Hoofdstuk 59
Artie was hier nog nooit op een zondag geweest. De plek was verlaten. Het was perfect. Hier hield hij van. Eerst was hij van plan geweest de auto gewoon neer te zetten en zijn spullen op te bergen. Maar het was er zo stil dat hij zich helemaal op zijn gemak voelde en zijn fastfood mee naar binnen nam.
Hij was weer terug bij cheeseburgers. Klaar met de taco’s. Op het laatste moment durfde hij het toch niet aan om in het kleine quarantainelab te eten, en hij besloot in het lab daarnaast te gaan zitten. Het bleekwater stonk te erg, hield hij zichzelf voor. Het had natuurlijk niets te maken met de dode aap in de vrieskist in de hoek. Zijn sleutelkaart werkte op alle deuren hier beneden, dus binnenkomen was geen probleem.
De levende apen aan het eind van de gang waren voor de verandering eens rustig. Artie at zijn dubbele cheeseburger, extra ketchup, extra augurken – ze bedonderden je met de augurken als je er niet op stond dat je extra kreeg – en frietjes. Hij schrokte alles naar binnen en verhuisde daarna naar het andere lab. Uit zijn rugzak haalde hij het kleine notitieboekje dat hij altijd bij zich had. Daarnaast stalde hij zijn laatste verzameling uit.
Zijn tochten met de auto leverden een schatkamer met nuttige dingen op. Hij bewaarde ze in een van de kleine kluisjes om alles – van haren tot vingernagels – bij de hand te hebben wanneer het volgende pakket werd verstuurd. Nu legde hij ze op de tafel om ze te bewonderen. Hij had elk artikel in een plastic zak gedaan en gelabeld, zodat ze eruitzagen als het bewijsmateriaal van de plaats delict dat ze ooit zouden worden. Bijzonder trots was hij op een tand die hij in een hoektoilet van een wegrestaurant aan de Interstate 95 had gevonden. Hij had haarmonsters uit vier verschillende staten. In elk van zijn pakketjes had hij iets gestopt, waardoor de technische recherche zou geloven bewijsmateriaal in handen te hebben, zou denken dat hun dader slordig was geworden terwijl hij in feite de beste en meest ervaren onderzoekers te slim af was.
Hij opende zijn notitieboek bij de lijst met de ontvangers van de pakketjes. Onderweg naar Wallingford, Connecticut, had hij plotseling een idee gekregen. Hij dacht dat hij een verband kon hebben gevonden, nog een stukje van zijn mentors puzzel kon hebben opgelost. Nu wilde hij dolgraag weten of hij gelijk had.
Zijn ogen vlogen over de lijst:
Vera Schroder, Terra Haute, Indiana
Mary Louise Kellerman, Elk Grove, Virginia
Rick Ragazzi, Pensacola, Florida
Conrad Kovak, Cleveland, Ohio
Caroline Tully, Cleveland, Ohio
Daarna haalde hij zijn pockets met misdaadverhalen tevoorschijn, en de artikelen die hij van het internet had gedownload. Hij had al een verband gelegd tussen Mary Kellerman van Elk Grove, Virginia, en Mary Kellerman van Elk Grove Village, Illinois. Het gebruik van James Lewis’ retouradres bevestigde de link met de Tylenolmoorden. Recht in de roos! Dat was een eitje geweest.
De rest van de pakketjes was anders. Voor zover Artie kon nagaan, hadden alle andere enveloppen retouradressen van mensen die de ontvanger kende. Dat van Rick Ragazzi was van een Victor Ragazzi. Gemakkelijk, dat moest wel een familielid zijn. Dat van Caroline Tully was van een R.J. Tully. Hetzelfde gold bij Patsy Kowak. Hoewel Conrad zijn naam als Kovak spelde, moest hij wel een familielid zijn.
Dat was helemaal een briljante zet geweest. Het bedoelde slachtoffer, Conrad Kovak, stond in feite als de afzender op de envelop, in plaats van als de ontvanger. Artie was geïnstrueerd er te weinig porto op te doen, zo weinig dat de brievenbesteller het pakketje niet bij Patsy Kowak zou afleveren maar het terug naar Conrad zou sturen.
Dat kleine beetje extra vond Artie geweldig. En hij had het ook herkend. De Unabomber had op zijn minst één pakket met onvoldoende porto erop verstuurd. De persoon die Theodore Kaczynski werkelijk had willen opblazen, was degene die hij als de afzender erop had gezet. Hij had geweten dat de politie en FBI zich zouden storten op de ontvangers van de pakketten, dat ze zouden proberen uit te vinden wie hun vijanden waren, waarom zij als doelwit waren gekozen. Het gaf de frase ‘retour afzender’ een hele nieuwe betekenis.
Artie glimlachte. Ja, het was briljant, absoluut briljant.
De enige andere uitzondering die hij niet had kunnen ontrafelen, was Vera Schroder. Het was het enige pakketje dat geen retouradres had. Hij dacht dat de oplossing misschien iets te maken had met het adres van de ontvangster: Terre Haute, Indiana. Tijdens zijn lange, stille autotocht was die naam, Terre Haute, maar in zijn hoofd blijven rondspelen. Onlangs had hij iets over die stad gelezen, maar hij kon zich niet herinneren waar of wat.
Hij begon vooraan in het notitieboekje en bladerde door alle zaken en de informatie die hij daarbij had onderstreept. De eerste zaak in het notitieboekje was die van de Tylenolmoorden. De zaak bleef onopgelost. Van 29 september tot 1 oktober waren er zeven mensen gestorven nadat ze een capsule extra sterke Tylenol gemengd met cyanide hadden ingenomen. Eén familie verloor drie mensen. De allereerste persoon die stierf, was de twaalfjarige Mary Kellerman, die één capsule had ingenomen toen ze op 29 september wakker werd met een zere keel en een loopneus.
Artie kende de namen van alle zeven slachtoffers uit zijn hoofd. Hij kende de zes drogisten in en rond Chicago waar de besmette capsules vandaan waren gekomen – met uitzondering van één winkel die niet werd genoemd. Het vermoeden was dat de moordenaar dozen met Tylenolcapsules uit de winkels had gestolen, ze mee naar huis had genomen, de cyanide had toegevoegd en ze daarna weer terug in de schappen van de winkels had gezet. Hoogstwaarschijnlijk had de moordenaar dit binnen een week of een paar dagen voor 29 september gedaan.
Wat Artie meer interesseerde waren de zaken die volgden, de zaken waarvan nooit was bevestigd of ontkend dat ze iets met het gebeuren in Chicago te maken hadden. Gedurende de maanden die volgden, had de FDA tweehonderdzeventig meldingen van verontreinigde producten binnengekregen: van vergiftigde chocolademelk en met insecticide vermengd sinaasappelsap tot Halloweensnoep met naalden erin.
Hij bladerde verder. De zaken waarbij ook Tylenol was betrokken, maar dan buiten de regio van Chicago, betroffen een vrouw in Pittsburgh, een oudere man in Detroit en twee gezinsleden in – ja, hier stond het – Terre Haute, Indiana. Een plaatselijke zakenman en zijn vrouw werden door hun dochter dood in hun huis aangetroffen. Naast het bed stond een potje extra sterke Tylenolcapsules, vermengd met cyanide.
De naam van de dochter na haar huwelijk was Schroder, Vera Schroder. Dat was het verband. Het was precies waarnaar Artie op zoek was geweest. Waar hij niet op was voorbereid, was dat hij de achternaam van het echtpaar herkende.
Het was dezelfde achternaam als die van zijn mentor.