***

Alles bij elkaar heeft moeders ziekte enkele maanden geduurd. In het najaar was ze voor observatie in het Velpse ziekenhuis opgenomen. Ze leed aan duizelingen. De huisarts constateerde een zwakke pols. In het ziekenhuis werden geen bijzondere afwijkingen geconstateerd, behalve de onstabiele angina pectoris. Ze kreeg andere bloedverdunnende pillen.

De winter kwam ze goed door. Ze had alleen last van jeuk tussen haar vingers en kreeg daar zinkzalf voor. De witte blaasjes tussen haar vingers krabde ze met hartstocht open. Dan verdween de jeuk voor korte tijd. Ze was nerveus, maakte zich zorgen over haar zoon die nog steeds alleen was en wel alleen zou Wijven. Ze miste papa. Het verkavelde terrein met roestend gereedschap en andere oude troep was haar een doorn in het oog. Haar leven was voorbij. Casper verbood haar zulke opmerkingen.

'Jij blijft altijd bij ons.'

Op een kille avond in het voorjaar was hij nog laat in de avond zonder aankondiging naar Velp gereden. Hij trof haar in de voorkamer, zittend op de divan waar vader had gelegen toen hij ziek was, met haar jas aan, met haar handtas, de omslagdoek op schoot. Ze stond op het punt om op te staan en te vertrekken. Waarheen? Het was ijskoud in de voorkamer. De auto had ze niet gehoord.

'Jij nog, zo laat! Met dit smerige weer? Wat heb ik je lang niet gezien!' Hij was de dag ervoor ook geweest. Die nacht was hij bij haar gebleven, 's Nachts droomde Casper dat zijn moeder dood was. Dezelfde droom van heel lang geleden: hij was alleen in huis, iedereen was vertrokken; hij werd wakker en liep direct de overloop op om te horen of moeder beneden was.

Hij belde de volgende dag naar zijn werk dat hij vrijaf nam.

'Waarom kom je niet bij mij wonen?' stelde hij voor. Nee, ze wilde hem niet tot last zijn. Hij deed boodschappen in het dorp. Toen hij het pad langs het huis op liep, zag hij haar in de keuken staan, tegen het aanrecht. Ze keek wel naar Casper, maar haar blik was leeg. Het was niet eens zeker dat ze hem herkende. Wat zag zijn moeder? Haar eigen dood? Moeders lippen schoven over elkaar. De dood voor Casper, op dat moment, waren de lippen van zijn moeder die geluidloos over elkaar schoven. Ook toen hij haar aanraakte, bleef ze aan de grond genageld staan, de handen verstrakt om de rand van het aanrecht. Haar ademhaling leek op een zacht hikken. Hij maakte haar handen los, droeg haar naar vaders leunstoel.

Casper waarschuwde de huisarts.

Met haar handen in de zijne week langzaam de verstarring. Moeder leefde nog. Hij zou nu Ymke of Lucas moeten bellen.

Hij wachtte nog. De dokter vond haar pols erg zwak en nam in de keuken contact op met het gemeenteziekenhuis. Daarna belde Casper Ymke. Gabrielle nam op. Ze zei dat mamma een middagje uit was. Papa had ze zelf voor iets nodig gehad, maar hij was op de universiteit onbereikbaar.

'Casper, ik kom naar oma. Ze mag niet doodgaan.'

'Heb je dan geen school?'

'Ik had vandaag geen zin. Mamma heeft naar school gebeld.'

'Neem een taxi.'

Gabrielle was tegelijk met de ambulance aangekomen.

Die korte rit naar het ziekenhuis zou hij nooit vergeten. Een broeder controleerde moeders pols. Gabrielle hield de rechterhand van oma vast. Hij stond naast haar. Moeder had meer kleur gekregen en tegelijk meer praatjes. Ze voelde zich niet ziek. Waarom moest ze naar het ziekenhuis? Waarom dan niet naar dat in Velp? Dat was haar veel vertrouwder. Die hele opname was onzin. Het liefst had ze de ambulance laten omkeren. Tegen haar kleindochter: 'Jij had op school moeten zijn.'

