***
De Turkse baas had Casper een kom soep gebracht en liep terug naar de toonbank. De stenen vogels op de rots in de fontein en de tl-buizen aan het plafond gaven zeker niet de illusie van 'intieme huiskamer', maar Casper was blij dat hij hier binnen zat. Hij was bang. Niet voor de ouderling en zijn kompaan die hij daarnet gezien had. Hij was bang voor alles wat nog ging plaatsvinden, en om die onbestemde, drukkende angst te verjagen was hij Topkapi binnengevlucht.
'Het is allemaal mijn schuld,' had Ymke gezegd. 'Ik ben schuldig. lk-ben-een-moeder-die-bij-haar-kind-deze-stoornis-ver- oorzaakt-heeft. Daar kan niemand mij van afbrengen.' Daarna had ze de handen voor haar gezicht geslagen, was in snikken uitgebarsten. De arts van de kliniek had erkend dat er een theorie bestond - die overigens door velen werd aangevochten - die beweerde dat de oorzaak van deze ziekte bij de moeder lag. In de psychiatrie heette dat een schizofrenogene moeder - een moeder die schizofrenie had veroorzaakt. Maar de schuld lag niet bij de ouders. Dat was onderzocht. Natuurlijk, een kind doet verwarrende indrukken op van de beide ouders. De moeder is streng en de vader staat te veel toe. Maar dat gebeurt in elk gezin en de meeste kinderen worden er niet ziek van. Lucas was in dat gesprek ook heel openhartig geweest. Hij zei gedroomd te hebben van een meisje dat op zijn schoot klom, haar armen om hem heen sloeg, hem knuffelde. Maar die kinderliefde was voor zijn jongere broer bestemd geweest. Daar had hij het wel moeilijk mee gehad, tegelijk was hij erg op zijn broer gesteld... Later was de relatie met Gabrielle beter geworden, al was die nooit zo vertrouwelijk geworden als hij wel gewild had. Dat weet hij ook aan zichzelf. Hij was altijd bezig met zijn werk. Lucas had begrepen dat Gabrielle zich van die afgewende houding jegens haar vader zelf niets meer herinnerde. Hij vroeg de arts om niet in dat verleden te gaan spitten. Een heel ander punt dat hij wilde aanstippen was haar fascinatie voor kleine dingetjes. Hartstochtelijk kon ze als kleuter steentjes, papiertjes, flesjes verzamelen, kon de hele omgeving vergeten voor een stofje, een lichtstraal.
De arts had die opmerking direct genoteerd.
'Wat schrijft u nu op?' had Lucas gevraagd.
'Morbide fascinatie voor kleine details, ten koste van het geheel,' las de man onwillig voor. Lucas en Ymke hadden bezwaar tegen deze formulering gemaakt.
Casper had een handboek over schizofrenie gekocht: 'Two minds!' Daarin trof hij letterlijk deze zin: 'Patiënten zijn gek op kleine frutseltjes en tonen een morbide fascinatie voor de geringste details ten koste van het geheel.'
Een politieauto, vanaf het Rijswijkseplein, reed recht op de zaak af, verblindde even, remde af om de Poeldijksestraat in te slaan. Volgens de baas ging er weer gecontroleerd worden. De remlichten van de politieauto weerspiegelden in het wegdek. Het rumoer van de eerste vogels. Met hun bek vol korsten brood vlogen ze vlak langs het raam van het eethuis.
Casper lepelde zijn soep. 'De schuld ligt bij mij,' had Ymke tijdens de zitting vanmorgen gezegd. 'Dat is zó duidelijk. Ik ben altijd onzeker geweest in de opvoeding. Toen ze afwerend deed tegen mijn man, wist ik niet mijn houding te bepalen. Mijn man "verdiende" dat niet. Geen enkel kind in onze vriendenkring ge- droeg zich zo tegenover haar vader.'
De arts probeerde haar ervan te overtuigen dat dit schizoïde ziektebeeld een aandoening is die waarschijnlijk berust op een stoornis in de hersenen, al voor de geboorte. Gebrek aan bepaalde stoffen. Schizofrenie is niet door psychologische of sociale invloeden te verklaren. Het is aangetoond dat de opvoeding geen effect heeft op het ontstaan ervan.
