Hoofdstuk 46

 

 

 

USAMRIID

 

Benjamin Platt wist niet zeker hoelang hij met de deur dicht en de lichten uit in zijn eigen kantoor had gezeten. Hij staarde uit het raam, een veel kleiner exemplaar dan dat van de commandant, en zag het natte grijze daglicht opgaan in blauwe schemering. Eerder had hij zijn hoofd tegen de stoelleuning gelegd en zijn ogen gesloten, in de hoop zo het voortdurende gezoem in zijn hoofd te kunnen stoppen. Hij moest zijn ogen rust gunnen, zijn lichaam en geest rust gunnen, al was het maar voor een paar minuten.

De uitputting speelde hem parten. Gedeeltes van herinneringen waren als flikkerende dia’s op de achterkant van zijn oogleden verschenen. Ali met een witte puppy in haar armen. Ali in haar favoriete zomerjurkje. Ze zag eruit als een engeltje. En net zo snel veranderde dat beeld in Ali die helemaal onder de modder zat, een grote grijns op haar met zwarte vegen besmeurde gezicht, haar handen naar hem uitgestoken met daarin de lelijkste kikker die hij ooit had gezien. ‘Kijk, pappa, wat Digger en ik hebben gevonden.’

Door de plotselinge spanning in zijn borst waren zijn ogen opengevlogen. Hij was overeind geschoten en zat nu kaarsrecht op zijn stoel. Zijn handen, gekromd en met witte knokkels, omklemden de rand van zijn bureau, alsof hij anders om zou vallen.

Hij was bij het leger gegaan om geld te verdienen, zodat hij zijn studie medicijnen kon betalen. Maar hij geloofde, geloofde écht in elke missie. Vaderlandsliefde was niet zomaar een woord voor hem. Hij respecteerde autoriteit. Hij begreep wat eer betekende. Hij waardeerde discipline. En hij had nog nooit een direct bevel genegeerd. Dat had hij zelfs nog nooit overwogen… tot vandaag.

Hij stond op en begon te ijsberen. Zijn rusteloze energie won het van zijn uitputting. In één stap stond hij bij zijn bureau. Hij deed een lamp aan en liep weer verder. Hij moest even nadenken over welke dag het was. Hoeveel tijd was er voorbijgegaan sinds McCathy en hij de Kellermans uit hun huis hadden gehaald?

Vierentwintig uur? Zesendertig uur?

Het voelde aan als een week. Toen probeerde hij zijn gedachten bij elkaar te rapen. Het was noodzakelijk dat hij zich concentreerde.

Wat had Janklow precies gezegd? Welke woorden had hij gebruikt?

Janklow had gezegd: ‘Stel dat?’ Platt was er zeker van dat de commandant die precieze woorden had gebruikt.

‘Stel dat’ klonk niet als een bevel.

Wanneer het erop aankwam, wist Platt, zou hij degene zijn die verantwoordelijk zou worden gehouden voor deze missie, of hij Janklows suggesties of aanbevelingen nu opvolgde of niet. Als dit op een krijgsraad zou uitdraaien, zouden Platts nek en carrière op het spel staan, niet die van Janklow. Het aloude ‘ik volgde alleen een bevel op’ had de laatste tijd geen soldaten meer gered.

Dus moest hij een besluit nemen. Als hij het voorzichtig aanpakte, kon hij Janklow te slim af zijn. Hij moest een manier vinden om het Janklow onmogelijk te maken te onthullen wat zijn oorspronkelijke bevel – of gesuggereerde bevel – was geweest.

Platt probeerde zich alles te herinneren wat hij over het vaccin wist. Hij kende de inhoud van het rapport, hoewel hij het al bijna een jaar geleden had gelezen. Het vaccin was alleen op makaken getest. Het belangrijkste was dat het succes afhing van hoe snel de apen na blootstelling het vaccin kregen. Dertig minuten na blootstelling beschermde het negentig procent van de apen. Vierentwintig uur na blootstelling overleefde vijftig procent.

De Food and Drug Administration, de afdeling van het Ministerie van Gezondheidszorg die zich daarmee bezighield, had het gebruik van het vaccin voor mensen nog niet goedgekeurd, afgezien van de keren dat er in een lab iets was misgegaan met een onderzoeker. Gelukkig waren ongelukjes met Ebola zeldzaam. Maar helaas waren er juist daarom niet genoeg gegevens over het gebruik van het vaccin bij mensen. Zelfs als Platt besloot het nu te gebruiken, vereiste het, vooral omdat het burgers betrof, iets wat een noodvergunning voor buitengewoon gebruik werd genoemd, en die kon alleen door de FDA worden verstrekt.

Hij keek op zijn horloge – een automatisch gebaar.

Twee van zijn patiënten waren meer dan zesendertig uur geleden met het virus in aanraking gekomen, de andere twee al een aantal dagen daarvoor. Hij kon zich de tijd niet veroorloven die het duurde totdat de FDA zijn verzoek zelfs maar in overweging wilde nemen.

Hij stopte met ijsberen en stond stil voor het raam, maar hij besteedde weinig aandacht aan de duisternis, die buiten de laatste stukjes en beetjes van de schemering opslokte.

Toegang tot het vaccin verkrijgen zou geen probleem zijn. Het lag een paar verdiepingen boven hem. En ze hadden er genoeg van op voorraad, want USAMRIID was een van de onderzoeksfaciliteiten die bij de ontwikkeling betrokken was geweest.

Plotseling weer heel moe ging hij zitten. Hij plantte zijn ellebogen op het bureau, wreef over zijn slapen en daarna in zijn ogen. Het gezoem klonk nog steeds in zijn hoofd.

Nogmaals keek hij op zijn horloge. Toen nam hij zijn besluit. ‘Stel dat?’ was geen direct bevel. Janklow had het precies zo verwoord als hij het wilde verwoorden. Hij wilde dat Platt de beslissing nam.

Zijn beslissing.

Het was hem duidelijk wat hij moest doen. En het was hem ook duidelijk dat hij McCathy niet zou raadplegen, informeren of erbij betrekken.

Quarantaine
CoverPage.html
section-0001.html
section-0002.html
section-0003.html
section-0004.html
section-0005.html
section-0006.html
section-0007.html
section-0008.html
section-0009.html
section-0010.html
section-0011.html
section-0012.html
section-0013.html
section-0014.html
section-0015.html
section-0016.html
section-0017.html
section-0018.html
section-0019.html
section-0020.html
section-0021.html
section-0022.html
section-0023.html
section-0024.html
section-0025.html
section-0026.html
section-0027.html
section-0028.html
section-0029.html
section-0030.html
section-0031.html
section-0032.html
section-0033.html
section-0034.html
section-0035.html
section-0036.html
section-0037.html
section-0038.html
section-0039.html
section-0040.html
section-0041.html
section-0042.html
section-0043.html
section-0044.html
section-0045.html
section-0046.html
section-0047.html
section-0048.html
section-0049.html
section-0050.html
section-0051.html
section-0052.html
section-0053.html
section-0054.html
section-0055.html
section-0056.html
section-0057.html
section-0058.html
section-0059.html
section-0060.html
section-0061.html
section-0062.html
section-0063.html
section-0064.html
section-0065.html
section-0066.html
section-0067.html
section-0068.html
section-0069.html
section-0070.html
section-0071.html
section-0072.html
section-0073.html
section-0074.html
section-0075.html
section-0076.html
section-0077.html
section-0078.html
section-0079.html
section-0080.html
section-0081.html
section-0082.html
section-0083.html
section-0084.html
section-0085.html
section-0086.html
section-0087.html
section-0088.html
section-0089.html