Hoofdstuk 70

 

 

 

Newburgh Heights, Virginia

 

Maggie liet Benjamin Platt slapend in haar logeerkamer achter. Tevreden met een paar uur slaap en verlangend haar gewone leven weer op te pakken, had ze een T-shirt met lange mouwen, een korte broek en hardloopschoenen aangetrokken. Na haar mobiel en sleutels bij zich te hebben gestoken, begon ze aan haar gebruikelijke ochtendrondje. Ze had het gevoel dat ze verloren tijd in moest halen. Dat is wat ze zichzelf vertelde toen ze aan de derde kilometer begon, maar de spanning in haar kuiten en de pijn in haar borst dwongen haar op een flinke looppas over te schakelen. Haar longen zogen hongerig de frisse lucht naar binnen, alsof ze er wekenlang van beroofd waren geweest.

Ze was vergeten hoe prachtig een blauwe lucht, schoon geschrobd na de regen, eruitzag. Een zwerm ganzen vloog gakkend over. De hond verderop in de straat begon in afwachting van haar aankomst al te blaffen. Hij zou teleurgesteld zijn wanneer hij ontdekte dat Harvey niet bij haar was. Gouden en oranje chrysanten concurreerden met paarse essen en felrode struiken in de buurtuinen. Iemand was spek voor het ontbijt aan het bakken.

Het klonk als een vreselijk cliché, maar het was alsof al haar zintuigen plotseling na een lange verdoving weer tot leven waren gekomen. Zelfs haar dagelijkse routine leek nieuw. Ze had zichzelf gedwongen positief te denken. Het virus was nog niet in haar bloed verschenen. Misschien kon ze het stoppen.

Ze kon echter niet stoppen met over Cunningham na te denken. Haar geest bleef de beelden telkens opnieuw afspelen. Op de een of andere manier had ze het gevoel dat ze een aantal dingen over het hoofd zag, maar ze wist niet precies waarom. Ze was wakker geworden met de oplossing voor een van de puzzelstukjes, een oplossing die zo voor de hand lag dat ze niet kon geloven dat ze het niet eerder had gezien. Maar ze wist niet zeker of het belangrijk was. Deed het ertoe of deze moordenaar heel veel triviale details over moordzaken wist, dat hij daar een soort expert in was? Misschien betekende het puzzelstukje iets. Misschien niet. Misschien probeerde hij gewoon indruk te maken.

Ze wierp een blik op haar horloge en haalde haar mobiel tevoorschijn.

Hij nam sneller op dan ze had verwacht. ‘Agent Tully.’

‘Met Maggie.’

‘Mijn nummerweergave vertelt me dat ze je je mobiel hebben teruggegeven.’

‘Ja, en ik ben weer thuis.’

Stilte. Die duurde zo lang dat ze dacht dat de verbinding verbroken was.

‘Hebben ze je eruit gelaten?’

Door de manier waarop hij dat zei, moest ze glimlachen. Was hij echt bang dat ze was ontsnapt, zonder dat iemand het wist?

‘Kolonel Platt heeft me vanochtend vroeg naar huis gebracht.’ Ze meende een zucht van opluchting te horen. ‘Luister, ik denk dat ik nog een van de puzzelstukjes heb opgelost. “Bel Nathan.” Jij zei dat die woorden een afdruk op de envelop hadden achtergelaten?’

‘Dat klopt.’

‘Volgens mij was het in 1993. Ik weet de datum niet precies. Maar de FBI loofde een beloning van één miljoen dollar uit voor informatie over iemand genaamd Nathan R. in verband met de Unabomber.’

‘Oké, dit begint me bekend in de oren te klinken.’

‘Er werd een afdruk gevonden op een brief die de Unabomber naar de New York Times had gestuurd. Ze dachten dat hij een foutje had gemaakt, dat hij misschien een aantekening op een stukje papier boven op de brief had geschreven en dat die doorgedrukt was zonder dat hij het had gemerkt. Als ik me het goed herinner, stond er: “Bel Nathan R. woensdag om 19.00 uur.” ’

Maggie zag een auto verderop in de straat langzamer gaan rijden, stoppen waar geen stopbord stond en daarna weer doorrijden. Dit was geen buurt waar mensen zonder doel rondreden. Ze besloot om te draaien en terug naar huis te gaan.

‘Ik ben het op de computer aan het opzoeken,’ zei Tully.

