Hoofdstuk 65

 

 

 

USAMRIID

 

Ze had zich moeten voorbereiden.

‘Hij wordt behandeld,’ zei Platt, haar door de gangen met muren van grote, lichte stenen leidend.

Maggie had haar gewone kleren weer aangetrokken. Het was verbazingwekkend hoe zoiets simpels zo goed kon voelen. Het jasje met paarse bloemen had ze achter moeten laten. Het was al meteen in het begin in beslag genomen vanwege Mary Louises braaksel. Spetters op haar mouw. Dat was wat Maggies lot van dat van Cunningham onderscheidde.

Het leven was vreemd, concludeerde ze. Als FBI-agent had ze oog in oog gestaan met moordenaars, was er in haar gesneden, op haar geschoten en was ze voor dood achtergelaten in een vrieskist. Maar ze had nooit kunnen denken dat leven of dood zou afhangen van haar contact met het braaksel van een klein meisje.

‘Hoe is het met Mary Louise?’ vroeg ze aan Platt, terwijl ze nog steeds door het doolhof aan gangen liepen. Ze verwachtte geen details. Hij had al heel duidelijk gemaakt dat de conditie van de anderen niet iets was wat hij ging bespreken.

‘Goed,’ antwoordde hij, over zijn schouder een blik op haar werpend. ‘Tot nu toe.’

Ze waren aan het eind van een gang gekomen, en hij toetste een code in, waarna hij een sleutelkaart door een gleuf haalde. Deze keer kreeg Maggie geen naar gevoel in haar buik van het gesis van de luchtdichte deur. Met zijn hand op de hendel stond Platt even stil, en hij keek haar weer aan. Ze kon zijn bezorgdheid voelen.

‘Je bent er niet aan gewend hem zo te zien,’ waarschuwde hij haar.

Platt was een kolonel, dacht Maggie. Het maakte deel uit van zijn werk om dingen dramatischer te laten klinken, om alles uiterst serieus te nemen. Vooral bij zaken van leven en dood moest hij overdrijven.

Ze volgde hem naar de kijkruimte en merkte meteen op dat alle monitoren en andere apparaten op een vast ritme aan het knipperen en flikkeren waren. Ze hield afstand van de glazen wand die deze ruimte van de kleine ziekenhuiskamer scheidde, zodat ze de aandacht niet afleidde van de twee mannen in ruimtepakken die daar aan het werk waren. Ze waren infusen aan het ophangen, twee zakken, een met een heldere vloeistof en de andere met vermoedelijk bloed of plasma, dat wist ze niet zeker. In ieder geval waren er genoeg slangen om aan te geven dat er iets ernstigs aan de hand was. En dan was er de apparatuur. Hoewel ze het gesis, gezoem en gepiep niet kon horen, zag ze een van de astronauten op toetsen van machines en monitoren drukken, waarna er een reactie volgde op sommige computerschermen in de donkere ruimte waar Platt en zij stonden.

In het begin concentreerde ze zich op de astronauten en hun soepele, doelbewuste bewegingen. Ze werkten probleemloos samen, totaal niet gehinderd door hun pakken, maar wel bijna als in slow motion. Het was alsof je naar Discovery Channel zat te kijken, maar dan met het geluid uit.

Een van de astronauten liep naar de andere kant van de kamer, en toen zag Maggie de man op het bed.

Eerst herkende ze hem niet. Zijn grijze haar leek dun, zijn gezicht was lijkwit. Zijn ogen waren gesloten. Uit zijn armen en neus liepen slangen naar de apparatuur naast het bed. Hij leek kleiner dan hij werkelijk was met zijn atletische bouw en zijn lengte van een meter vijfentachtig. Kleiner en zo kwetsbaar. Ze staarde naar hem, probeerde iets te vinden dat een link tussen deze hulpeloze persoon en haar energieke baas zou leggen.

‘Mary Louise heeft nog geen van de symptomen vertoond.’ Platt deed haar schrikken. Ze was vergeten dat hij naast haar stond. ‘Het virus heeft misschien in haar gesluimerd. Het is moeilijk om te begrijpen, soms bijna onmogelijk om uit te leggen. Het is een parasiet die van drager naar drager springt, en de een compleet verwoest terwijl hij de ander alleen als gastheer gebruikt. Misschien heeft het bij haar geen gevolgen. Net als bij jou.’

Een hele tijd, althans zo leek het, bleven ze daar zwijgend staan. Maggie durfde te zweren dat ze haar eigen ademhaling kon horen, een vibrerende kracht in een windtunnel die af en toe stokte. Het moest haar verbeelding zijn. Misschien was het simpelweg een van de machines.

‘Maar Cunningham heeft dat geluk niet,’ zei ze ten slotte, een blik op Platt werpend. Hij keek recht voor zich uit. ‘Hij heeft al symptomen?’ En dit kwam er zo fluisterend uit dat ze haar eigen stem nauwelijks herkende. Misschien had ze inderdaad moeite met ademhalen.

‘Ja.’

‘Heb je het al gezien? In zijn bloed?’

Aarzeling. De stilte duurde zo lang dat ze hem nogmaals aankeek. Deze keer waren zijn ogen op haar gericht, en ze zag het antwoord daar, voordat hij zei: ‘Ja.’

Quarantaine
CoverPage.html
section-0001.html
section-0002.html
section-0003.html
section-0004.html
section-0005.html
section-0006.html
section-0007.html
section-0008.html
section-0009.html
section-0010.html
section-0011.html
section-0012.html
section-0013.html
section-0014.html
section-0015.html
section-0016.html
section-0017.html
section-0018.html
section-0019.html
section-0020.html
section-0021.html
section-0022.html
section-0023.html
section-0024.html
section-0025.html
section-0026.html
section-0027.html
section-0028.html
section-0029.html
section-0030.html
section-0031.html
section-0032.html
section-0033.html
section-0034.html
section-0035.html
section-0036.html
section-0037.html
section-0038.html
section-0039.html
section-0040.html
section-0041.html
section-0042.html
section-0043.html
section-0044.html
section-0045.html
section-0046.html
section-0047.html
section-0048.html
section-0049.html
section-0050.html
section-0051.html
section-0052.html
section-0053.html
section-0054.html
section-0055.html
section-0056.html
section-0057.html
section-0058.html
section-0059.html
section-0060.html
section-0061.html
section-0062.html
section-0063.html
section-0064.html
section-0065.html
section-0066.html
section-0067.html
section-0068.html
section-0069.html
section-0070.html
section-0071.html
section-0072.html
section-0073.html
section-0074.html
section-0075.html
section-0076.html
section-0077.html
section-0078.html
section-0079.html
section-0080.html
section-0081.html
section-0082.html
section-0083.html
section-0084.html
section-0085.html
section-0086.html
section-0087.html
section-0088.html
section-0089.html