Hoofdstuk 37
Saint Francis Hospital
Chicago
Dokter Claire Antonelli staarde naar het beeld van Markus Schroders lever. Op het bureau voor haar lagen verschillende andere röntgenfoto’s en testuitslagen. Ze had ze allemaal al meer dan twee keer bestudeerd. De man achter haar zag ze voor het eerst, en zelfs hij was stil. Eerlijk gezegd werd Claire erg nerveus van hoe stil dokter Jackson Miles was geworden.
Over haar schouder keek ze hem aan. Zijn diep gegroefde gelaat fronste eigenlijk altijd. Ze herinnerde zich dat hij zijn rimpels ooit eens ‘welverdiende levenslijnen’ had genoemd. Die levenslijnen had hij zolang Claire hem kende, zelfs al in de tijd dat hij haar door een zware opleiding had geloodst, haar onder zijn hoede had genomen toen haar medestudenten, allemaal mannen, haar duidelijk hadden gemaakt dat zij de paria was. Dokter Jackson Miles had haar toen verteld dat als hij het eerste zwarte hoofd van de afdeling chirurgie kon worden, zij beslist ook de discriminatie waarmee ze werd geconfronteerd, het hoofd kon bieden.
‘De lever is vergroot,’ zei ze, duidelijk alleen als aansporing.
‘Maar ziet er verder niet ongewoon uit.’ Hij wendde zijn ogen niet van de röntgenfoto af, bestudeerde hem alsof de foto een puzzel was. ‘Kan het tyfus of malaria zijn?’
‘Antibiotica heeft geen enkel effect. Niet eens een lichte daling van de koorts.’
‘E.coli of salmonella?’
‘Niet volgens de bloedtesten,’ antwoordde Claire, en ze slaakte een zucht. Deze vragen had ze zichzelf ook al gesteld. Ze hardop bevestigen of van de hand wijzen tegenover haar vroegere mentor maakte dit niet gemakkelijker. ‘Ik dacht aan een leverabces of een galblaasaanval, maar de echo komt daar niet mee overeen.’
‘Misschien laat die het niet zien.’
Claire zag Jackson Miles met een enorme hand over zijn kaak wrijven. In de operatiekamer had ze zich altijd verbaasd over die grote handen, vooral wanneer ze in staat bleken te zijn door de kleinste incisies nauwkeurig te kunnen werken.
‘Ik heb uitgebreidere bloedtesten aangevraagd, maar ik weet niet zeker of ik daarop kan wachten. Hij reageert steeds minder. Ik ben bang dat hij in coma raakt.’
‘Is er een kans dat hij aan iets is blootgesteld?’
‘Volgens zijn vrouw kan hij zelfs geen malaria of tyfus hebben opgelopen. In eerste instantie dacht ik aan E.coli of antrax. Herinner je je die boer nog, die vorig jaar op de een of andere manier antrax had opgelopen van zijn eigen vee? Vera, Markus’ vrouw, vertelde me dat ze soms naar Indiana gaan. Daar zit nog een klein familiebedrijf van haar, hoewel iemand anders het voor haar beheert. Ze zei dat ze er om sentimentele redenen aan vast wil houden.’ Claire sloot haar mond toen ze merkte dat het klonk alsof ze aan het bazelen was. Te veel. Het was te veel informatie. Ze hoefde niet alles met hem door te nemen. ‘Markus werkt in Chicago als accountant voor een advocatenbureau.’
‘Zijn er nog anderen ziek op dat bureau?’
‘Daar had ik zelf ook al aan gedacht.’ In een poging tot rust te komen, haalde ze haar vingers door haar haar. Ze liep op heel weinig slaap en koude pizza. De adrenalineroes die ze had gekregen door een gezonde en gelukkige baby Haney te zien, was verdwenen. ‘Er is iemand op zwangerschapsverlof. En iemand anders met een gebroken been. Niemand met griepachtige verschijnselen.’
‘Denk je dat zijn vrouw met een kijkoperatie zou instemmen?’
‘Waar denk je aan?’
‘Er zou iets op zijn lever of nieren kunnen zitten dat niet op de echo naar voren komt.’
‘Opereer jij?’ vroeg ze, er goed voor zorgend dat ze niet klonk als een studente die haar mentor om een gunst vroeg.
‘Zorg voor instemming van de echtgenote,’ zei hij met een knikje. ‘We maken ons allebei klaar en nemen een kijkje.’
Zijn toon was zo nuchter dat Claire bijna kon geloven dat het inderdaad een fluitje van een cent was. Toen gaf hij een bemoedigend klopje op haar arm en glimlachte naar haar.
‘We zullen ons best doen,’ zei hij, haar ongerustheid opmerkend. ‘Meer kunnen we niet doen.’
Claire hoopte dat Markus en Vera Schroder die visie zouden delen.