Hoofdstuk 15
Elk Grove, Virginia
Als meisje was Maggie al dol geweest op oude zwart-witgriezelfilms. The Creature from the Black Lagoon was nog steeds haar favoriet, maar ze was ook gek op Alfred Hitchcock en afleveringen van The Twilight Zone. Zodra ze de man in een oranje ruimtepak door de keukendeur naar binnen zag lopen, verwachtte ze bijna de voice-over van Rod Sterling te horen met commentaar bij deze bizarre scène.
Eerder had Cunningham met tegenzin de hulp van USAMRIID in geroepen. Het was óf zij óf het CDC, het centrum voor ziektebestrijding en -beheersing, en USAMRIID was dichterbij. Cunningham had hoofddirecteur Frank van de FBI en commandant Janklow de basisdetails gegeven, samen met de lay-out van de woonwijk. De drie mannen waren overeengekomen dat er buitengewone maatregelen genomen moesten worden, onder andere om te voorkomen dat er paniek uitbrak. Daarna had Cunningham Maggie gevraagd de keukendeur van het slot te halen en hadden ze afgewacht.
Ze waren dus op een team van USAMRIID voorbereid geweest. Maggie had de witte bestelwagen achteruit de oprit zien oprijden en de zogenaamde werklui de straat zien afzetten. Ze was er niet zeker van wat ze nu echt had verwacht – mannen en vrouwen in gasmaskers, misschien. Mogelijk in steriele kleren en met mondkapjes voor. Maar zeker niet in ruimtepakken.
Het was maar een voorzorgsmaatregel, vertelde ze zichzelf. Natuurlijk moesten ze alle mogelijke voorzorgsmaatregelen treffen. Maar op hetzelfde moment dat ze zich dit voorhield, werd ze ook een beetje misselijk.
De man in het oranje ruimtepak zag haar eerst niet. Hij kon niet opzij of achterom kijken zonder zijn hele lichaam te draaien. En hij kon haar met geen mogelijkheid horen. De samengeperste lucht die in zijn pak circuleerde, siste en bubbelde. In de plastic bol was het lawaai nog veel erger, nam Maggie aan.
Hij bewoog zich langzaam en voorzichtig de woonkamer in, alsof hij een maanwandeling maakte. De laarzen die hij aanhad, leken zwaar. Zijn armen staken uit omdat ze niet langs het opgeblazen pak naar beneden konden hangen. Toen hij zich omdraaide, stond hij op anderhalve meter afstand. Doordat de plastic helm helemaal beslagen was, kon ze zijn gezicht niet zien. Met een in handschoengestoken hand veegde hij de helm aan de binnenkant schoon.
Zijn blik ontmoette de hare. Zijn ogen waren intens, diepbruin, en zijn voorhoofd was gefronst. Hij leek niet te weten wat hij tegen haar moest zeggen. Het plastic begon weer te beslaan, en deze keer sloeg hij het tegen zijn gezicht aan, waardoor de elektrische motor even haperde. De luchtdrukpomp stokte, aarzelde en begon weer te werken. Toen hij Maggie voor de tweede keer aankeek, probeerde hij zijn schouders op te halen, alsof hij wilde zeggen dat hij geen idee had wat er net was gebeurd. En toen deed hij iets wat Maggie absoluut niet had verwacht. Hij grijnsde naar haar. Dat was genoeg om de spanning te breken, en ze proestte het uit.
Op dat moment kwam Cunningham de kamer in, met Mary Louise vlak achter hem aan. Het kleine meisje wierp één blik op de astronaut en begon te gillen.