***
Een mozaïekvloer van donkerblauwe tegels. Kunstmatig zandstrand. Machines die hoge golven maakten. Stroomversnellingen. 'Piscine Déligny', het drijvende bad in de Seine, in het diepe ruim van een voormalig graanschip. Sinds 1840 lag het tegenover het Palais Bourbon. Op het zonnedek, op chaises longues, vooral oudere, elegante vrouwen, diep bruin, in een zekere geur van rijkdom. Het type vrouw dat Casper goed kende.
Casper lag uitgestrekt op het zonnedek. Geen benauwdheid. Geen ademnood. De zon stond loodrecht boven zijn hoofd. De hitte kon geen kant op, weerkaatste tegen de witgekalkte rondlopende wanden. Rachel in het water, drijvend op een luchtbed, ogen gesloten, haar haar waaierde uit. Hij op het dek, onbeweeglijk, terwijl het zweet langs zijn slapen liep, vaag ongerust over zijn moeder. (Hij wilde ook maar één nacht wegblijven; Rachel zou die nacht, had ze thuis verteld, bij een vriendin doorbrengen.) Op de Seinekade, ver weg, in de hoogte, hoorde hij even het gejank van een hond. Wegsoezend zag hij de hond van Hollands Spoor voor zich. Hij waande zich in eethuis Top- kapi. Casper had dat nooit eerder in de ogen van een dier gezien: de paniek, het ongeloof dat het zoiets overkwam. Toen de stuiptrekking. De achterpoot die over de gladde tramrails uitgleed. Het Haagse Stationsplein was vol geluiden, vrolijke stemmen, warme wind, er scheen helder licht en de hond had daar gelegen, onbereikbaar, ontzagwekkend, dood.
Een crawlslag in het water. Rachel die zich op de kant hees, in de doodse stilte die rondom heerste (niemand zwom) en onverwacht druipend boven hem stond en bij hem neerhurkte. 'Kappie, ik hou van je. Maar we laten elkaar vrij, hè? louw woorden.' Ze droeg geen bovenstukje. Van haar kleine harde borsten vielen druppels. 'Kappie, mijn moeder heeft geen idee dat ik hier met jou ben.' Er was een tweede zonnedek, boven hen. Mannen hangend over de reling keken toe, benijdden Casper. Hij trok haar naar zich toe, was dankbaar (maar jegens wie?) dat dit meisje hem toegewijd was. Acteerde hij zijn verliefdheid, zoals hij op het gemeentehuis de ijverige, toegewijde archivaris speelde? Hij wreef zijn wang langs haar borsten. Zij richtte plotseling haar hoofd op. 'Kappie, weet je wat mamma laatst zei en ze keek toen bijna bewonderend. 'Je wordt echt al een vrouw, je borsten zijn ronder, voller... Ze weet niet dat dat door jou komt...' Daarna, slaperig geworden, was ze tegen hem aan gekropen, in elkaar gedoken, ineens een beetje rillerig van de hitte, handen tussen haar knieën, roze op de wangen, maar kippenvel op de armen en benen. De hitte op het dek nam toe. Maar Casper had geen gezwollen oogleden, geen opengesperde neusgaten en mocht de astma toeslaan, hij was er zeker van dat dit meisje hem zou kalmeren, zijn natte hoofd zou afvegen.
In de schaduw dronken ze een citron pressé en keken naar de rondvaartboten vol toeristen, die langsvoeren. Zij stond op, liep om de terrastafel heen en ging achter hem staan. Drukte met haar handen op zijn schouders, als wilde ze hem beletten om op te staan. Ze zei dat ze gelukkig was, dat ze altijd hier met hem zou willen blijven. Ze had nog geen moment heimwee naar huis gehad.
Hij maakte zich zorgen om moeder, belde geregeld, maar het kostte geen moeite om hier te zijn, met dit meisje.
Métro Bastille. In vitrines langs het perron lagen heuse brokstukken van de oude gevangenis. Vanaf de place de la Bastille liepen ze de smalle rue de la Bastille in. Hun kamer, op de hoogste etage van hotel Speria, keek neer op de schelm bij uitstek: Figaro. Zij diagonaal op bed, op de zware sprei die tot op de grond hing; zij ging naar de badkamer, deed haar benen van elkaar, waste zich. Hij zag haar in de spiegel, keek naar die kleine wassing.
'Je kijkt.'
Onder hen, het Parijse straatrumoer en op een sokkel het elegante beeldje van Beaumarchais' held.
De stagetijd was voorbij. Ze bleven elkaar toch ontmoeten? Zij kon naar Ede komen, hij naar Nijmegen waar ze op kamers woonde.
De maandag na hun bezoek aan Parijs belde ze hem op. Mamma had haar vriendin gebeld. Rachel was vergeten haar te instrueren. Ze had toegegeven dat ze met een man naar Parijs was geweest. En ook verteld met wie. Haar moeder eiste dat ze de verhouding onmiddellijk stopzette, was van plan om het gemeentehuis te bellen.
'Hoe moet dat nu, Casper?'
Ze bleven elkaar zien.