Hoofdstuk 11
Newburgh Heights, Virginia
Maggie had hen alleen gelaten om te gaan inpakken. Ze had erop gestaan dat ze bleven.
‘Het zou zonde zijn van het eten,’ had ze gezegd. ‘Gwen en ik hebben er echt heel hard aan gewerkt.’ Daarna met een glimlach: ‘Oké? Blijf alsjeblieft.’
Racine was de eerste geweest die het had toegezegd. Het was er op haar karakteristieke manier uitgekomen. ‘Ja, geen probleem. Ik ben uitgehongerd. Er is meer voor nodig dan een bloedbad tijdens de feestdagen om mijn eetlust te doen verdwijnen.’
Het was genoeg geweest om de spanning te doorbreken en de rest in lachen te laten uitbarsten.
Toch was Maggie niet verbaasd toen ze een klopje op haar slaapkamerdeur hoorde. Ze verwachtte dat Gwen nog een woordje met haar wilde wisselen.
‘Kom binnen.’
‘Weet je het zeker?’
Benjamin Platt stond in Maggies deuropening. Hij zag er meer uit als een twijfelende schooljongen dan als een kolonel.
‘Ja, natuurlijk. Kom binnen,’ herhaalde Maggie, pogend haar verbazing te verbergen.
Hij liet haar de kleine dokterstas zien die hij in zijn hand had. Die was in de afgelopen maanden een vertrouwd object geworden. Na Maggies quarantaine in USAMRIID had Ben verschillende huisbezoeken afgelegd. In de tas, wist ze, zaten spullen om bloed af te nemen en ten minste twee buisjes met het vaccin tegen het ebolavirus.
‘Draag je die nog steeds met je mee?’
‘Sinds ik jou heb ontmoet, altijd,’ antwoordde hij.
‘Dat effect heb ik op kerels.’
Hij vernauwde zijn ogen tot spleetjes, serieus nu, niet meer bereid om zoals gebruikelijk gevatte opmerkingen uit te wisselen. ‘Je zou de volgende injectie van het vaccin pas eind volgende week moeten krijgen, maar rekening houdend met waar je nu naartoe gaat…’ Hij zweeg even en wachtte totdat ze hem in de ogen keek. ‘…en met wat je gaat tegenkomen, denk ik dat het een goed idee is om je de dosis te geven voordat je vertrekt.’
Doordat hij zich zorgen maakte, werd zij ook ongerust. Dit was een dokter die haar de hele tijd gedurende de periode dat ze in quarantaine had gezeten en ongeduldig op de uitslagen had gewacht, had voorgehouden dat ze kalm moest blijven, dat ze een oplossing zouden zoeken voor wat het dan ook was, wanneer ze daarachter kwamen. ‘Het’ waarvoor ze een oplossing moesten zoeken, bleek Ebola Zaïre te zijn, bijgenaamd ‘de opruimer’. Ze was blootgesteld geweest maar had geen tekenen van het virus vertoond. Er waren zesenvijftig dagen voorbijgegaan sinds haar blootstelling. Dat ze precies wist hoeveel dagen, getuigde van het feit dat ze de dreiging nog steeds serieus nam.
‘Je denkt toch niet –’
‘Nee, natuurlijk niet,’ onderbrak Ben haar. ‘Gewoon een voorzorgsmaatregel. Je immuunsysteem heeft een heleboel moeten doorstaan.’
‘Oké,’ zei ze, en ze maakte een plek op haar ladekast vrij zodat hij de tas kon neerzetten. Haar weekendtas lag op het bed, al bijna ingepakt. Ze had al lang geleden geleerd om altijd een tas met basisbenodigdheden klaar te hebben staan. Terwijl Ben een spuit klaarmaakte, ging ze op zoek naar een warme coltrui. Ze was vaak genoeg in deze tijd van het jaar naar het Midwesten geweest om de kou niet langer te onderschatten.
‘Het sneeuwt er,’ zei Ben, alsof hij haar gedachten kon lezen.
‘Laarzensneeuw of gewoon sneeuw?’
Hij hield op met wat hij aan het doen was en keek op. ‘Is er een verschil?’
‘O, zeker. Ben je nog nooit in het Midwesten geweest in de winter?’
‘In Chicago, maar dat was in de lente.’
‘De eerste keer had ik alleen leren ballerina’s bij me. Er lag zo’n twintig tot vijfentwintig centimeter sneeuw, en de enige plek waar ik midden in die godverlaten staat, Nebraska, laarzen kon kopen was een winkel die was gespecialiseerd in landbouwmachines.’
‘Laat me raden, uiteindelijk vertrok je met knalgroene rubberlaarzen, maat vierenveertig?’
‘Zoiets.’ Ze rommelde in haar kast en haalde een paar overtreklaarzen tevoorschijn, die gemakkelijk opgevouwen konden worden. Toen ze zich weer naar haar tas omdraaide, zag ze dat Ben haar glimlachend stond aan te kijken.
‘Wat?’
‘Niets,’ zei hij, hoofdschuddend maar nog steeds glimlachend. ‘Je bent gewoon ongelofelijk, dat is alles.’
Ze hoopte dat de blos die langs haar nek omhoogschoot, haar gezicht niet bereikte. Voordat ze de laarzen in haar tas stopte, hield ze het paar even omhoog. ‘Ik wist wel dat ik met sexy schoeisel eindelijk je aandacht kon trekken.’
‘Helaas moet ik je teleurstellen,’ zei hij, de naald opzijleggend en naar haar toe lopend zodat hij zijn hand op haar wang kon leggen, ‘maar daar was je zonder enig schoeisel al in geslaagd. De eerste keer dat ik in USAMRIID die voeten zag in veel te grote sportsokken, sloeg mijn hart een paar keer over.’
Maggie wist niet zeker of het door zijn aanraking kwam of door zijn zeldzame en verrassende bekentenis dat háár hart nu oversloeg.
‘Een voetenfetisj, hè?’ Ze probeerde het luchtig te houden.
‘Absoluut.’
Een tweede klop op de deur deed hen beiden opschrikken. Deze keer was het Gwen.
‘Sorry dat ik jullie moet storen. Je lift naar Andrews staat voor de deur.’