden.
‘Kun jij niet alvast in de rij gaan staan?’
Emma haalde stiften, tekenpapier, puzzelboekjes en plastic speelgoed uit de tas zodat Elin en Anton zich even konden vermaken, die paar minuten die Emma nodig had om de menukaart verder te bekijken. Het aanbod was nooit erg uitgebreid: spaghetti bolognese, gepaneerde vis met gekookte aardappels en remouladesaus en de vegetarische dagschotel. De kwaliteit was te vergelijken met de maaltijden op school. Die kwamen haar zo langzamerhand aardig de neus uit. Ze kon net zo goed een broodje garnalen nemen. Hoewel het restaurant tegenwoordig ook een goede gourmetschotel had. Misschien was dat iets.
Johan was vast vooruitgelopen en had zich achteraan opgesteld in de aanzienlijke rij die zich al gevormd had. Dit was ongeveer net zoals in ikea, dacht hij. Praktisch, ingesteld op kinderen en geen verrassingen. Overal zag je kinderen. Veel jonge gezinnen hadden al een tafel gevonden en begonnen hun meegebrachte boterhammen, thermoskannen en potjes babyvoeding uit te pakken. Zij wilden allemaal geen eten kopen in het restaurant. Veel Gotlanders gingen naar Stockholm om kerstinkopen te doen en besteedden hun geld liever aan de kerstcadeaus.
Johan keek er erg naar uit om weer naar huis te gaan. Dat dacht hij nog steeds, naar huis, hoewel hij nu alweer een aantal jaren op Gotland woonde en daar zelfs een gezin gesticht had. In zijn hart was Stockholm thuis.
Ze waren onderweg naar Johans moeder, die in Rönninge woonde, een voorstad van Stockholm, om kerst te vieren. Daar zouden ze ruim een week blijven en hij verheugde zich erop. Niet alleen op het weerzien met zijn moeder, met wie hij vrij goed contact had, maar ook op dat met zijn vier broers. Min of meer tegen zijn zin had hij de rol van vaderfiguur op zich genomen toen zijn vader een paar jaar geleden was overleden. Het was alsof iedereen zich aan hem vastklampte, misschien omdat hij de oudste van het stel was.
Vanochtend had hij met zijn beste vriend Andreas gesproken, een van de mensen die hij het allermeest miste. Ze hadden afgesproken dat ze een avond zouden gaan stappen, eerst ergens wat eten en dan wat rondhangen in een paar van zijn oude geliefde kroegen in Södermalm. Iets beters kon Johan zich niet voorstellen. Een deel van hem zou altijd terugverlangen naar Stockholm.
Hij groette een paar vage bekenden en zag door het raam Visby langzaam verdwijnen. Er was iets met dit water tussen het vasteland en Gotland. Op zich was het helemaal niet zo’n grote afstand, met de boot was je ruim drie uur onderweg. Toch had je het gevoel alsof het een erg lange reis was; de overvaart, de weg over zee, had op zich iets exotisch, iets wat moeilijk uit te leggen was. Misschien was dat de reden dat veel vastelanders ’s zomers zo graag naar Gotland gingen. Je had echt het gevoel dat je weg was, bijna alsof je naar een ander land ging.
Na het eten, dat nu niet bepaald een grote culinaire belevenis was, maar waarna iedereen wel lekker verzadigd was, nam Elin Anton mee naar de speelhoek, waar een kerstman sprookjes voorlas aan de kinderen. Johan bekeek een standaard met pockets, koos een boek uit met de titel Die je niet ziet. Klonk wel spannend, die moest het maar worden. Emma haalde koffie en kocht een paar tijdschriften. Op een van de omslagen pronkte Jenny Levin.
‘Ze is knap, maar wel heel anders dan zoals ze hierop staat afgebeeld,’ mompelde Emma.
‘Wat vinden Tina en Fredrik eigenlijk van haar modellencarrière?’ vroeg Johan terwijl hij vluchtig de achterflap van het boek las.
‘Ze zijn natuurlijk heel erg blij voor haar.’
‘Zijn ze niet op z’n minst ongerust over wat er allemaal met haar kan gebeuren? Ik bedoel met mannen, drugs en zo.’
‘Ja, maar Jenny is een sterke meid met haar op de tanden. Ze kan heel goed op zichzelf passen, ze is altijd erg zelfstandig geweest. Ik denk dat ze daar wel mee om weet te gaan.’
‘Zoals die toestand met Markus Sandberg? Het lijkt er toch wel op dat hij misbruik van haar heeft gemaakt.’
‘Oké, dat was een vergissing. Maar mag zij ook fouten maken? Ze is pas negentien!’
‘Ja, precies.’
‘Wat wil je daarmee zeggen?’
Johan roerde in zijn koffie.
‘Ik weet niet. De gedachte kwam gewoon bij me op dat er misschien wel meer is wat we niet weten over Jenny.’
‘Zoals wat dan? En waarom zitten we daar nu hier over te praten? We hebben voor het eerst sinds ik weet niet hoe lang samen vrij. Ontspan je, je bent geen rechercheur.’
‘Wil jij niet weten wat er gebeurd is? Het is de dochter van je vriendin, die midden in deze shit is beland.’
‘Ja, natuurlijk.’
Emma greep over de tafel heen zijn hand.
‘Maar je bent toch niet van plan om met kerst te gaan werken, wel?’
Johan wachtte met het antwoord. Na een vrij vermoeiende herfst met zieke kinderen en een teveel aan dagelijkse sleur waren ze echt aan vakantie en ontspanning toe. Hij had het er met de kinderen over gehad wat ze allemaal zouden gaan doen: sleetje rijden, sleetje steppen, een sneeuwhut bouwen, een sneeuwpop en sneeuwlantaarns maken. Schaatsen en langlaufen in de mooie loipes bij oma.
‘Natuurlijk ben ik niet van plan om te gaan werken, schat,’ zei hij. ‘Natuurlijk niet. We zullen een rustige, heerlijke kerst hebben en alleen maar aan onszelf denken.’
‘Goed,’ zei Emma, en ze kneep even in zijn hand.