‘Het bleek een vergissing te zijn. Volgens mij was het een redacteur of iemand anders bij de Times. Hij schreef een aantekening boven op de brief voordat hij zich het belang daarvan realiseerde. Het was zijn aantekening die op de Unabombers brief was doorgedrukt.’

‘Dus het betekende niets,’ zei Tully. ‘En het betekent niets in deze Ebolazaak. Alleen dat deze kerel een spelletje met ons speelt.’

‘Misschien vormen rechtshandhavers in het algemeen zijn doelwit, en zijn de slachtoffers slechts passende stukjes in zijn puzzel.’

‘Zou kunnen.’ Zijn toon gaf iets anders aan.

‘Wat?’ Ze wist dat er iets was.

‘Mijn ex-vrouw kreeg vanochtend een pakketje per post opgestuurd. Blokletters. Met een hersluitbare plastic zak erin. Het retouradres was van mij.’

‘Mijn hemel, Tully! Vertel me alsjeblieft dat ze de plastic zak niet open heeft gemaakt.’

‘Dat heeft ze niet gedaan. Ik weet niet of dit iets is of gewoon toeval, een wrede speling van het lot.’

‘Dit is geen toeval. Wat zat er in het zakje?’

‘Ze zei dat het eruitzag als een stapel biljetten van tien dollar.’

Maggie kromp ineen. Zou het zo gemakkelijk kunnen zijn? Zo simpel om iemand ertoe te brengen zonder aarzelen een zak met Ebola te openen? Ze zag de auto weer, en ze was nog twee straten van haar huis verwijderd.

‘Wat het geval met “Bel Nathan R.” is, Tully, is dat George Sloane het herkend zou moeten hebben.’

‘Ja, de zinnen uit de Beltway Sniperzaak ook. Hij had die dag haast. Was ongeduldig. Hij vond het niet prettig dat hij met mij moest werken en niet met Cunningham.’

‘Ik denk dat we nog een keer met Sloane moeten gaan praten, hem het briefje nog eens laten zien. Kijk of we een kopie gefaxt kunnen krijgen van de envelop die de moordenaar naar de Kellermans heeft gestuurd.’

‘Natuurlijk. Als jij denkt dat het helpt.’

‘Heb je al informatie over Chicago?’

‘Ganza belt iemand bij het CDC.’

‘Ik probeer wel een afspraak met Sloane te maken. En Tully, houd één ding goed in de gaten. Cunningham kan gelijk hebben dat dit persoonlijk is. Maar het kan om jou gaan, niet om hem.’

‘Die gedachte was ook al bij mij opgekomen.’

Ze kon de auto achter zich horen.

‘Ik moet ophangen. Spreek je later.’

Voordat ze haar mobiel dichtklapte, had ze al opgemerkt dat de auto langzamer was gaan rijden.

‘Hé, dame. Het werd tijd dat jij eens thuiskwam.’

Toen Maggie zich omdraaide, zag ze Nick Morelli in een donkerblauwe wagen achter het stuur zitten.

Quarantaine
CoverPage.html
section-0001.html
section-0002.html
section-0003.html
section-0004.html
section-0005.html
section-0006.html
section-0007.html
section-0008.html
section-0009.html
section-0010.html
section-0011.html
section-0012.html
section-0013.html
section-0014.html
section-0015.html
section-0016.html
section-0017.html
section-0018.html
section-0019.html
section-0020.html
section-0021.html
section-0022.html
section-0023.html
section-0024.html
section-0025.html
section-0026.html
section-0027.html
section-0028.html
section-0029.html
section-0030.html
section-0031.html
section-0032.html
section-0033.html
section-0034.html
section-0035.html
section-0036.html
section-0037.html
section-0038.html
section-0039.html
section-0040.html
section-0041.html
section-0042.html
section-0043.html
section-0044.html
section-0045.html
section-0046.html
section-0047.html
section-0048.html
section-0049.html
section-0050.html
section-0051.html
section-0052.html
section-0053.html
section-0054.html
section-0055.html
section-0056.html
section-0057.html
section-0058.html
section-0059.html
section-0060.html
section-0061.html
section-0062.html
section-0063.html
section-0064.html
section-0065.html
section-0066.html
section-0067.html
section-0068.html
section-0069.html
section-0070.html
section-0071.html
section-0072.html
section-0073.html
section-0074.html
section-0075.html
section-0076.html
section-0077.html
section-0078.html
section-0079.html
section-0080.html
section-0081.html
section-0082.html
section-0083.html
section-0084.html
section-0085.html
section-0086.html
section-0087.html
section-0088.html
section-0089.html