Hoofdstuk 66

 

 

 

Maandag 1 oktober 2007

 

Platt reed Maggie naar huis, een tocht van zestig minuten in de kleine uurtjes van de ochtend. Beschermd door de duisternis. Het voelde aan als een geheime missie, dramatischer dan nodig was. Toch keek hij voortdurend in zijn achteruitkijkspiegel. Elke keer wanneer hij te lang dezelfde koplampen achter zich zag, sloeg zijn hart over. Maar er gebeurde niets. De auto’s sloegen op een gegeven moment af of reden voorbij. Hij leed aan achtervolgingswaanzin.

Eerder had hij opdracht gegeven om per vliegtuig rechtstreeks een lading vaccin naar Bix in Chicago te sturen. Het CDC had Platt het officiële verzoek gefaxt. Als hoofd van de missie had Platt de autoriteit om daaraan te voldoen. Ondertussen was hij erachter gekomen dat Janklow al toestemming voor een kleinere lading had gegeven, maar met de opdracht dat deze alleen aan de directeur van de Binnenlandse Veiligheidsdienst mocht worden gegeven. Niet aan het CDC. Bureaucratische formaliteiten? Rancune? Het kon Platt eigenlijk niet schelen. Hij gokte erop dat Janklow, ondanks de dreiging van een epidemie, politiek correct wilde blijven handelen.

Het was Platt ook meteen opgevallen dat er nergens over de vier slachtoffers in USAMRIID werd gerept in Janklows bevel dat het vaccin aan de Binnenlandse Veiligheidsdienst moest worden vrijgegeven. Het zou de perfecte mogelijkheid geweest zijn, nu zowel de Binnenlandse Veiligheidsdienst als het CDC ermee te maken had. Maar Janklow hield nog steeds stil wat er in zijn eigen achtertuin gebeurde. In hoeverre McCathy erbij betrokken was, wist Platt niet precies. Nadat hij ervoor had gezorgd dat de vier slachtoffers die aan zijn hoede waren toevertrouwd veilig waren, zou er tijd zijn om een stevig gesprek met beide mannen aan te gaan.

Moreel gezien kon Platt directeur Cunningham, Ms. Kellerman of Mary Louise niet laten gaan. Ze hadden alle drie de gespecialiseerde zorg van USAMRIID en de dagelijkse dosis vaccin nodig. Agent O’Dell, daarentegen, had nu alleen het vaccin nodig. Als zij de enige overlevende bleek te zijn, wat zou Janklow dan met haar doen? Platt nam liever zelf dat besluit dan het aan Janklow over te laten.

Hij wierp een blik op Maggies silhouet, alleen zichtbaar door de groene dashboardlampjes. Ze was anders nu de glazen barrière tussen hen was verdwenen. Na Cunningham te hebben gezien, was ze stil geweest. Toch zag ze er niet meer zo kwetsbaar uit in haar gewone kleren. Als tijdelijke vervanging voor het paarse jasje dat ze had moeten achterlaten, had Platt haar tegen de koude nachtlucht zijn William and Mary-sweatshirt aangeboden. Eerst had ze geaarzeld, waardoor het gebaar meer betekenis kreeg dan nodig was. Hij vroeg zich af of Maggie O’Dell er simpelweg niet aan gewend was dat iemand voor haar zorgde.

‘Het betekent niet dat we een relatie hebben,’ had hij gegrapt, in de verwachting een van haar gevatte opmerkingen terug te krijgen. Ze had hem bedankt en het sweatshirt aangetrokken.

Toen ze eenmaal onderweg waren en zich op een veilige afstand van USAMRIID bevonden, zei ze: ‘Ben je bang dat het Ebolavirus dat die kerel rondstuurt uit een van jullie eigen laboratoria komt?’

Nogmaals keek hij haar even aan, er niet zeker van waarom het hem verraste dat ze er niet omheen draaide. Dat had ze in geen van hun gesprekken gedaan.

‘Dat is door mijn hoofd geschoten, ja.’

