***
Gehaast liep hij op haar toe. Juist omdat hij bang was, had hij haast. Ze riep wel 'Gas, lieve Cas', omhelsde hem, kuste hem, toonde zich blij, maar haar gebaren waren houterig, mechanisch. De woorden die ze zei klonken als een uit het hoofd geleerd lesje. De oude warmte ontbrak. Weer kruisten hun ogen elkaar, een opflikkering van verrassing die verliep in een vage, vlakke glimlach. Ze was niet blij. Ze huiverde, ze leed. De therapeute nodigde hen uit om tegenover elkaar plaats te nemen, zij- zelf stelde zich wat terzijde op. Gabrielle bleef bij haar stoel staan, ging niet onmiddellijk zitten, dacht na, overwoog. Vertraagd nam ze ten slotte plaats. Plaatsnemen op een stoel was niet vanzelfsprekend meer. Nu keek ze hem aan met een sprakeloze gelukzaligheid.
Hij zat tegenover haar. Weer de lichte trilling in het gezicht. Haar glimlach, vlak, onthecht. Dat was haar enige reactie. Ook toen de therapeute haar vroeg iets te vertellen aan haar oom.
'Vertel maar hoe je je voelt!'
De glimlach, die niets zei. Weinig was over van het prachtige, hartstochtelijke, zelfverzekerde meisje. Wat ze aan dromen en idealen had gekoesterd, was gesmoord in een ongekend verdriet.
Ze zocht geen oogcontact meer met Casper. Misschien een zweem van schaamte, van achterdocht.
'Cas, ik ben bang. Niets raakt me meer. Dat maakt me bang. Ik kijk steeds naar mezelf alsof ik een ander ben.' De woorden klonken alsof een ander ze uitsprak. 'Cas, ik beleef nergens meer plezier aan. Het is net of ik van niemand meer houd...' De lange wimpers knipperden. Ze meed nog steeds zijn ogen, schaamde zich. Niet alle gevoel was verdwenen.
Casper was weer met de therapeute alleen. Ze zei terwijl het haar als een waterval voor haar gezicht viel: 'Haar gevoelens zijn op drift geraakt. Alleen de bijbehorende gebaren zijn gebleven. Ze is intelligent, maar erg in de war. Ja, een flinke aanzet tot depersonalisatie.'
De vrouw gaf meer informatie. Gabrielle was hier sterk verwaarloosd binnengekomen. Met wijd opengesperde ogen had ze in de hal van het ziekenhuis gestaan. Verstijfd, heel angstig. Ze maakte een zeer ernstige crisis door. Ook de term 'borderline- syndroom' viel. Dit meisje dacht in extremen, had zichzelf slecht onder controle. Het grenzeloze had zich vooral gemanifesteerd in seksueel promiscue gedrag. Ongeremd. Mateloos. Een addict. Een verslaafde aan seks. O mens, laat je haar afknippen. Had ik een schaar... 'Wij kunnen hier eerste hulp verlenen, haar kalmeren. In overleg met de ouders die door u op de hoogte zullen worden gebracht - ik begrijp dat u een goede verstandhouding met hen heeft - zullen we haar waarschijnlijk naar een gespecialiseerde kliniek moeten verwijzen.'
'De laatste keer dat ik haar sprak... niets wees er toen op dat er iets ernstigs aan de hand was.'
'Kunt u zich nog herinneren waar u over gesproken heeft?'
Hij herinnerde zich dat heel precies. Gabrielle was ook die keer heel open geweest... Ze wilde zich aan een man verliezen, niet omdat ze van die man hield. Ze wilde zich volledig geven, maar ze gunde die man niet het genot dat ze zich aan hem verloor. Misschien bang iets waardevols van zichzelf kwijt te raken. 'Cas, het gaat zo. Ik kies iemand uit. Een man van wie ik denk dat hij sterk en zwak is. Ik verleid hem. Het lukt altijd. Ik spreid mijn benen nog voor hij een hand heeft kunnen uitsteken. Daar kunnen ze niet tegen. Een man wil ze zacht uit elkaar doen. Ze zijn even van de wijs. Hij streelt en zoent me en dan sluit ik mijn gezicht. Mannen worden daar onzeker van. Ze willen niet dat masker, maar het gezicht op het moment dat ik verleidde. Ik geef me voluit en kijk belangstellend toe. Na korte tijd heb ik genoeg van ze. Ik wil zoveel mogelijk minnaars. Voor elk trek ik andere kleren aan. Ja, lief oompje van me... Wat moet je nou met zo'n raar nichtje, hè? Maar jou kan ik het allemaal vertellen...'
Maar hij zei: 'Het ging over gewone dingen. Haar studie... Een film, geloof ik, die ze had gezien...' Hij liet nog los dat Gabrielle wel een meisje was dat graag filosofeerde over de man-vrouwverhouding. Maar welk meisje heeft dat niet op die leeftijd? Hij vertelde haar ook dat ze één keer een buitensporige liefde voor een oude man had opgevat, die snel overging. Dat zag ze zelf als puberaal gedrag waarvoor ze zich schaamde.
'Was ze eenzaam?'
'Voorzover ik haar zag, was ze altijd omringd door vrienden, een hartelijk, spontaan meisje. Behulpzaam. Zo ken ik haar. Heel actief, stabiel, vrolijk. Altijd druk in de weer. Vol plannen. Ze kon zich met hart en ziel aan iets overgeven, zoals haar moeder dat wel eens heeft geformuleerd.'
Het gesprek stond hem tegen. Ymke en zijn broer moesten maar details geven. Hij zou haar willen meenemen.
'Hoe verloopt zo'n ziekte?'
'We kunnen deze patiënten met de juiste medicatie een eind op weg helpen, maar volledige genezing is uitgesloten. De situatie zal zich hooguit stabiliseren.'
'Waarom krijgt juist zij...?'
'Daar zullen we waarschijnlijk nooit achter komen.'