***

Het was al bijzonder dat vader die keer meewilde. Sinds zijn visioen en toetreding tot een orthodoxe broedergemeente had hij tot verdriet van moeder alle belangstelling voor zijn schoonfamilie verloren. Moeders jongste broer die moeilijk een vrouw had kunnen vinden, ging trouwen. Vader had onverwacht toegezegd mee te gaan. Hij deed zijn belofte gestand. Die ochtend waren beiden al heel vroeg vertrokken.

Tevoren was alles zo goed mogelijk geregeld. Ymke had aangeboden die dag op de Bergweg te komen. Zij zou voor het eten zorgen en omdat Lucas een groot gedeelte van de dag afwezig was, zou zij tijdig komen om ook eventuele klanten in de tuin te helpen.

Moeder had een briefje op de keukentafel gelegd, met allerlei aanwijzingen en goede raad. Met de aanhef: Lieve meid, en besluitend met: Voor jullie drietjes een fijne dag toegewenst. Op het aanrecht, de verse groenten uit eigen tuin. Iedereen was opgewekt geweest. Een dag eerder had moeder Casper aangesproken over die anonieme brieven. Ze waren werkelijk gestopt en ze vond ook dat Lucas aardiger voor Ymke was. Die afschuwelijke brieven had ze maar weggedaan.

De nacht ervoor was Casper weggebleven en toen zijn ouders vertrokken, was hij er nog steeds niet. Lucas was naar Leiden. Ymke was in de loop van de ochtend gekomen. Casper was er toen nog steeds niet, hoewel hij had beloofd Ymke te zullen bijstaan. Op de kwekerij moest gegoten worden, er konden klanten komen. Pas tegen de avond liet hij zich door een taxi naar huis rijden.

Dichte mist. De taxi reed langzaam. Het was stil op de weg. Soms doemde er een auto op. Een fantoom, een schaduw, vormeloos als een vis in een vervuild aquarium.

Ter hoogte van het verzorgingstehuis Insula Dei, in het niemandsland tussen stad en dorp, kort voor de scherpe bocht, verscheen een tegenligger die leek te slingeren en op de andere weghelft kwam.

'Die vent is gek,' riep de taxichauffeur. De auto kwam recht op hen af. Casper herkende de Renault Dauphine van zijn broer.Herkende zijn broer. De taxichauffeur gooide zijn stuur om, passeerde links. De auto's schampten elkaar. Van de taxi werd de rechterbuitenspiegel afgerukt. De Renault leek zijn vaart te verhogen, zwenkte nog meer naar links. Casper had zojuist een moment in het verstrakte gezicht van zijn broer gekeken.

De taxi stopte aan de overzijde van de weg langs de stoeprand. Casper sprong eruit, zag de auto van Lucas recht op een stenen muurtje afgaan die de tuin van Insula Dei (vader leverde hier enkele dagen voor Allerzielen altijd een tiental witte potchrysanten af) van het trottoir scheidde, boorde zich in de bakstenen. Een stuk muur werd weggeslagen. Casper trof zijn oudere broer, ongedeerd, op het eerste gezicht, maar versuft achter het stuur aan. Had hij een black-out gehad? Was de auto onbestuurbaar geworden door een klapband, een defect aan de stuurinrichting? Had hij te veel gedronken en was hij de macht over het stuur kwijtgeraakt? Maar hij was zo'n matig drinker. Toch iets met de auto? De uitlaat had dreigend geklonken. Alsof hij een salvo afgaf.

Verdoofd. Handen in de greep van een trilling waar hij geen vat op had. Tegelijkertijd maakte zijn broer zo'n volstrekt roerloze indruk dat Casper even dacht dat hij zijn bewustzijn ging verliezen.

'Lucas, wat is er aan de hand?' Hij schudde zijn broer door elkaar. 'Praat tegen me!'

Zijn broer zweeg. Zijn zwarte, sluike haar was doornat, het gezicht doodsbleek.

Damp sloeg van de motorkap. Hij hielp Lucas uit de auto. Wat deed hij hier? Was er iets met Ymke? Was hij soms op weg gegaan om hem te halen?

Bang voor een explosie van de aan alle kanten rokende auto, trok hij Lucas weg. Hij moest hem meetrekken. Zijn broer liep sloffend, als een oude man. Hij kreeg nauwelijks de ene voet voor de andere. Maar wat was er dan? Was er iets met vader of moeder? Met de kwekerij? Casper drong aan. Nog steeds geen reactie. Alleen grote angst in zijn ogen. Was hij bang voor de reële wereld buiten de auto?

Casper beurde hem op een muurtje, keek hem van opzij aan. Zijn mooie, rechte neus leek zo nog rechter, accentueerde de misère in dat gezicht. Versuft staarde hij voor zich uit. Nog steeds leek de werkelijkheid voor Lucas nauwelijks te bestaan. Een halo van onverschilligheid hing om hem heen, als na een zware tuimeling, of een gemene klap in je nek. Je voelt nog geen pijn, je bent ook niet eens verbaasd. Zijn schouders hingen naar beneden. Lucas was liever dood geweest.

