***

Zon op de zacht witte muren, op de vergeelde luiken van café 'De Bospoort'. Harry had Ymke net uitgelegd dat een hond bijna een mensaap is, meer mens dan dier. Een paar auto's in de straat, wit van het stof. De grond in deze streek bevat veel kalk. Ymke, die zonnige dag, sloeg haar ogen op en keek Caspers vriend aan, de ijslepel met de lange steel in de mond. Haar ogen glimlachten. Dit was een dag die op geen enkele andere leek. Toen nam Harry Egberts afscheid; hij ging trainen met zijn Afghaan. Casper en Ymke keken hen na. Het elegante dier had een dansende gang, keek telkens op naar zijn baas.

Zij legde haar hand op de zijne. Haar stem: 'Het was goed, hè?' Jazeker, die nacht... Hij nam haar hand en legde die tegen zijn lippen. Dacht zij nu aan Lucas? Hij wilde haar huid op zijn lippen voelen. Hij dacht aan zijn broer die nu op het instituut vergaderde of doceerde.

Zorgeloos, hand in hand, volgden ze tussen gemeentehuis en Jan Luyken College de holle weg naar de top van de heuvel. Daarachter begon de heide. In augustus, vanuit de hoogte, een paarse veeg. Ze bereikten een serie okergele zandbergen die oprezen uit de vlakte. Op de hoogste lagen drie prehistorische graven uit de ijzertijd. Halverwege, rechtop, hierheen gevoerd in de laatste ijstijd, een metershoge zwerfkei, met rode aderen. De 'bloedsteen' volgens de oude buurtboeken. Waarschijnlijk had die een sacrale betekenis. Verderop stonden kleinere stenen. Veluwse menhirs, die als bakens bij oeroude wegen dienden.

Hij had een hand om haar middel gelegd. Hij zag dat ze zijn uitleg waardeerde. Ze keken naar het intrigerende landschap om hen heen. In hun neus de geur van droge, knisterende hei en harde, bijna afgestorven moskussens.

Een diepe kom met windrimpels, waarin ze zich vlijden. Een vliegden in poederwit zand. Wie bedacht het spelletje? Hij zei: 'Je wang.' En hij raakte met zijn vingers of lippen haar wang aan. Zij: 'Je haar...' Hij: 'Je ogen...' En na een eerste inventarisatie vonden ze lichaamsdelen die ze de eerste keer in de haast hadden overgeslagen. Er mocht er geen een ontsnappen. Magie. Rite. Tussen de kussen door begon ze tegen hem te praten. Hij onderbrak haar, vroeg hoe zijn broer gereageerd had. Haar blik werd somber, ontwijkend. Ze wilde er niets over zeggen. 'Je begrijpt wel dat Lucas verslagen was.'

Ze draaiden zich beiden op hun rug. De contouren vervaagden in de bijna rechte banen licht. Was de zwerfsteen in het tegenlicht een bijl, een monster, de prehistorische mens uit Les Eyzies, hier neergezet, als een teken? Casper steunde op zijn ellebogen. In het verblindende licht waren Ymkes oogleden doorschijnend. Het leek of ze zich extravagant had opgemaakt. Onder haar linkerborst zaten drie sproeten. Hij zag hoe de lange spieren van haar kuiten zich bewogen. In de verte, in het dal, aan hun voeten, dampte de hei. Hij kuste haar gesloten ogen, de slapen, kwam terug bij haar ogen. De weerschijn van de trage wolken in het moiré van de vlakte.

Haar stem: 'Cas, hoe moet dat nou?' Die stem, laag, trilde een beetje, net als het korstmos waarop haar hoofd lag. Haar blik in de zijne, over zijn huid. Ze verwachtte geen antwoord. Hoger tegen de helling, de ronde grafheuvels. In het zand op de bodem waren geen resten van mensen aangetroffen; slechts gave lijkschaduwen, in het zand. Vreemde gewaarwording voor Casper: je lippen tegen de wang, in de hals, van een ander. Van een ander houden. Willen dat de ander bij je blijft. Geen van beiden dacht: we genieten zoveel mogelijk, want elk moment kan het laatste zijn. Ze waren juist lui. Dachten toch genoeg tijd te hebben, later, om een serieus gesprek te voeren. Hij was verliefd. Hij hield van haar. Hij wilde alleen deze vrouw. Niemand anders. Hij wilde haar... Alleen haar... Zij, drong aan. 'Zeg wat tegen me!' Ze wilde die fameuze woorden horen: liefde, geluk. En andere, even clichématig, even opwindend. Hij gebruikte ze niet. Was dit dan geen echte liefdesgeschiedenis? Slechts een aanzet? Hij moest toegeven dat er nog weinig ontwikkeling in zat. Alleen wat taferelen. Het begin. Er is altijd een begin; deze middag...

