Hoofdstuk 77
Maggie leunde tegen de balustrade en keek op haar horloge. Er waren nog geen vijf minuten voorbijgegaan. Ze was hem slechts vijf minuten uit het oog verloren. Dus weerhield ze zichzelf ervan hem weer te bellen. Als Nick de Project Manager door een van de voordeuren had zien binnenkomen, zou hij hen gewaarschuwd hebben.
Tenzij de Project Manager zichzelf had vermomd.
Nee, niet doen, hield ze zich voor. Niet speculeren. Ze kon niet alles voorspellen.
Was het mogelijk dat de Project Manager iemand anders de koffer had laten afleveren? Was hij hier misschien al geweest en had hij hem ergens achtergelaten?
Ze keek uit over de verdieping beneden haar die nu vol stond met passagiers en hun bagage. Kleine kinderen lieten zich trekken door hun ouders; bejaarden schuifelden door de nauwe passages. Ze probeerde bagage te ontdekken die niet met de passagiers mee bewoog in de lange langzame incheckrijen. Wurth liep langs haar heen, vlak langs de balustrade, net als zij op zoek naar tassen of koffers die achtergelaten waren. En op de begane grond deed directeur Kunze dat.
Nogmaals probeerde Maggie Patrick op te sporen. Ze stond op het punt hem te bellen, toen ze hem vanachter de afsluiting vandaan zag komen. Alleen trok hij nu een zwarte Pullman achter zich aan. Het hart zonk haar in de schoenen, zelfs voordat ze de glinstering van een handboei had gezien.
‘Hij heeft Patrick te pakken,’ fluisterde ze in de headset.
‘Ja, klopt,’ reageerde een stem die ze niet herkende.