***
Daarna hadden ze elkaar twee keer gezien. In de tussenliggende tijd ook nog één familiale ontmoeting in Velp. Lucas had achter zijn boeken gezeten, zich nauwelijks vertoond. Ze had alle kans gehad hem een verliefde blik toe te werpen, verlangende woordjes te fluisteren, elkaar even aan te raken. Ze keek niet meer, wilde dus niet meer. Zij zorgde er steeds voor in de buurt van moeder te blijven.
Toen een koele brief, waarin ze afstand nam. Ze wilde hem niet meer in het geheim ontmoeten. Verzocht hem geen contact meer te zoeken. Hij probeerde die plotselinge wending te verklaren. Waren er moeilijke gesprekken geweest? Had ze moeite met veinzen en alles opgebiecht? Hij dacht: ze heeft alle recht zich aan mij te onttrekken. Had zij overwogen Lucas voor hem te verlaten? Casper en zij hadden over die mogelijkheid niet gesproken. Dat was nooit aan de orde geweest. Ze was met Lucas getrouwd. Als Ymke op een dag voor zijn deur had gestaan, een koffertje in haar hand: ik houd het thuis niet meer uit; het is voorbij tussen Lucas en mij... Casper zou met de situatie geen raad hebben geweten. Hij kon dat zijn broer niet aandoen. Wilde hij met haar samenwonen? Kon hij wel met een vrouw leven, onder één dak?
Opnieuw stelde hij zich haar thuiskomst voor die nacht... In de taxi naar huis. Het lijkt of ze nooit zal aankomen; zij hoopt nooit aan te komen. Nog een paar minuten; de oude straat waar ze een etage gehuurd hebben. Hoe zullen de eerste blikken zijn die ze zullen wisselen? Misschien zal Lucas nu geen vragen stellen, maar in de loop van de dag... Ze sluit haar ogen. Aan niets denken. Niet vooruitkijken. Niets voorspellen. Wie weet gaat het gemakkelijker dan ze denkt. Ze opent haar ogen weer. Zal het misgaan tussen haar en Lucas? Hun bovenwoning. In afwachting van een vrijstaand huis dat ze over enkele jaren willen kopen. Ze stapt uit. Casper had al met de chauffeur afgerekend. Waarom is ze niet meer bij Casper? Haar verlangen is groot. Zal ze Lucas alles eerlijk opbiechten? Niets in het duister laten? Kijken wat ervan komt? Zich helemaal aan Lucas overleveren en dan maar afwachten? Bedekt hij dit uitstapje met de mantel der liefde, zoals eerder, met de vertegenwoordiger in schoolmeubi- lair? Deze oplossing komt haar als bevrijdend voor. Ze komt binnen, hij wacht haar op, liefdevol; zij zal hem bij de hand nemen en stapje voor stapje uitleggen... Hij zal haar al gauw onderbreken: Je hoeft niets meer te zeggen, ik begrijp je, ik vergeef je! Och, ze hoeft een man als Lucas helemaal niets uit te leggen. Lucas, ondanks zijn wetenschappelijke opleiding, is een intuïtief man, niet iemand die geen weet heeft van het fijne netwerk van bepaalde onduidelijke, gecompliceerde gevoelens, en de verborgen overgangen daartussen. Hij was invoelend genoeg, hem hoefde ze dit incident niet met woorden duidelijk te maken-
Was het zo gegaan? Waarschijnlijk niet. Uit wat ze had losgelaten... Na het lezen van de brief reed hij direct naar de stad. In de Rijnbar was hij de enige klant. Achter elkaar dronk hij in korte tijd een aantal glazen. Dat smaakte. Dronk te veel, begon in zichzelf te lachen; Ymke was mooi, maar hij hield niet van haar, die liefde had hij bedacht. Het was een manier om niet te lijden. Een moment later bedacht hij dat hij een cadeautje voor haar ging kopen, dat ging hij haar brengen of sturen; zo'n langwerpig doosje, gecapitonneerd met zwart fluweel, waarin zich een flaconnetje met haar parfum verschool. Nee, hij besloot te bellen. Goed idee. Hij werd er vrolijk van. In de hal van de bar draaide hij haar nummer. Zij nam op.
