***
Casper stond voor het zijraam. Zijn moeder kwam de kamer binnen. Hij zag direct dat ze van streek was. Dan leek ze nog kleiner. Was er weer iets rampzaligs gebeurd? Waren het weer rekeningen die vereffend moesten worden, waar geen geld voor was? Maakte ze zich zorgen om zijn vader? Onlangs was er een gieter uit zijn hand gegleden; even daarna kon hij de knip van zijn portemonnee niet meer open krijgen. Niet dat hij zijn portemonnee zo vaak op een dag nodig had; er kwam steeds minder geld binnen.
De huisarts had hem doorgestuurd naar het gemeentezieken- huis. Lucas had hem vergezeld. De specialist had gewrichtsreuma geconstateerd. Het werk in de tuin kwam bijna helemaal op Lucas neer.
Vader zat op de tuinbank, verdiept in een boek. Met zijn pols sloeg hij de bladzij om. Hij werd er al handig in.
'Wat is er moeder?'
Ze stond met de rug naar haar jongste toe. Het duurde even voor ze antwoord gaf. Toen: 'Wat ik nu toch heb meegemaakt!' Ze diepte uit de zak van haar schort een brief op. Toch de zoveelste aanmaning? Ze liet hem de brief lezen. 'Casper, wat moeten we hiermee?'
Die anonieme aantijgingen tegen Ymke sloegen natuurlijk nergens op. Knap snoetje had ze, volgens de briefschrijver, maar ze deugde niet. Een afgelikte boterham. Dook met iedereen in bed. Had al veel jongens versleten en werd vroeger op de middelbare school niet voor niets 'een hoer' genoemd. De briefschrijver waarschuwde de ouders van Lucas. Hun zoon zou ongelukkig worden als hij deze verhouding niet bijtijds verbrak. Licht ontvlambaar, liet ze haar minnaars, onverwacht, als een baksteen vallen. Ze was nymfomaan. De brief was getypt. De postzegel was afgestempeld in Utrecht. Ze kenden niemand in Utrecht.
Moeder onthulde toen dat zij al eerder brieven in dezelfde geest ontvangen had. Voor vader had ze die verborgen gehouden. Ze had ze verstopt in het dressoir.
Wat moest ze hiermee? Moeder keek haar jongste aan. Hij troostte haar, meende dat het pure jaloezie was; een ex-vriend van Ymke die het niet kon verkroppen dat Lucas nu met haar ging. Ze was natuurlijk heel verleidelijk!
'Maar Lucas en Ymke mogen dit niet weten,' meende Casper. 'En vader al helemaal niet. Hij heeft Ymke op een voetstuk gezet...'
'Cas...' Hij zag de bezorgde blik, hoorde haar angstige stem. Er kwamen nog meer onthullingen. 'Die brieven maken me overstuur, ik heb de afgelopen nachten geen oog dichtgedaan. Cas, ik vraag me soms af of die twee wel gelukkig worden. Zij komt uit een heel ander soort gezin. Ik geef toe: ze doet nooit uit de hoogte, ik ben op haar gesteld, ik heb haar graag om mij heen en ze voelt zich hier ook thuis, heb ik de indruk, meer nog dan bij haar eigen ouders. Maar die brieven zijn zo fel, zo venijnig en vasthoudend. Ik ben zelf aan het twijfelen geraakt. Houdt zij echt van Lucas? En ik vraag me ook af of hij eigenlijk wel gek is op haar. De eerste tijd zeker, maar nu zie ik ze nooit meer lief tegen elkaar doen. Ik kan mij vergissen. Eerlijk gezegd, ik schaam me bijna het te zeggen, aan Lucas kan ik me soms zo storen. Eeuwig met die boeken om zich heen. Dat moet haar toch vervelen. Nooit tijd voor een uitje. Zelfs vader valt dat op. Vorige week - jij was er niet - hebben ze een hele avond geen woord tegen elkaar gezegd. Als je echt verliefd op een meisje bent... Ik begrijp zoiets niet. Vader evenmin. Die heeft er onlangs wat van gezegd. Dat vond ik wel goed van hem. Nou ja, ik weet dus niet of dat allemaal wel goed zal gaan. En daar zijn nu die brieven bij gekomen.'
Ze spraken af dat ze er met niemand over zouden spreken. Werd Lucas zelf bestookt, dan moest er iets gebeuren, maar misschien had de briefschrijver er al genoeg van.