De Turkse baas bracht hem een espresso van de zaak, bleef bij zijn tafel staan.
Hij rekende af. De baas pakte zijn soepkom weg, nam van een andere tafel een schaal met overgebleven brood mee. Weer een politieauto. Casper keek op zijn horloge. Iets over vijven. Over een halfuur zou de eerste tram langskomen, een gele flits over de ruiten van Topkapi werpen. Casper had tegenover Gabrielle een toespeling gemaakt op de bejaarde Griekse minnaar die in haar armen bezweken was. Wat had ze toen gedaan? De politie gewaarschuwd? Hoe had ze zich daaruit gered? Gabrielles blik was hard geworden. Daar moest hij nooit meer naar vragen. Het was haar zaak.
Ymke zocht contact met Casper.
'Cas, Lucas en ik hebben het kind gek gemaakt. Gabrielle is gespleten, omdat ze de splijting in het gezin gevoeld heeft. Lucas en ik hebben tegenstrijdige wensen en gevoelens over dat kind. Dat heeft ze intuïtief begrepen. Dit gezin is ziek. Zij is de uiting van dat zieke gezin...' Van Ymkes rustige, gelijkmatige stem was weinig meer over. 'Cas, het is mijn schuld. Allemaal mijn schuld.'
'Mijn aandeel...' Daar wilde ze niets van weten. Hij wilde er nog aan toevoegen: Als ik een meisje was geweest... Hij hield zich in. Ze zou de opmerking niet waarderen...
'En je moet zwijgen, Casper...! Ze mag het nooit weten. Het zou haar dood betekenen... Beloof je me dat? Ik weet niet wat je allemaal aan die arts vertelt...'
'Ik vertel aan niemand iets, Ymke... Zelfs Julia...' Hij hield in. Stom dat hij de naam van het hoertje had laten vallen. Haar had hij verteld een dochter te hebben. Het was een tijd stil aan de .111 dere kant van de lijn.
'Wie is Julia?'
'Niets, niets... niet wat jij denkt, integendeel... Nee, geen vriendin...' Hij dacht aan de nacht in de Rijnbar. Hij danste met Ymke. Lucas zat aan de bar, met de rug naar hen toe en wachtte.
Ze waren extreem wreed en beseften het.
Het was stil en schemerig onder de platanen van het Oranjeplein. Platanen met hun grote geelgroene bladeren waren beschermende bomen. Meisjes verplaatsten zich in die schemer. Hij herkende een vriendin van Julia. Deze Magdalena kon geen raam meer betalen. Ze stond altijd wijdbeens, vanwege de pijn in haar lies, de pijn die ze na elk bezoek van een klant voelde. Ze telde op haar vingers. Hoeveel geld ze verdiend had? Hoeveel uren ze nog moest vandaag?
Hij nam het pad dat uitkwam in de Fannius Scholtenstraat. Voor hem het vroegere schoolgebouw. Rond 1900 moest dit, met het park, een vrolijk, landelijk plekje geweest zijn. De roodverlichte luifel boven de passage had vanaf hier de vorm van een lemmet. Casper ging de school binnen, maar Julia was afwezig. Een ogenblik teleurgesteld. Op haar kamer zat een mager meisje, met een nerveuze tic om haar mond. De school was met dit zachte weer een oven.
In het park was het aangenaam, windstil. De toppen van de bomen bewogen op een onmerkbare bries. Er gingen geruchten dat de hele buurt gesaneerd zou worden, dat in het gerenoveerde schoolgebouw luxe appartementen zouden komen. Ooit was dit een chique buurt geweest. Wilde men die tijden laten terugkeren? Wat moest er met de meisjes gebeuren?
Dios mio en quién confio. Mijn God op wie ik vertrouw. Gabrielle was opgenomen in een kliniek. Gabrielle kreeg zeer sterke medicijnen. Trilafon, Fluxanxol... Griezelige namen. Boven hem in de top van de plataan, de luidruchtige liefdesdans van twee houtduiven.
De pooier-ouderling passeerde, in een crèmekleurige jas, en met gele laarsjes waarover een waas lag.