Nog steeds de zon; al voelde je onder de wind de kilte van de naderende herfst; de hei golfde. Boven hen, de grafheuvels; de korte zinnen die ze uitspraken, als in ademnood. Hij duwde haar gezicht naar achteren, zij maakte zich los. Ze rolden over elkaar heen. Hij zag de man het eerst. Een oude man, die vanachter een hoge pol struikhei hen al die tijd had bespied. Ymke zag hem ook. Hij stamelde angstig dat hij verdwaald was, dat verderop zijn fiets stond. Hij was doodsbang. Ze hadden met hem te doen. Achterwaarts lopend, gebogen, zijn gulp dichtknopend, verdween hij achter de top van de heuvel.

Er kwam meer wind. De hei werd vochtig. De hemel veranderde van tint, werd bleek. Met hun blote voeten stonden ze in de avondmist. Zij kreeg haast. Lucas kon eerder thuiskomen. Ze was nerveus. Haar lippen waren nog gewillig. Maar ze voelden zich beiden ook wat ongemakkelijk toen ze de holle weg afdaalden, die met zijn begroeide wallen de warmte van overdag had vastgehouden en naar vertrapte kamille geurde. Zij vertrok. Hij zwaaide haar uit. Halverwege de straat stopte ze; hij holde naar haar toe, stak zijn hoofd door het raampje, kuste haar. Nu moest ze gaan. Hij zwaaide, zij stopte weer, nu ter hoogte van café 'De Bospoort'. Voorzag zij achter al dat 'ja' al het 'nee'? Harry Egberts stak vanaf het terras zijn hand op; de hond kwam overeind, de oren gespitst. Ymke zei dat ze niet weg wilde, dat ze niet meer wist of ze nog van Lucas hield, dat ze niets meer wist, na deze middag...

'Ga nu maar...' Ze zagen elkaar toch gauw weer. Ze sloeg de hoek met de Amsterdamseweg om, hij kon haar auto nog lange tijd horen. Bij het grote kruispunt, even buiten de bebouwde kom, ging ze rechtsaf. Nog hoorde hij haar auto. Nu reed ze over de Ginkelse hei. Links van haar de grafheuvels, het diepe smeltwaterdal, het weidse panorama.

Casper liep op zijn vriend toe. Wat was genot simpel. Toch een sensatie van onwerkelijkheid. Het was maar goed dat zijn vriend op hem wachtte.

Engelen van het duister
titlepage.xhtml
content002.xhtml
content003.xhtml
content004.xhtml
content005.xhtml
content006.xhtml
content007.xhtml
content008.xhtml
content009.xhtml
content010.xhtml
content011.xhtml
content012.xhtml
content013.xhtml
content014.xhtml
content015.xhtml
content016.xhtml
content017.xhtml
content018.xhtml
content019.xhtml
content020.xhtml
content021.xhtml
content022.xhtml
content023.xhtml
content024.xhtml
content025.xhtml
content026.xhtml
content027.xhtml
content028.xhtml
content029.xhtml
content030.xhtml
content031.xhtml
content032.xhtml
content033.xhtml
content034.xhtml
content035.xhtml
content036.xhtml
content037.xhtml
content038.xhtml
content039.xhtml
content040.xhtml
content041.xhtml
content042.xhtml
content043.xhtml
content044.xhtml
content045.xhtml
content046.xhtml
content047.xhtml
content048.xhtml
content049.xhtml
content050.xhtml
content051.xhtml
content052.xhtml
content053.xhtml
content054.xhtml
content055.xhtml
content056.xhtml
content057.xhtml
content058.xhtml
content059.xhtml
content060.xhtml
content061.xhtml
content062.xhtml
content063.xhtml
content064.xhtml
content065.xhtml
content066.xhtml
content067.xhtml
content068.xhtml
content069.xhtml
content070.xhtml
content071.xhtml
content072.xhtml
content073.xhtml
content074.xhtml
content075.xhtml
content076.xhtml
content077.xhtml
content078.xhtml
content079.xhtml
content080.xhtml
content081.xhtml
content082.xhtml
content083.xhtml
content084.xhtml
content085.xhtml
content086.xhtml
content087.xhtml
content088.xhtml
content089.xhtml
content090.xhtml
content091.xhtml
content092.xhtml
content093.xhtml
content094.xhtml
content095.xhtml
content096.xhtml
content097.xhtml
content098.xhtml
content099.xhtml