***
Onder de Mickey Mouse-slingers door rende de jarige Gabrielle recht op haar oom toe, sloeg de armen om hem heen.
Jij tilde haar hoog boven je, zette haar weer op de grond.
Moeder zei: 'Zoals dat kind op Casper lijkt. Ze heeft ook zijn mond...' Nu knuffelde oma haar kleinkind. 'Dag lieverd, gefeliciteerd. De cadeautjes komen straks, als papa erbij is.'
Ymke zei dat Lucas beloofd had wat vroeger van zijn werk thuis te komen. Ze verwachtte hem elk moment.
Ze dronken thee rond de marmeren salontafel, waarboven laag een donkerpaarse bollamp hing. Het was een prachtige herfstdag. De zon scheen in de kamer. Ymke had moeder 's morgens aan de telefoon verteld dat ze een huis in Arnhem hadden gekocht, in de Burgemeestersbuurt, met uitzicht op het park. Ze gingen binnenkort verhuizen. Moeder merkte op dat het voor de kleine meid heerlijk zou zijn om in een tuin te kunnen spelen.
Gabrielle klom op Caspers schoot. Hij zette haar met haar rug naar zich toe, zong een kinderliedje dat hij zich van zijn moeder herinnerde.
Herenpaarden, herenpaarden,
Boerenpaarden, boerenpaarden,
Een gat in de weg!
Hij deed zijn benen van elkaar, liet haar bijna vallen, tussen zijn knieën door. Gabrielle gilde van plezier.
'Casper kan altijd zo goed met kinderen overweg.'
'Nou doet u net of Lucas dat niet kan!' Ymke reageerde een beetje gepikeerd.
'Nee kind, zo bedoelde ik het natuurlijk niet.' Ze maakte het weer goed door een opmerking te maken over het schattige jurkje dat Gabrielle droeg. Van heel fijne bordeauxrode rib, met een geplooide halsboord en op de jurk als versiering twee kleine vlinders, in kleur afstekend. Een bijna Victoriaans jurkje. Ymke had daar gevoel voor.
'En die grote donkere ogen...'
'Die soms zo boos kunnen kijken,' vulde Ymke lachend aan. Nu niet. Die ogen straalden.
Ze hoorden Lucas' auto in de straat.
'Daar is papa!' riep Ymke. Gabrielle deed of ze haar moeder niet hoorde.
Lucas kwam binnen, begroette iedereen, kuste zijn vrouw, zijn moeder, zijn broer.
Casper had het meisje op de grond gezet. Ze riep met de rug naar haar vader toe dat ze geen kus wilde.
'Kijk papa aan,' gebood Ymke. Het kind bleef koppig met de rug naar de volwassenen staan. Ymke keek met een wanhopige blik naar haar schoonmoeder. Dit was van de laatste tijd. Moeder wist zeker dat het kuren waren. Die kwamen vanzelf en gingen ook vanzelf weer over.
Ymke: 'Gabrielle, ik wil dat niet meer horen. Heb je dat goed begrepen?' Haar stem klonk onder de deels gespeelde boosheid ook wanhopig. Ze wist geen raad met de situatie. Vooral voor Lucas vond ze het vervelend. Hij had zo graag een dochter willen hebben, was zo trots op haar, zij onttrok zich aan hem. Gisteravond toen hij haar naar bed bracht, had ze zich van hem weggedraaid; hij mocht niet voorlezen.
Om zich een houding te geven liep Lucas naar de kast met glazen. Iedereen had met hem te doen.
Hij vroeg wat hij voor iedereen in mocht schenken. Moeder zei dat hij er zich niets van aan moest trekken, richtte zich toen tot de kleine meid: 'O, o, en wij vinden jouw vader juist zo lief.'
'Ikke niet.'
Ymke begreep niet waar die veranderde houding zo ineens vandaan kwam. Tot voor een maand ging Lucas zodra hij thuiskwam met haar fietsen. Ze hadden samen het grootste plezier. Och, het zou vanzelf weer goed komen.
