Hoofdstuk 26

 

 

 

Artie drukte de tweede plastic zak dicht. Onwillekeurig glimlachte hij. De afgelopen drie weken had hij de instructies zeer nauwkeurig opgevolgd. Dat vond hij niet erg. Dat was wat je deed als leerling. Je ging ervan uit dat de docent de opdrachten gaf, en je was dankbaar dat je zo’n geweldige persoon mocht dienen. Maar op een gegeven moment, geloofde Artie, zou een goede leermeester willen dat een leerling liet zien wat hij had geleerd.

Hij had al snel doorgehad wat het spel was, ook al had niemand hem iets verteld over het speelplan of het eindspel. Hij kon de puzzelstukjes op hun plaats zien vallen. Het idee was briljant, echt ontzagwekkend, en hij wilde meer dan een pion zijn. Het was nodig dat hij liet zien dat hij een bijdrage kon leveren.

Al sinds zijn dertiende droomde hij van de perfecte misdaad, was hij daar in zijn hoofd mee bezig geweest. Hij was dol op waar gebeurde misdaadverhalen, las dat soort boeken in één ruk uit, waarbij hij de details in zijn geheugen opsloeg en belangrijke passages onderstreepte. Zijn moeder had het fantastisch gevonden dat haar zoon van lezen hield en totaal geen aandacht besteed aan wát hij las.

Nog altijd had hij in zijn rugzak een aantal van zijn favoriete pockets, waarin geniale misdaden en de meesters daarachter werden beschreven, zoals de Unabomber, de Anthrax Killer, de Beltway Snipers en de Zodiac Killer. De stukgelezen pockets waren studieboeken geworden, gewaardeerde handleidingen. Volgens hem had hij er meer uit geleerd dan hij ooit van een persoon zou kunnen leren.

Hij legde de twee plastic zakjes naast elkaar voordat hij ze in hun bruine enveloppen liet glijden. De twee zagen er net uit als alle andere. Het enige verschil was dat ze elk vijfhonderd dollar bevatten in plaats van duizend. De stapel van vijfhonderd was even dik als de stapel van duizend. Een briljant alternatief. Pas onlangs had Artie zich gerealiseerd dat hij vijftig biljetten van tien dollar kon gebruiken in plaats van vijftig van twintig. De stapel zou net zo aanlokkelijk zijn. Hoe kon de ontvanger niet in verleiding komen de zak te openen, al was het maar om al die biljetten te tellen?

Door het geld in tweeën te splitsen kon Artie samen met elk officieel pakketje dat hij voor zijn mentor verstuurde, er een van zichzelf sturen. Hij gebruikte dezelfde spelregels. En hij had meer dan genoeg van het virus. Een heel klein, bijna onzichtbaar druppeltje ergens tussen de biljetten was het enige wat nodig was. Meer niet. Verzegeld in het luchtdichte droge plastic bleef het virus sluimeren, wachten op vochtig, warm menselijk contact. Het had alleen een ingang nodig: een wondje, een oog, een neusgat, een mond, een gescheurde nagelriem. Hoe het precies werkte, wist hij niet. Dat had geen deel van zijn opdracht uitgemaakt. Maar hij wist wel dat als het zijn doel raakte, het net zo goed als een kogel was. Beter, omdat het geen sporen achterliet. Het perfecte wapen. Praktisch onzichtbaar.

Voor zijn eerste pakketje, zijn eerste ‘perfecte’ moord, was Artie in zijn mentors voetstappen getreden door de plek van een van zijn favoriete misdaden te kiezen: Benjamin Tasker Middle School in Prince George’s County, Maryland. Op maandag 7 oktober hadden de Beltway Snipers hun jongste slachtoffer, een dertienjarige, feitelijk op de stoep van de school neergeschoten. De jongen had het overleefd, in tegenstelling tot tien van de dertien andere slachtoffers. Artie vond het gewaagd, brutaal en totaal onverwacht om, ook in tegenstelling tot de anderen, een kind neer te schieten. Dus wilde hij iets net zo gewaagds doen. Als je een dodelijk virus wilde verspreiden, waar kon je dan beter beginnen dan in een school?

