Hoofdstuk 40

 

 

 

Maggie vond een automaat met frisdranken en ijs naast de drukke lobby. Wurth was erin geslaagd hotelkamers voor hen te regelen, had zelfs haar tas uit de SUV laten halen. Ze kreeg de indruk dat als je eenmaal Charlie Wurths respect had verdiend, hij goed voor je zorgde. Niet iets waaraan ze gewend was, vooral niet met directeur Kunze de laatste tijd.

Terwijl de laatste gewonden werden verzorgd, veranderden de balzaal, receptieruimte en lobby langzamerhand in informatiecentra voor families om bij elkaar te komen en uit te vinden wat er met hun geliefden was gebeurd. Gegil en gehuil – soms uit verdriet, soms uit opluchting – gemengd met begroetingen en een litanie van instructies. De draaideuren aan de voorkant waren voortdurend in beweging en brachten een constante stroom koude lucht en nieuwe slachtoffers, hun familieleden of hulpverleners naar binnen.

Maggie bewoog zich voorzichtig door de volgepakte lobby. Als ze iemand per ongeluk aanraakte, verontschuldigde ze zichzelf. Door de voortdurende druk van lichamen en het gestage gezoem van stemmen leek het alsof het een eeuwigheid duurde voordat ze bij de liften was gearriveerd.

Het hotel was groot, een zeven verdiepingen hoog conferentiecentrum, maar de vrije dagen en de vlakbij gelegen Mall of America zorgden ervoor dat het vol zat met vaste klanten. De toestroom van gewonden en bezorgde families creëerde een heleboel extra commotie. Te midden van dit alles stond een onordelijke rij gasten – bang dat de explosies nog niet voorbij waren of niet tot de mall beperkt zouden blijven – met hun koffers te wachten om uit te checken. Daardoor waren er kamers vrijgekomen voor agenten en medisch personeel. Maggie had pas beseft hoe dankbaar ze was dat Wurth een aantal van die kamers had ingepikt toen ze de deur van haar eigen kamer achter zich had dichtgetrokken.

Terwijl ze daar nu weer, met haar cola en een beker ijsblokjes, naar terugliep, realiseerde ze zich hoe uitgeput ze was.

Zodra ze in de lift stond, verdween het lawaai, alsof er een luidspreker werd afgezet. Het geroep en geschreeuw en gehuil werden vervangen door kerstmuziek. In het begin merkte Maggie alleen het drastische verschil op. Toen ze de lift verliet en naar haar kamer liep, volgde de muziek haar door de gang. Op dat moment merkte ze dat het een aangename verandering was. Een kalmerende verandering.

Normaal gesproken overleefde ze de kersttijd door deze zo goed mogelijk te negeren, maar er waren bepaalde elementen die haar deden denken aan een fijne tijd in haar jeugd, wat zij de prebrandperiode noemde. Dit soort seizoenmuziek was een van de dingen waar ze blij van kon worden.

Maggie was twaalf geweest toen haar vader was gestorven: een brandweerman die een huis in lichterlaaie in was gerend om de bewoners te redden. Mensen vertelden haar dat ze trots moest zijn dat haar vader als held was gestorven. Als kind had ze dat belachelijk gevonden, want natuurlijk had ze liever een levende vader gehad dan een dode held.

Kerstmissen na zijn dood waren meestal net zo onvoorspelbaar als onverdraaglijk geweest. Het had ervan afgehangen hoe vroeg op de dag – of de avond ervoor – haar moeder had besloten om het feest te laten beginnen en wie de gasten zouden zijn: Jim Beam, José Cuervo of Jack Daniel. Als het jaar heel succesvol was geweest, had Johnnie Walker het van alle anderen gewonnen.

