Hoofdstuk 45
Omdat ze zich plotseling claustrofobisch voelde op de bank tegen de muur, excuseerde Maggie zich. Yarden en de explosievenexpert, genaamd Jamie, konden haar niet snel genoeg uit de weg gaan, in haar poging zich uit de hoek te bevrijden. Ze moest weg zien te komen van het lawaai en de vele mensen en de nieuwsgierige bezorgdheid in Nick Morelli’s ogen. Ze ontsnapte naar het toilet, waar helaas een lange rij stond te wachten. Maar het was er in elk geval rustig, als je de mobiele telefoongesprekken niet meetelde.
Op haar eigen mobiel zocht ze in de lijst naar Patricks nummer. Ze had hem een week daarvoor gebeld – tien dagen op zijn hoogst – om hem voor Thanksgiving uit te nodigen. Hij had al plannen gehad. Hij zou de stad uit gaan met vrienden om de vrije dagen met hen door te brengen. Ze had gedaan alsof het helemaal niet erg was.
Ze gaf zichzelf de schuld. Zij was de volwassene, twaalf jaar ouder, en toch had ze geen idee hoe ze de rol van degene die de beslissingen nam, van degene die bijeenkomsten van de familie plande, op zich moest nemen. Geen idee hoe ze een grote zus moest zijn of zich zo moest gedragen. Verdorie, ze had geen idee hoe familieleden zich tegenover elkaar gedroegen.
Nu, terwijl ze in het menu van haar mobiel zocht, vroeg ze zich af waarom ze zijn telefoonnummer niet uit haar hoofd kende. Ze was goed in cijfers en details. Hoewel ze onder het bekijken van de videobeelden dingen had opgeschreven, wist ze dat ze die aantekeningen niet nodig zou hebben. Toen ze twee jaar eerder had ontdekt dat Patrick bestond, had dat een storm van emoties teweeggebracht. Niet alleen vanwege het feit dat ze een broer had, maar haar hele beeld van haar vader was veranderd. De ouder die ze had liefgehad en gemist en die ze had bewonderd, had in werkelijkheid een geheim leven geleid. En twintig jaar lang had haar moeder zijn geheim bewaard. Daar werd Maggie elke keer aan herinnerd wanneer ze Patrick zag of met hem sprak. Het was krankzinnig, en ze moest een manier vinden om daarmee om te gaan als ze ooit van plan was de een of andere relatie met hem te krijgen. Het niet onthouden van zijn telefoonnummer was echter weer een aanwijzing dat ze daar kennelijk nog niet klaar voor was. Nu stond ze hier te hopen dat zijn nummer in haar lijst gekozen nummers stond.
Haar vingers waren niet trefzeker in het indrukken van de pijltoetsen. Ze moest zich focussen, zich concentreren, ondanks de wc’s die werden doorgetrokken en het gezeur van het kleine meisje dat in haar eentje wilde gaan plassen. Zelfs uit de toiletten klonk het geluid van conversaties. Mensen en hun mobieltjes. Konden ze zelfs niet naar de wc gaan zonder te vertellen wat ze aan het doen waren? Hoewel het nu natuurlijk voornamelijk ging over de bommen en de net bekendgemaakte verdachten.
Eindelijk vond ze het nummer. Ze stond op het punt ‘bellen’ in te drukken, maar keek toen eerst om zich heen. Hoe ging ze dit precies doen? Ze liep uit de rij, naar een wasbak in de hoek, waarboven op de spiegel de melding ‘defect’ geplakt was.
Ze drukte op de knop, sloot haar ogen en wachtte. Hij ging niet eens twee keer over.
‘Becca?’ Het was Patrick, in paniek en buiten adem.
Ze had geen idee wie Becca was. Natuurlijk niet. Ze had sowieso geen idee wie zijn vrienden waren.
‘Met Maggie.’
De stilte duurde zo lang, dat ze bang was dat hij had opgehangen.
‘Patrick, ben jij hierbij betrokken?’
Ze hoopte dat hij zou vragen: bij wat? Dat hij zou voorwenden dat hij niet begreep waarover ze het had.
‘Ik was niet samen met Chad en Tyler, als dat is wat je vraagt.’
Maggie leunde tegen de betegelde muur. Mijn God! Hij wist wie ze waren. Als hij hen niet had gekend, zou hij hen niet bij naam noemen. Ze zouden slechts de twee andere verdachten zijn.
‘Ken je ze?’
‘Ze waren de vrienden van een van de vrienden met wie ik daar was.’ Hij zuchtte lang en diep. ‘Dat klinkt niet zo goed, hè?’
Hij klonk zo jong. Was zij ooit zo jong geweest, zo naïef? Het viel haar op dat hij zei ‘waren’. Verleden tijd. Wist hij dat de twee jongens dood waren?
‘Je wordt gezocht,’ vertelde ze hem, en ze haatte het dat ze volkomen als een FBI-agente klonk en helemaal niet als een zus. Waarom kon ze hier de slag niet van te pakken krijgen?
‘Ja, ik heb het net gezien.’
‘Waar ben je?’
Stilte.
‘Patrick, je zult me moeten vertrouwen, anders kan ik je niet helpen.’
‘Laat me er even over nadenken.’
Voor zover de plek waar ze zich bevond, het toestond, liep ze, steeds gefrustreerder, heen en weer. Wat was er om over na te denken: of hij haar hem liet helpen, of dat hij haar kon vertrouwen?
‘Ik laat het je weten,’ zei hij, plotseling gehaast.
Toen was hij weg. Stilte.
‘Verdomme!’
Haar woede overviel haar en trok de aandacht. Zelfs in de toiletten vielen een paar gesprekken stil. Ze deed alsof ze het niet merkte en marcheerde naar de deur. Deze keer week de rij voor haar uiteen, lang voordat ze erom moest vragen of zich ertussendoor moest wringen.