Lucas huilde. Casper had zijn broer nog nooit zien huilen. Hij onderbrak zijn verhaal telkens om zijn tranen weg te vegen, zijn neus te snuiten. Vanmiddag was hij tegen vijven thuisgekomen, blij. Zij zou er zijn; misschien waren er veel klanten geweest; zijn broer zou er zijn. Naar die dag met z'n drieën had hij uitgekeken. De keukendeur was dicht geweest. Bij mooi weer stond hij altijd open. Dat had hem een beetje bevreemd. Hij had de deur geopend en Ymke had met de rug naar hem toe gestaan. Niet het geringste wantrouwen bij hem. Waarom? Het was goed tussen Ymke en hem. Ze hadden trouwplannen, ze wilden later samen kinderen. Daar was niet zo lang geleden nog over gesproken. De hele dag had hij zich tijdens zijn werk op deze thuiskomst verheugd. Zij had vlees staan braden en de tafel was gedekt geweest, maar ze had zich niet omgekeerd. Was er iets? Huilde ze soms? Was er iets gebeurd? Toen had ze zich omgedraaid, een vage glimlach om de mond, een beetje hooghartig en ze had hem koel begroet. En de toon daarna was zo mogelijk nog koeler en afstandelijker geweest. Zo kende hij haar niet. Ja, ze konden nu wel samen eten, en moeder had allemaal lekkere dingen klaargemaakt, maar er was iets veranderd bij haar. Ze was verliefd op een ander... Een moment dacht hij nog dat ze met hem speelde. Op een terras had ze die man ontmoet, veertien dagen geleden en ze was direct voor hem gevallen. Ze kon er niets aan doen. Het was niet anders. Een vertegenwoordiger. Een vertegenwoordiger in schoolmeubilair. Ze had het niet kunnen bedenken, een maand geleden. En hij was nog getrouwd ook. Maar ze was verliefd. Ze wilde het niet voor zich houden en eerlijk zijn. Ze had nog gehoopt dat het over zou gaan. Het ging niet over. Ze was enkele keren met hem uit geweest. Maar een vertegenwoordiger. Een vertegenwoordiger in schoolmeubilair! Zij hadden toch een verhouding. Die gaf je toch niet zomaar op? Nee, dat deed je niet zomaar. Ze had er ook lang over nagedacht. Ze wist ook dat ze moeder en vader misschien nog meer verdriet deed. Ze zou deze week schrijven. Ze was hier altijd gastvrij ontvangen.

Hij had haar achtergelaten en was naar de auto gerend, het pad af gereden, in de richting van de Schonenbergsingel en op de straatweg had hij goed gas gegeven en het stuur losgelaten. Hij wilde niet meer leven. Soms had hij aan vader en moeder gedacht en dan had hij een beetje bijgestuurd. Na de scherpe bocht had hij helemaal niet meer gedacht, geen beelden meer gehad en het stuur niet meer aangeraakt. Thuis zou hij niet meer durven komen. Hoe zou moeder reageren? Zij zou vooral boos zijn. Had ze haar daarvoor al die tijd als een dochter ontvangen? Om in de steek te worden gelaten?

Vader zou zwijgen als het graf. En nog meer in zijn boeken wegduiken. Bij Calvijn zou hij lezen: 'Al had gij een hel op uw rug en een andere hel in uw borst, gij hebt nochtans reden om dankbaar te zijn dat gij niet geworpen zijt in de hel onder de duivelen.' En bij Thomas a Kempis: 'Wie op een mens bouwt, heeft geen houvast en zal telkens in verwarring komen.'

Verward waren ze lange tijd allemaal geweest.

Engelen van het duister
titlepage.xhtml
content002.xhtml
content003.xhtml
content004.xhtml
content005.xhtml
content006.xhtml
content007.xhtml
content008.xhtml
content009.xhtml
content010.xhtml
content011.xhtml
content012.xhtml
content013.xhtml
content014.xhtml
content015.xhtml
content016.xhtml
content017.xhtml
content018.xhtml
content019.xhtml
content020.xhtml
content021.xhtml
content022.xhtml
content023.xhtml
content024.xhtml
content025.xhtml
content026.xhtml
content027.xhtml
content028.xhtml
content029.xhtml
content030.xhtml
content031.xhtml
content032.xhtml
content033.xhtml
content034.xhtml
content035.xhtml
content036.xhtml
content037.xhtml
content038.xhtml
content039.xhtml
content040.xhtml
content041.xhtml
content042.xhtml
content043.xhtml
content044.xhtml
content045.xhtml
content046.xhtml
content047.xhtml
content048.xhtml
content049.xhtml
content050.xhtml
content051.xhtml
content052.xhtml
content053.xhtml
content054.xhtml
content055.xhtml
content056.xhtml
content057.xhtml
content058.xhtml
content059.xhtml
content060.xhtml
content061.xhtml
content062.xhtml
content063.xhtml
content064.xhtml
content065.xhtml
content066.xhtml
content067.xhtml
content068.xhtml
content069.xhtml
content070.xhtml
content071.xhtml
content072.xhtml
content073.xhtml
content074.xhtml
content075.xhtml
content076.xhtml
content077.xhtml
content078.xhtml
content079.xhtml
content080.xhtml
content081.xhtml
content082.xhtml
content083.xhtml
content084.xhtml
content085.xhtml
content086.xhtml
content087.xhtml
content088.xhtml
content089.xhtml
content090.xhtml
content091.xhtml
content092.xhtml
content093.xhtml
content094.xhtml
content095.xhtml
content096.xhtml
content097.xhtml
content098.xhtml
content099.xhtml