***
Langzaam liet de trein de overkapping van het station in Arnhem achter zich. Casper, in een licht flanellen kostuum, was op weg naar Ede. Lucas had hem dit opvallende zomerse kostuum afgeraden. De sollicitatiecommissie kon de indruk krijgen met een nogal lichtzinnige man van doen te hebben, bij voorbaat ongeschikt voor de gevraagde functie.
Casper hoopte dat hij zou worden afgewezen. Hij was tevreden met het leven dat hij leidde, al verschilde het hemelsbreed met dat van voor vaders dood.
Het excessieve drinken had hij vrij abrupt opgegeven en roken deed hij helemaal niet meer. Vader was aan longkanker overleden. Casper kon met weinig geld toe. Zijn bemiddelde vriendinnen, ontsteld over de plotselinge leegte in hun bestaan, hadden geprobeerd contact met hem te krijgen. Brieven aan moeders adres en telefoontjes waren vanzelf opgehouden.
Wachten is erg. Niet langer wachten is erger. Hun verbijstering moet groot geweest zijn.
Lucas was het huis uit.
Bij de dood van vader had Ymke een liefdevolle brief aan moeder geschreven en de groeten gedaan aan Lucas en Casper. In de brief had ze ook gesuggereerd dat zij dit gezin erg miste. Ze had bij hen pas beseft wat een gezinsleven kon betekenen. Haar ouders hadden haar op dat gebied weinig of niets meegegeven.
Dat was het eerste hernieuwde contact geweest. Maanden later was Lucas haar in de stad, tegenover' Riche', tegengekomen. Ymke, mooier, opvallender nog dan voorheen. Ze hadden in 'Riche' iets gedronken. Haar verliefdheid op die vertegenwoordiger in schoolmeubilair was allang over, had ook niets te betekenen gehad.'Een caprice*.' Lucas had het Franse woord tegen haar ge- bruikt. Hij voelde dat hij weer kans maakte, al nam hij haar die plotse verdwijning nog steeds kwalijk.
'Ja, het was een afschuwelijke faux pas,' repliceerde zij en lachte beschaamd.
Het was tussen hen weer goed gekomen. Zij zouden nu echt en definitief bij elkaar blijven.
Ze trouwden in de 'Oude Jan', het twaalfde-eeuwse romaanse kerkje van Velp. Het was jammer dat vader dat niet meer had meegemaakt, hij die zo gesteld op haar was geweest. Zij had voor haar Amsterdamse uitgever ook Moravia's La Romana (Vrouw van Rome) vertaald, een van haar lievelingsromans en was nu bezig met I promessi sposi van Alessandro Manzoni, een andere favoriet. Lucas doceerde sinds kort Vergelijkende Literatuurwetenschappen in Leiden en legde de laatste hand aan een omvangrijke dissertatie over tijdgeest en periodisering. Lucas en Ymke woonden op een bovenwoning in de binnenstad en keken uit naar een vrijstaand huis in deze omgeving. Ze waren gehecht aan de streek.
Lucas had contacten bij het bestuur van de MO-opleiding geschiedenis. Door zijn bemiddeling was zijn broer toegelaten tot deze opleiding. Voor geschiedenis had Casper altijd belangstelling gehad. Hij kon wegdromen bij de rest van een oude vestingmuur, bij het zuiltje met Franse kanonskogels in zijn geboorteplaats. De lessen werden overdag gegeven. Hij volgde ze met een zekere regelmaat, was met het avondeten weer thuis. Moeder fleurde zichtbaar op. Natuurlijk, vader was er niet meer, ze kon hem onverwacht hevig missen, maar ze maakte nu toch weer mooie jaren mee. De avonden bleef hij thuis. Zij zorgde ervoor dat er bier of wijn in huis was. Ze hoefde niet meer bang te zijn dat hij er misbruik van zou maken. Hij proefde van het bier als een keurige burger.
Casper studeerde nauwelijks, maar haalde steeds voldoende studiepunten. Het kwam hem aangewaaid. Lucas had er altijd hard voor moeten werken. Ze dacht dat haar jongste intelligenter was. Tamelijk inert stelde Casper zijn afsluitende werkstuk steeds uit, maar had wel enige documentatie verzameld. Ymke schreef het werkstuk voor hem, in grote lijnen, en zijn broer bracht verfijningen aan.
Nu Casper zich het mondeling examen herinnerde, in een van de universiteitsgebouwen bij de Dom, glimlachte hij. Van de beide examinatoren had hij alle gelegenheid gekregen uitgebreid op het Waterloo-monument in te gaan.
Hij had aardige pittoreske details verteld: de ingemetselde scherven en kogels waren afkomstig uit wapens van Franse kurassiers. De examinatoren waren allang blij geen student voor zich te hebben die alles lukraak uit een boek had overgeschreven. Over de inhoud hadden ze niet gevraagd. Lucas had hem opgewacht.
'Fantastisch, Kappie.' Nu bezat hij tenminste een serieus diploma. Maar wat nu?
Ze moesten uitkijken naar een passende baan. Dit MO-papiertje was eigenlijk een onderwijsdipioma. Maar Casper wilde niet bij het onderwijs. Daar voelde hij zich totaal ongeschikt voor. Zijn herinneringen aan zijn eigen middelbare school waren niet positief. Lucas ging daartegenin, vond dat Casper goed kon vertellen, en dat hij door zijn wat losse manier van doen een natuurlijk overwicht zou hebben.
Ze hadden in de zon op het Domplein gestaan, zochten een café om dit succes te vieren.
'Vader zou ook heel blij geweest zijn!'
Casper had niet gereageerd. Waarom nou niet? Had Lucas iets verkeerds gezegd? Die had in andere bewoordingen zijn opmerking herhaald.
'Ik vraag het me af...'
'Casper!' Lucas was onaangenaam verrast geweest.
De blije stemming was in een keer omgeslagen.
'Wat vraag je je af?' Lucas' lippen hadden gebeefd van woede en teleurstelling. Hij had Casper wel willen slaan.
'Nee, laat maar.'
'Nee, nou wil ik ook weten waarom je ineens zo doet, alsof vader niet van je hield, geen vertrouwen in je had, helemaal niets in je zag, waarschijnlijk vandaag niet eens thuis zou zijn, als hij nog had geleefd, in jouw optiek dan, bij zo'n obscuur gezelschap zou zitten bidden... Dat heeft zich vastgezet in je hoofd. Jammer dat je daarin nou juist zo vasthoudend bent.' O, Lucas was ten einde raad geweest. De zon wierp grote trillende cirkels op het Domplein. Het scheelde weinig of zijn broer was gaan huilen.
Je begreep zelf niet waarom je zo had gereageerd. Weinig volwassen en jij dacht toch ook anders over je vader. Niet zo hard. Misschien was het lichte ergernis geweest over Lucas' bemoeizucht. Hoewel je die anders heel goed verdroeg. Hij zei alleen: 'Ik vraag het me af. Ik heb toch alleen maar gezegd dat ik daar niet zeker van ben!'
Heidevelden en zandverstuivingen met vliegdennen maakten plaats voor een oud fabrieksgebouw van de AKU. Ede naderde. Casper besefte dat zijn vader vaak dit traject had afgelegd. Het gewone ritme van het leven, ging dat nu komen? Een gebouw waar hij dagelijks werd verwacht en waar hij collega's trof? In deze plaats werd een archiefmedewerker gezocht. Een middelbare akte geschiedenis of gelijkwaardige opleiding was vereist. Bij voorkeur ook enige redactionele vaardigheid.