Hij twijfelde hoeveel van zijn vermoedens hij met haar kon delen. Hij stond nu misschien al op het punt voor de krijgsraad gesleept te worden, ondanks al zijn pogingen te doen wat juist was.

‘Het is iemand met een gekwetst ego,’ zei ze. ‘Hij heeft misschien aan een aantal vermaarde zaken gewerkt en daar nooit erkenning voor gekregen. Iemand die uit is op wraak, die uit een pervers gevoel van rechtvaardigheid straffen wil uitdelen. Klinkt dat als iemand die je kent?’

‘We hebben het over een instituut dat gevuld is met mega-ego’s die aan een aantal van de bekendste en belangrijkste zaken in het land werken,’ antwoordde Platt, hoewel hij meteen aan Michael McCathy moest denken.

In plaats van er verder op in te gaan, vroeg ze: ‘De uitbraak in Chicago, weten ze hoe die is begonnen?’

‘Een accountant genaamd Markus Schroder was daar voor onderzoek. Ze hadden geen idee wat hem mankeerde en hebben uiteindelijk een kijkoperatie uitgevoerd.’

‘Enig idee of hij een pakketje per post had ontvangen?’

‘Ik heb het aan Bix gevraagd. Hij is de man van het CDC. Hij zou het checken.’

‘Markus Schroder,’ zei ze, en ze staarde naar het donkere landschap.

‘Denk je dat de naam iets betekent? Zoals bij de Kellermans?’

‘Waarschijnlijk. Chicago kan geen toeval zijn. Daar vonden de Tylenolmoorden plaats. Er moet een of ander verband zijn. Ik kan je in ieder geval vertellen dat Markus Schroder geen willekeurig slachtoffer was als hij eenzelfde pakketje heeft ontvangen.’

‘Ga je zelfs in deze waanzin nog altijd op zoek naar logica?’

Hij kon voelen dat haar ogen nu op hem rustten, dat ze hem bestudeerde om te kijken of hij serieus was. Hij hield zijn blik op de weg voor hem gericht.

‘Het zou gemakkelijk zijn om te denken dat mensen die dit soort misdrijven plegen, krankzinnig zijn. Dat er een paar draadjes in hun hoofd loszitten.’

‘Als ze niet gek, niet krankzinnig zijn, wat dan wel?’

Ze aarzelde, maar slechts heel even, voordat ze zacht en rustig zei: ‘Ze zijn slecht.’

Quarantaine
CoverPage.html
section-0001.html
section-0002.html
section-0003.html
section-0004.html
section-0005.html
section-0006.html
section-0007.html
section-0008.html
section-0009.html
section-0010.html
section-0011.html
section-0012.html
section-0013.html
section-0014.html
section-0015.html
section-0016.html
section-0017.html
section-0018.html
section-0019.html
section-0020.html
section-0021.html
section-0022.html
section-0023.html
section-0024.html
section-0025.html
section-0026.html
section-0027.html
section-0028.html
section-0029.html
section-0030.html
section-0031.html
section-0032.html
section-0033.html
section-0034.html
section-0035.html
section-0036.html
section-0037.html
section-0038.html
section-0039.html
section-0040.html
section-0041.html
section-0042.html
section-0043.html
section-0044.html
section-0045.html
section-0046.html
section-0047.html
section-0048.html
section-0049.html
section-0050.html
section-0051.html
section-0052.html
section-0053.html
section-0054.html
section-0055.html
section-0056.html
section-0057.html
section-0058.html
section-0059.html
section-0060.html
section-0061.html
section-0062.html
section-0063.html
section-0064.html
section-0065.html
section-0066.html
section-0067.html
section-0068.html
section-0069.html
section-0070.html
section-0071.html
section-0072.html
section-0073.html
section-0074.html
section-0075.html
section-0076.html
section-0077.html
section-0078.html
section-0079.html
section-0080.html
section-0081.html
section-0082.html
section-0083.html
section-0084.html
section-0085.html
section-0086.html
section-0087.html
section-0088.html
section-0089.html