'Ik ben liever bij u...' Ze had een aangename stem, helder, welluidend. En zelfverzekerd. Precies Ymke. Hij herinnerde zich Ymkes verschijning, in de sneeuw, op de kwekerij. Onvoorstelbaar dat hij nu met dit meisje was, met moeder tussen hen in. Buiten, in de berm, hing het bord dat de ingang van het openluchtmuseum aangaf. Het smalle gezicht met de grote donkere ogen, dat was ook Ymke. Zijn blik viel op haar hand. De slanke vingers, de smalle, iets gewelfde nagels waren van zijn moeder. Van Lucas niets. Dat sprak vanzelf. Dit was niet het kind van zijn broer. Gabrielle droeg een zomerjurk die haar schouders en een gedeelte van haar rug bloot liet. De wervels tekenden zich scherp af. Gefascineerd keek hij naar haar, sloeg ontroerd zijn arm om haar schouder, terwijl de ambulance stopte voor de slagboom van het ziekenhuis. Rachel en Gabrielle, twee zusjes.

De eerste week - alleen onderzoeken. Casper ging zoveel mogelijk buiten de bezoekuren om. Hij wilde liever alleen met haar zijn. Die eerste dagen trof hij haar altijd van uitputting in diepe slaap verzonken aan. Heel bleek, haar handen plat op het laken. Hij schoot een verpleegster aan, vroeg of ze al meer wist. Ze kon nog niets zeggen, maar die onderzoeken waren geen pretje. Hij stelde zich zijn moeder voor die op de met papier bespannen onderzoekstafel lag. Moeder, alleen op de onderzoekstafel, gedeeltelijk ontkleed, alleen gelaten door de zuster met de woorden: De dokter komt zo. Achter een deur hoort ze wel stemmen. Dat zullen de artsen zijn. Zij worden opgehouden. Moeder ligt daar, halfnaakt, naakt misschien. Achter de deur gaat de telefoon. Iemand neemt op, praat. Zij krijgt het koud. Misschien vergeet men haar. Ze wordt bang. Verkilt. Het is onaangenaam om op dat krakerige vel papier te liggen. Met wie praat de dokter? Stelt hij een patiënt gerust? Is het zijn geliefde? Moeder ziet de gebruinde armen van de dokter voor zich. Direct zal hij binnenkomen en zal het onderzoek beginnen, zal hij professioneel haar buik betasten. Zijn gladde vingers zullen zonder warmte zijn.

Soms kwam hij nog 's avonds laat in het ziekenhuis. Ze kon niet slapen. Ze zei dat de stilte haar belette in te slapen. Ze had in haar leven altijd slecht geslapen. Papa viel als een blok in slaap, hoe groot de zorgen ook waren. Moeder liep de hele nacht over de overloop te dwalen. De verpleegsters mochten geen slaaptabletten geven. Jij, Casper, bracht ze voor haar mee.

Een verpleger of verpleegster kwam binnen.

'Dit is mijn jongste zoon.'

'U heeft het getroffen met zo'n zoon.'

Engelen van het duister
titlepage.xhtml
content002.xhtml
content003.xhtml
content004.xhtml
content005.xhtml
content006.xhtml
content007.xhtml
content008.xhtml
content009.xhtml
content010.xhtml
content011.xhtml
content012.xhtml
content013.xhtml
content014.xhtml
content015.xhtml
content016.xhtml
content017.xhtml
content018.xhtml
content019.xhtml
content020.xhtml
content021.xhtml
content022.xhtml
content023.xhtml
content024.xhtml
content025.xhtml
content026.xhtml
content027.xhtml
content028.xhtml
content029.xhtml
content030.xhtml
content031.xhtml
content032.xhtml
content033.xhtml
content034.xhtml
content035.xhtml
content036.xhtml
content037.xhtml
content038.xhtml
content039.xhtml
content040.xhtml
content041.xhtml
content042.xhtml
content043.xhtml
content044.xhtml
content045.xhtml
content046.xhtml
content047.xhtml
content048.xhtml
content049.xhtml
content050.xhtml
content051.xhtml
content052.xhtml
content053.xhtml
content054.xhtml
content055.xhtml
content056.xhtml
content057.xhtml
content058.xhtml
content059.xhtml
content060.xhtml
content061.xhtml
content062.xhtml
content063.xhtml
content064.xhtml
content065.xhtml
content066.xhtml
content067.xhtml
content068.xhtml
content069.xhtml
content070.xhtml
content071.xhtml
content072.xhtml
content073.xhtml
content074.xhtml
content075.xhtml
content076.xhtml
content077.xhtml
content078.xhtml
content079.xhtml
content080.xhtml
content081.xhtml
content082.xhtml
content083.xhtml
content084.xhtml
content085.xhtml
content086.xhtml
content087.xhtml
content088.xhtml
content089.xhtml
content090.xhtml
content091.xhtml
content092.xhtml
content093.xhtml
content094.xhtml
content095.xhtml
content096.xhtml
content097.xhtml
content098.xhtml
content099.xhtml