De cadeautjes werden uitgedeeld. Het meisje ging in een hoek zitten spelen. Moeder zei dat het jammer was dat vader zijn kleindochter niet meer meemaakte. Casper maakte een opmerking over de windhondenraces, Ymke onthulde dat ze aan het nieuwe huis waren gekomen via een tip van hun huisvriend, de uitgever Eduard Vermeer. Het was, ze zouden het zo zien, behoorlijk uitgewoond. Er moest heel veel aan gebeuren. Eigenlijk ging het wat boven hun begroting, maar ze wilden het ook niet laten lopen. Het lag zo fraai. Moeder zei dat ze geen medelijden met hen had. Lucas had een goede baan, en anders zou die vriend wel willen bijschieten. Zo verdrongen ze het onderwerp van Gabrielles pijnlijke koppigheid. Lucas zei dat hij al een tijdje niet bij zijn broer was geweest. Een dezer dagen zou hij bij Casper langsgaan, ook om inspiratie op te doen voor zijn tuin.
'Van papa hou ik toch niet,' zei het meisje onverwacht uit de speelhoek.
'Gabrielle, ben je gek geworden?' Ymke trok wit weg, beet op haar lip om niet te huilen. Lucas, naast zijn broer op de zitbank, reikte over de tafel heen naar haar hand. Om haar gerust te stellen.
Hij boog zich tegelijkertijd voorover, raakte eerst met zijn hand, toen met zijn hoofd de lamp. Zo ongeveer gebeurde het. Niemand wist helemaal precies hoe. Misschien had er al een barst in gezeten. Ze knapte uit elkaar, viel in duizend stukken op de marmeren tafel. Fijne glasdeeltjes lagen tot in de verste hoeken. Moeder en de beide mannen ruimden alles op. Ymke kon alleen verslagen toekijken. Wat een verjaardag! Moeder kalmeerde haar. Het was maar een lamp. En niet eens een mooie. Zij had er nooit wat aan gevonden. De jarige voelde zich schuldig, klemde zich aan haar moeder vast.
Lucas, na het bezoek aan de verwaarloosde tuin van de net gekochte villa, alleen met zijn broer: 'Nee echt, Casper, het is al zo lang geleden dat ik bij je was. Ik moet je ook iets vertellen... nee, nu zeg ik niets.' Hij deed geheimzinnig, had een arm over Caspers schouder gelegd.
'Nou ja, ik wil je toch... Kappie, kom eens mee.' Lucas ging zijn broer voor de studeerkamer in. Een hoog vertrek met stucwerk aan het plafond. Langs de wanden en op de grond boeken. Op kleine tafels stapels tijdschriften. Casper las een titel: Les littératures a travers le monde. Lucas liet een boek zien op zijn bureau waarin hij geciteerd werd. Casper toonde zich vol bewondering voor de wetenschappelijke carrière van zijn broer. Maar dit keer had Lucas hem niet naar zijn kamer meegenomen om Casper een blik te gunnen in zijn werk. Lucas had vandaag zorgvuldig de deur achter zich gesloten en zei terwijl hij weer naar zijn bureau liep dat hij een vriendin had. Op zijn bureau stond een rij boeken. Hij trok er een uit; daar lag een kleine sleutel. Daarmee opende hij een geheim laatje. Hij overhandigde zijn broer een foto. Beneden waren de stemmen van moeder en Ymke te horen.
'Om je een idee te geven...' zei hij. Hij was vlak bij Casper komen staan, afwachtend. Voegde er nog aan toe: 'Een studente van mijn doctoraal werkgroep. Heel intelligent.'
'En mooi!' Casper bekeek de foto en knikte goedkeurend. Ze was aantrekkelijk, had mooie lange benen. Prachtig. Een beetje hooghartig. Bijna ongenaakbaar. En toch had Lucas haar veroverd. Zijn broer wees op het korte rokje van zwart suède en de rode oorknopjes. Dat alles had hij haar cadeau gedaan. Dit meisje was hem zomaar in de schoot geworpen. Tijdens een college, in verband met het maken van afspraken, had hij zijn studenten verteld dat hij op dinsdagmiddag niet bereikbaar was, dat hij dan in de u B in Leiden werkte. De eerstvolgende dinsdagmiddag had zij hem in de hal van de u B opgewacht. 'Kappie, ik zou niet meer zonder haar kunnen. Aan zo'n meisje raak je verslaafd.' Casper dacht aan het wanhopige geclaxonneer, toen op de Rijnkade. Zijn broer, door Ymke en hemzelf verlaten, alleen in de auto, ongelukkig, verslagen.