Als volwassene had Maggie geprobeerd – in het begin, tenminste – om nieuwe kersttradities te beginnen met haar nu ex-echtgenoot, Greg. Maar als jonge en rijzende ster op een prestigieus advocatenbureau was Greg altijd meer bezig geweest met het verschijnen op de juiste kerstfeestjes en het maken van een goede en blijvende indruk met dure cadeautjes waarover hij later mopperde dat hij ze zich niet kon veroorloven. Er waren geen rustige momenten geweest waarin ze de kerstboom optuigden, geen nachtmissen met inspirerende en hoopgevende verhalen, geen familiefeesten rond een volle tafel. Na een tijdje was Kerstmis gewoon iets geworden waar Maggie zich doorheen worstelde.

Af en toe herinnerde iets haar echter aan de Kerstmissen vóór de brand – gelukkige, prachtige tijden, die nu na twintig jaar bijna een zinsbegoocheling leken. Eerder had ze gedacht dat ze iemand had gezien die op haar vader leek – in de drukke lobby – dus hij zat al in haar hoofd.

Toen ze haar sleutelkaart in de gleuf stak, begon het volgende nummer: Have Yourself a Merry Little Christmas. Meteen herinnerde ze zich dat haar vader ooit diezelfde woorden had gezongen. Als vanzelf kwam die specifieke Kerstmis bij haar terug in een golf van herinneringen die zo levendig waren dat ze absoluut niet aan haar verbeelding ontsproten konden zijn.

Met zijn drieën – haar moeder en vader en zijzelf – hadden ze de middag doorgebracht met het ploeteren door de sneeuw op een bomenkwekerij in Wisconsin. Hun missie was het vinden en omhakken van ‘de meest magische kerstboom in het veld’ geweest.

‘Hoe weten we dat hij magisch is?’ had ze willen weten.

Haar vader had zijn hoofd geschud en gezegd: ‘Dat zien we vanzelf.’

De elfjarige Maggie was te oud geweest om in de Kerstman of magie te geloven. Toen haar vader eindelijk was gestopt en vastbesloten naar een boom had gewezen, had ze die verdacht veel vinden lijken op alle andere die ze hadden afgewezen. Maar haar vader had het prachtig gevonden om een speciale gebeurtenis van hun uitjes te maken, en haar moeder en zij hadden meegespeeld. Die avond hadden ze de boom versierd, warme chocolademelk gedronken en kerstliedjes gezongen. Op dat moment hadden ze geen idee gehad dat het hun laatste Kerstmis samen zou zijn. Misschien was dat juist het magische eraan geweest.

In de kamer keek Maggie hoe laat het was. Ze zette de beker met ijs weg. Het ijs was voor haar blauwe plekken, niet voor haar drankje. Ze goot de helft van de cola naar binnen, waarna ze haar vuile kleren begon uit te trekken. Haar koffer lag open op een van de twee dubbele bedden. Ze wenste dat ze tijd had voor een douche voordat de persconferentie begon, maar met schone kleren was ze ook al tevreden. Alleen om de stilte te vullen, zette ze de televisie aan, waar ze een korte blik op wierp. Het volgende moment bleef ze stokstijf staan.

De scène die ze daar zag, leek op een episode van de realityshow Cops. In werkelijkheid was het het plaatselijke journaal. Iemand met een camera had de achtervolging van de jonge Soedanese knul opgenomen. Het was niet de eerste keer dat het kanaal dit liet zien. De nieuwslezers waren de beelden aan het becommentariëren alsof het de honderdste keer was dat ze ze zagen en nu een grondige analyse gaven.

‘Hier komt het,’ zei de vrouw, terwijl Maggie zichzelf op de motorkap van de kleine auto zag springen.

‘Wauw!’ riepen de twee nieuwslezers in koor uit.

‘Dat moet pijn gedaan hebben,’ voegde de vrouw eraan toe, maar ze zei het als een trotse moeder. ‘We hebben net gehoord dat speciaal agent Margaret O’Dell een profielschetser uit Quantico is, die hiernaartoe is gekomen op verzoek van gouverneur Williams.’

In een hoek van het televisiescherm verscheen een foto van Maggie.

De nieuwslezeres vervolgde: ‘Speciaal agent O’Dell heeft kunnen assisteren en de plaatselijke autoriteiten verteld dat deze tiener geen zelfmoordaanslagpleger was, gebaseerd op het profiel dat ze al voor deze terroristen had opgesteld. De jongen –’

Maggies mobiel ging over.