'Met Casper.' Hij was zelfverzekerd.
'O, ja...' Haar stem, effen, aarzelde, vluchtte... Die van hem werd harder.
'Kon ze hem uitleggen... Kon Lucas hen horen?'
'Nee...' Maar ze wilde dat hij niet belde; ze wilde hem ook niet meer alleen zien; ze vroeg hem dringend geen contact met haar te zoeken. Haar brief was toch duidelijk geweest. Hij gehoorzaamde.
Zondag, op de Bergweg. Ze zaten nog aan tafel. Lucas, zittend op vaders plaats, had net een hoofdstuk voorgelezen. Ymke keek haar man verliefd aan.
'Zal ik...?'
Hij knikte.
Zij legde een hand op moeders arm, schoof wat dichter naar haar toe. Ze had een verrassing. Moeder zei direct dat ze een vermoeden had. Ja, ze was zwanger. De Predictor-test had het uitgewezen. De huisarts had het bevestigd. Nog zeven maanden. Half juli. Wilde moeder met haar naar de stad om stof voor de wieg uit te zoeken? Ze had al mooie, zachtgele cretonne gezien. Moeder was blij, omhelsde haar, haar zoon; Casper feliciteerde hen, kuste Ymke en zijn broer. Moeder merkte nog op dat ze wel dacht dat Ymke een 'ontvankelijk' meisje was. Casper dacht: door de zwangerschap zo vrolijk en openlijk in zijn aanwezigheid mee te delen, wil ze elke twijfel wegnemen. En, een vrouw 'wist' intuïtief het moment. Zoiets voelde je. Mooi woord dat moeder gebruikte: 'ontvankelijk' zijn. De ene vrouw was het meer dan de andere. Ymke, je zag dat, was dat in hoge mate. Had ze in het paleisje niet een vage poging gedaan Casper duidelijk te maken dat hij voorzichtig moest zijn? Half juli. Casper rekende in gedachten terug. Hadden zij en Lucas 's ochtends na de dansnacht nog gevreeën? Was dat legale zaad sterker dan dat van zijn jongere broer, die eigenlijk een meisje had moeten zijn? Of was het zaad van een minnaar altijd gretiger, sneller dan dat van de wettige echtgenoot? En als de beide broers vlak na elkaar met Ymke naar bed gingen, eerst Lucas, dan Casper... zou Casper het dan toch winnen? Of was zoiets fysiologisch onmogelijk?
Ymke zon niet kunnen leven met de gedachte dat een ander dan haar eigen man dit kind verwekt had. Hoe kon zij anders een oprechte, serene moeder voor het kind worden? Zij moest in vrede met zichzelf zijn. Casper begreep heel goed dat zij hem 'in de ban' had gedaan.
De maandag na de bekendmaking belde ze hem op zijn werk. Ze hoopte dat hij nooit een toespeling zou maken, nooit vragen zou stellen. Trouwens, er was geen twijfel mogelijk. Het kind was van Lucas. Een vrouw wist zoiets met grote zekerheid.
'Ik ben erg blij voor jullie...'
'Dank je. Fijn datje zo reageert.'
Een lange stilte. Hij hoorde de muziek bij haar thuis. Debussy, dacht hij. Ymkes lievelingscomponist. 'Prélude a 1'après-midi d'un faune.' 'En Cas...' ze sprak met smekende stem bijna, heel zacht. Weer een lange stilte,'... je begrijpt, ik wil niet dat Lucas ongelukkig is. Hij verdient mijn respect...' Ze legde de hoorn neer zonder zijn reactie af te wachten. Hij draaide direct haar nummer, liet de telefoon vijf, zes keer overgaan. Ymke nam niet op; ze zou bij de telefoon staan, in tweestrijd gestaan hebben. Ze nam niet op. Vanaf nu richtte ze zich helemaal op haar kind en liet zich door niets meer afleiden.