Tevreden met zichzelf en de twee zakken liet Artie ze in hun enveloppen glijden, waarna hij met het schoonmaakproces begon. Hij had een hekel aan de geur van bleekmiddel, maar hij gebruikte het spul om er alle oppervlakten mee schoon te maken. De geur bleef in zijn neusgaten hangen. Hoewel hij zichzelf elke keer zeer nauwgezet een spuit gaf, vergat hij ook nooit een huidontsmettingsmiddel te gebruiken. De militaire M291-ontsmettingsuitrusting bevatte zes individuele ontsmettingsdoekjes. Met behulp van droog zwart harspoeder konden besmette plekken zichtbaar worden gemaakt. Er was hem verteld dat dit het beste universele middel was dat het leger bezat om besmettingen op de huid te ontdekken.

Toch was dat niet genoeg voor Artie. Na de hars mengde hij toch nog 0,05 procent hypochlorideoplossing met een alkaline pH en waste zijn handen en armen nogmaals tot aan zijn ellebogen. In een van zijn pockets had hij gelezen dat deze oplossing al rond de Tweede Wereldoorlog door het leger was gebruikt, voordat de M291-uitrustingen waren ontwikkeld. Het was een extra bescherming, dacht hij, een van die dingen die zijn mentor van hem zou verwachten: dat hij zijn eigen onderzoek deed en zijn eigen voorzorgsmaatregelen nam.

In de kleine badkamer verkleedde hij zich in zijn normale kleren en stopte zijn steriele overall, inclusief het papieren mondkapje en de schoenovertrekken, in een tas. Die zou hij in de vuilcontainer op de parkeerplaats gooien. Het was niet nodig ze te wassen. De kast was gevuld met een oneindige voorraad.

Hij verliet het lab. Het gevoel dat hij had, was opwinding en… hoe noemde je dat nou ook al weer? Een paar apen waren nog steeds aan het eind van de gang aan het krijsen, maar nu negeerde hij ze. De manier waarop hij liep was lichter, bijna trots. Voor de eerste keer in zijn leven voelde hij zich… En toen schoot het woord hem te binnen. Hij voelde zich machtig.

Quarantaine
CoverPage.html
section-0001.html
section-0002.html
section-0003.html
section-0004.html
section-0005.html
section-0006.html
section-0007.html
section-0008.html
section-0009.html
section-0010.html
section-0011.html
section-0012.html
section-0013.html
section-0014.html
section-0015.html
section-0016.html
section-0017.html
section-0018.html
section-0019.html
section-0020.html
section-0021.html
section-0022.html
section-0023.html
section-0024.html
section-0025.html
section-0026.html
section-0027.html
section-0028.html
section-0029.html
section-0030.html
section-0031.html
section-0032.html
section-0033.html
section-0034.html
section-0035.html
section-0036.html
section-0037.html
section-0038.html
section-0039.html
section-0040.html
section-0041.html
section-0042.html
section-0043.html
section-0044.html
section-0045.html
section-0046.html
section-0047.html
section-0048.html
section-0049.html
section-0050.html
section-0051.html
section-0052.html
section-0053.html
section-0054.html
section-0055.html
section-0056.html
section-0057.html
section-0058.html
section-0059.html
section-0060.html
section-0061.html
section-0062.html
section-0063.html
section-0064.html
section-0065.html
section-0066.html
section-0067.html
section-0068.html
section-0069.html
section-0070.html
section-0071.html
section-0072.html
section-0073.html
section-0074.html
section-0075.html
section-0076.html
section-0077.html
section-0078.html
section-0079.html
section-0080.html
section-0081.html
section-0082.html
section-0083.html
section-0084.html
section-0085.html
section-0086.html
section-0087.html
section-0088.html
section-0089.html