Op het televisiescherm was nu een foto van de jongen naast die van Maggie te zien.

‘Met Maggie O’Dell.’

‘Goed nieuws en slecht nieuws,’ merkte Charlie Wurth op zonder haar te begroeten.

‘Wat is het goede nieuws?’

‘Je hoeft niet naar de persconferentie. Ik doe die samen met hoofdinspecteur Merrick en zijn team.’

‘Laat me raden. A.D. Kunze wil mijn escapade niet uitbuiten.’

‘Ai, dus je bent aan het kijken.’

‘Ik had de televisie net aangezet. Kennelijk had alleen de plaatselijke zender interesse.’

‘Au contraire, cheri,’ zei hij met een New Orleans’ Cajun-accent. ‘Je bent nu overal te zien. Ook op CNN en Fox. Je bent een ster.’

‘Dat is dan het slechte nieuws, gok ik.’

‘Nee, nee. Dat is het niet. Herinner je je hoe teleurgesteld je baas een halfuur geleden was? Nou, hij is nu klaar voor een dwangbuis. Hij wilde dat ik je zei dat we elkaar zien in het commandocentrum, op de begane grond, kamer 119. Jouw aanwezigheid wordt zeer op prijs gesteld. Misschien kun je het beste een halfuurtje wachten en dan naar beneden komen. Tegen die tijd ben ik wel klaar met de media en kan ik mijn best doen als buffer op te treden.’

Voordat ze hem had kunnen bedanken, had hij al opgehangen. Ze vond de afstandsbediening en zapte langs de diverse kanalen. Inderdaad zag ze de achtervolging in verschillende stadia op diverse zenders.

Haar mobiel ging weer over. Wat had Wurth haar vergeten te vertellen?

‘Met Maggie O’Dell.’

‘Ha, met Nick. Heb je iets te doen op het moment?’ Hij klonk nonchalant, alsof hij haar mee uit wilde vragen. Kennelijk had hij nog geen televisie gezien.

‘Mijn nagels worden gelakt, waarna ik een massage krijg.’

Hij lachte lang en luid. Als iemand die al in tijden niet had gelachen en dat niet had verwacht op dit moment te doen. Zo lang, in feite, dat ze op hem moest wachten. Dat bracht een glimlach op haar gezicht.

Toen werd hij weer serieus. ‘We hoorden dat die vierde jongen een vals alarm was. Is met jou alles in orde?’

‘Een paar schrammen, maar verder niets.’

‘Luister, Jerry en ik zijn net achter een paar interessante dingen gekomen. Ik weet dat we elkaar straks allemaal in het commandocentrum zien, maar ik dacht dat je het nu wel zou willen weten.’

‘Waar ben je achter gekomen?’

Hij vertelde haar over wat de explosievenexpert had gevonden. Dat bevestigde slechts haar vermoeden dat de jonge mannen met de rugzakken geen enkel idee hadden gehad wat er zou gaan gebeuren.

Daarna gaf hij door dat Jerry de beste beelden die ze van de vijf verdachten hadden gevonden, aan het downloaden was, en hij eindigde met de vraag of er nog iets anders was wat ze nodig had.

‘Een hamburger en wat friet zou lekker zijn,’ zei ze.

‘Ik zal kijken wat ik kan doen.’

Hij had al opgehangen, voordat ze kon bepalen of hij wist dat ze een grapje had gemaakt. Bij Morelli was dat vaak moeilijk. Er waren vanaf het begin al vonken tussen hen overgesprongen, maar voor de rest leken ze volstrekt niet synchroon te lopen en hadden ze geen enkele gemeenschappelijke basis waarop ze konden vertrouwen. Misschien had ze haar pogingen om die te vinden gewoon opgegeven.