Deze foto was Lucas' antwoord. Lucas legde uit dat het alleen om het jonge lichaam, om de pure seks ging. Het was ook het wonderbaarlijke van zo'n jong meisje. Als hij haar in zijn armen nam, was het of hij niet alleen dat soepele lichaam, maar ook een idee van vanzelfsprekend, ongeremd genot tegen zich aandrukte. Van Ymke hield hij natuurlijk, Ymke zou hij nooit voor dat meisje verlaten, maar die speelsheid kon hij zich met Ymke niet goed meer voorstellen.
Casper gaf hem de foto terug. Casper was even onthutst. Een donker, teleurgesteld gevoel dat snel wegebde. Hij zou wel even zijn broer willen zijn om precies te weten wat deze voelde. Hij wist het eigenlijk wel, hij begreep zijn broer. Lucas had dit meisje nodig om de kwelling van die nacht te verzachten. Lucas moest er iets tegenoverstellen; deze verovering kon hij niet voor zich houden; hij moest ermee pronken; zijn jongere broer moest door de foto verblind worden. Ymke was mooier. Het meisje had niets dat Ymke niet bezat, maar deze Karin was triomf, bezat een onbetwistbaar voordeel, had hem niet bedrogen. Ymke betekende echec. Lucas leefde voortdurend met de angst van die nacht.
Nu kwam hij met een tweede foto op de proppen. Een studentenkamer. Twee grote, blauwbeschilderde bloempotten en daarop een plank met geluidsapparatuur. Ernaast het bed, met de naakte Karin, haar hoofd opzij, de benen iets opgetrokken, wijd gespreid. Lucas had haar bezeten en direct erna een foto gemaakt. Casper wist niet goed wat hij nu zeggen moest. Hij had die foto's liever niet gezien, maar dacht: toen Ymke en ik verstrengeld op de dansvloer stonden en hem waren vergeten, stonden de paniek en ontzetting op zijn gezicht te lezen. Hij had zijn broer toen afgetroefd, al had hij dat niet zo bewust gevoeld. Lucas had weer terrein veroverd, zei dat hij er behoefte aan had om Casper in vertrouwen te nemen. Hij kon er natuurlijk met niemand over praten, al wilde hij wel onthullen dat ook Eduard Vermeer, die na zijn studie over D'Annunzio meer van hem ging uitgeven, hiervan op de hoogte was. Deze echte libertijn liet zelf dagelijks een nieuwe schandknaap bij zich bezorgen... Deze Vermeer was zijn enige echte vriend. Op Ymke was deze vriend ook erg gesteld. Eduard Vermeer kon die dingen goed scheiden. Casper dacht: wat ben jij een klootzak, maar zei het te waarderen dat zijn broer hem in vertrouwen nam.
'Ja, het kan raar lopen, hè Kappie,' zei Lucas enigszins raadselachtig. 'Je bent toch niet jaloers, hè?' Hij kuste hem op beide wangen. Ze stonden heel dicht bij elkaar, Lucas zoende hem weer.
De deur ging open. Het was moeder. Ze wilde weten wat haar beide jongens toch uitspookten. Lucas liet haar het boek zien waarin hij geciteerd werd.
Ze keek er vluchtig naar, sprak haar verbazing - niet voor het eerst - over al die boeken uit. Er bestond op de wereld toch wel wat anders dan boeken lezen? Hij kon beter wat vaker thuis zijn.
In de huiskamer kwam Lucas op de schandknapen van Eduard Vermeer terug. Moeder reageerde onmiddellijk: 'Met zulke mensen zou ik niet willen omgaan.' Ymke keek Lucas verwijtend aan. Waarom het woord 'schandknapen' laten vallen in moeders aanwezigheid?