Hoofdstuk 19
Razzy’s
Pensacola, Florida
Rick Ragazzi sloot de kassa met een klap tegen de lade, in de hoop dat zijn partner en neef, Joey, de hint zou begrijpen. Het lukte hem maar niet om Joey in te laten zien dat dit een bedrijf was, en niet een privéparadijsje waar hij zijn eigen gasten kon ontvangen. Deze avond had Joey crème brûlée uitgedeeld aan zes mensen die even langs waren gewipt na de avondvoorstelling in het Saenger Theater verderop in de straat. Het zou een aardig gebaar zijn geweest voor een groep die vierhonderd dollar aan eten had uitgegeven, maar deze mensen hadden alleen koffie besteld.
‘Wat? Geen toetje?’ had Joey gegrapt toen hij bij hun tafel was gestopt tijdens zijn gebruikelijke rondje door het restaurant. Hij had Rita gevraagd nog wat koffie in te schenken en was naar de keuken gegaan. Binnen een paar minuten was hij met zijn creatie teruggekeerd, en de groep had gelachen en geapplaudisseerd. Neef Joey, de chef-kok, was net een acteur: hij hunkerde naar aandacht en verslond de complimentjes die mensen hem na afloop van zijn voorstelling gaven.
Ze waren zo verschillend dat Rick zich soms afvroeg hoe ze familie van elkaar konden zijn. Uiteraard waren het de verschillen die hen tot zulke goede partners maakten. Rick had een hoofd voor zaken. Hij was een rekenwonder, een geboren ondernemer. Na de salarissen, de overhead en andere kosten te hebben berekend, was hij met een bedrijfsplan gekomen, compleet met ramingen, nettoverdiensten en winstmarge. Maar het kwam niet door zijn zuinigheid en efficiënte management dat ze na acht maanden al winst draaiden. Zonder zijn charmante neef, de prijswinnende chef-kok, maakte het niet uit hoe briljant het bedrijfsplan was. Joey was met zijn vierentwintig jaar een culinaire tovenaar – tenminste, zo had het tijdschrift Gourmet hem genoemd.
Mensen kwamen de eerste keer naar het restaurant uit nieuwsgierigheid. Daarna bleven ze komen omdat ze het eten lekker vonden. En dat was helemaal aan Joey te danken. Rick zorgde ervoor dat het personeel goed opgeleid, beleefd en alert was. Maar zelfs als zijn leven ervan af zou hangen, zou hij nog geen ei kunnen pocheren of vis kunnen fileren. Hij keek naar zijn handen, waarop allerlei wondjes zaten in diverse stadia van genezing. De laatste aanwinst was een snee in zijn wijsvinger, opgelopen toen hij had geprobeerd te helpen bij het snijden van de groente. Joey was beslist het talent, het product. Rick was simpelweg de manager.
Ze hadden kunnen profiteren van trendy voorjaarsvakantiegangers en daarna de gewone zomertoeristen. Nu kwam de lastige tijd. Ze moesten het zien vol te houden tot de volgende vakantieperiode. September was al rustiger geweest, maar oktober zou het moeilijkst worden. En net gisteren was hun grote koelkast, het kostbare monster dat Joey per se had willen hebben, kuren gaan vertonen. Natuurlijk was de garantie net verlopen, en beweerde de reparateur dat er een nieuwe compressor in moest – zevenhonderd dollar waar ze geen rekening mee hadden gehouden.
Rick keek naar Joey en zijn publiek. Het was moeilijk om je aan hem te blijven ergeren. Toen ze net met het restaurant waren begonnen, had Rick voorgesteld om de keukenmuur door een glazen wand te vervangen, zodat de gasten Joey konden zien werken. Dat bleek te duur te zijn, dus hadden ze ervan afgezien. Anders zouden ze het hebben gedaan. Rick was eraan gewend dat Joey in het middelpunt van de belangstelling stond. Hij vond het niet erg. Soms kwam hij erbij staan en speelde hij Joey’s aangever. Toen ze klein waren, hadden ze sketches opgevoerd op familiefeestjes, waarbij Rick inderdaad altijd de opbouw had gedaan en Joey de grap had afgemaakt. Iedereen had het heel schattig gevonden, want Rick was een paar jaar ouder en had in die tijd nog een paar koppen boven Joey uitgestoken.
In hun puberteit waren ze elkaars beste vriend geweest. Tijdens de zomervakantie hadden ze samen op Pensacola Beach achter de meisjes aan gezeten, totdat Rick had toegegeven dat hij meisjes eigenlijk helemaal niet zo leuk vond. Zelfs daar waren ze samen doorheen gekomen, aangezien Joey meteen had gezegd dat het absoluut geen probleem was. Het betekende dat hij minder concurrentie had.
Op de universiteit had Joey culinaire wetenschappen en Rick business management gestudeerd. Samen een restaurant openen had een logische stap geleken. Maar het restaurant openhóúden zou wel eens een heel ander verhaal kunnen worden. Vooral omdat ze geen stille partner hadden, geen rijke weldoener of zich verplicht voelende familieleden.
Ricks familie was niet geïnteresseerd, en Joey weigerde hulp van zijn vader te aanvaarden. Rick wist niet precies waarom Joey zo koppig was. Oom Vic wilde tenminste helpen en hij had, anders dan Ricks vader, Rick nooit een mietje genoemd of gezegd dat ze het nooit zouden redden. Het was moeilijk om te geloven dat de twee mannen broers waren.
Rick had Joey’s wens gerespecteerd. Maar Joey had geen idee hoeveel het kostte om een restaurant maand na maand, week na week, draaiende te houden. Rick wist dat hun magere zomerwinst hen niet door een slappe winter heen zou helpen. Als ze hun deuren moesten sluiten, zou elke restauranthouder in de omgeving zijn kans grijpen om Joey Ragazzi binnen te halen. Maar hijzelf? Wat zou hij kunnen doen? Bij een van de plaatselijke accountantskantoren gaan werken?
Dit was zijn enige kans, verdomme! Dus toen de envelop van oom Vic een week geleden was gearriveerd – geadresseerd aan Rick, niet aan Joey – had hij besloten het niet aan Joey te vertellen, en de envelop ook niet terug te sturen. Dat zou dom zijn. Zelfs oom Vic begreep dat zijn zoon dan misschien zijn hulp niet wilde, maar zijn neef wel. Er zat duizend dollar in. Rick had de biljetten twee keer geteld en ze daarna weer teruggestopt in de hersluitbare plastic zak.
Hij praatte het feit dat hij het geld voor Joey verzweeg goed door zichzelf voor te houden dat duizend dollar niet genoeg was om de zaak te redden als dat nodig bleek te zijn. Dus maakte het niet zoveel uit. Maar toch zou duizend dollar deze week, nu de koelkastcompressor het had begeven, álles uit kunnen maken.