Ze trok de rest van haar kleren uit. Ironisch genoeg had de achtervolging haar goed gedaan, zowel mentaal als fysiek. Een maand daarvoor had ze niet geweten of haar lichaam ooit weer tegen dit soort uitdagingen bestand zou zijn. Ze had zich zwak en misselijk gevoeld. Koorts en bloedneuzen hadden haar in een spiraal van paniek gebracht, waarbij ze zich constant had afgevraagd of het virus waaraan ze was blootgesteld, zich in haar lichaam aan het voortplanten was. Af en toe was ze ervan overtuigd geweest dat ze het door haar celwanden heen kon voelen breken. Maar ze had geluk gehad. Na de incubatieperiode had ze nog steeds geen tekenen van het virus vertoond. Ja, ze was weer ontkomen, anders dan Cunningham.

Ze bekeek haar gekneusde rechterzij en zag dat die al blauw en paars aan het worden was. Naast de littekens op haar bovenlichaam zagen de plekken er onschuldig uit. Niets bijzonders. Ze had het feit geaccepteerd dat haar lichaam een wegenkaart van vroegere zaken aan het worden was. Hield zich voor dat dat erbij hoorde. Wanneer je achter moordenaars aanging om je brood te verdienen, kon het er soms een beetje ruw aan toe gaan. De meeste van die herinneringen had ze veilig in hokjes weggestopt. Uiteindelijk zouden ook de angst en paniek hun eigen hokje vinden. Als ze nu ook maar hetzelfde kon doen met haar persoonlijke leven.

Haar vriendin Gwen Patterson, de professionele psychologe wier cliëntenlijst zowel moordenaars als vijfsterrengeneraals bevatte, geloofde niet in hokjes. Vaak vertelde ze Maggie dat het een averechtse uitwerking kon hebben als je alles achter deuren en in handige kleine hokjes in je hoofd verstopte.

‘Een van deze dagen storten er misschien een paar muren in. Wat doe je dan?’

Ze had gezegd dat Maggie beter op zoek kon gaan naar een manier om het goede van het kwade te scheiden. Op die manier kon ze leren vast te houden aan de goede dingen. Maar wat als die goede dingen – de herinneringen aan haar vader – haar alleen maar wezen op wat er in haar leven miste? Misschien was dat waaraan Nick Morelli haar, opnieuw, deed denken. Er misten te veel dingen.

Ze keek hoe laat het was. Een douche van vijf minuten zou haar absoluut goeddoen. En dan moest ze zelf een aantal dingen gaan uitzoeken. Ze haalde haar laptop tevoorschijn en stak de stekker in het stopcontact, waarna ze de badkamer in liep.

Zwarte Vrijdag
CoverPage.html
section-0001.html
section-0002.html
section-0003.html
section-0004.html
section-0005.html
section-0006.html
section-0007.html
section-0008.html
section-0009.html
section-0010.html
section-0011.html
section-0012.html
section-0013.html
section-0014.html
section-0015.html
section-0016.html
section-0017.html
section-0018.html
section-0019.html
section-0020.html
section-0021.html
section-0022.html
section-0023.html
section-0024.html
section-0025.html
section-0026.html
section-0027.html
section-0028.html
section-0029.html
section-0030.html
section-0031.html
section-0032.html
section-0033.html
section-0034.html
section-0035.html
section-0036.html
section-0037.html
section-0038.html
section-0039.html
section-0040.html
section-0041.html
section-0042.html
section-0043.html
section-0044.html
section-0045.html
section-0046.html
section-0047.html
section-0048.html
section-0049.html
section-0050.html
section-0051.html
section-0052.html
section-0053.html
section-0054.html
section-0055.html
section-0056.html
section-0057.html
section-0058.html
section-0059.html
section-0060.html
section-0061.html
section-0062.html
section-0063.html
section-0064.html
section-0065.html
section-0066.html
section-0067.html
section-0068.html
section-0069.html
section-0070.html
section-0071.html
section-0072.html
section-0073.html
section-0074.html
section-0075.html
section-0076.html
section-0077.html
section-0078.html
section-0079.html
section-0080.html
section-0081.html
section-0082.html
section-0083.html
section-0084.html
section-0085.html
section-0086.html
section-0087.html
section-0088.html
section-0089.html