Hoofdstuk 53

 

 

 

Nick stond naast Jerry Yarden, terwijl die zijn langdurige en bezielde versie gaf van wat de beveiliging had gedaan om de aanslag te verijdelen. De Chapmans knikten, met hun lippen op elkaar geklemd en zonder met hun ogen te knipperen. Tot Nicks grote opluchting ging zijn mobiel.

‘Sorry, ik moet dit telefoontje even beantwoorden,’ excuseerde hij zich, waarna hij naar het eind van de gang ontsnapte zonder ook maar te kijken wie er belde. ‘Nick Morelli.’ Voor de Chapmans legde hij een zweem belangrijkheid plus wat lichte irritatie in zijn toon.

‘Eindelijk. Ik kan bijna niet geloven dat je hebt opgenomen.’

Het was zijn zus, Christine. Ze had gelijk dat hij haar vorige telefoontjes had genegeerd en niet een van haar berichten had beantwoord. Hij was er nog niet klaar voor geweest om details te onthullen waarop, vermoedde hij, de nieuwsjager in haar rekende.

‘Ja, sorry. Het was een gekkenhuis hier.’

Hij keek naar de andere kant van de gang. De Chapmans waren hem al vergeten en richtten hun volle aandacht op de arme Jerry. Op zoek naar een rustigere plek, liep Nick een andere gang in.

‘We hebben het op tv gevolgd,’ zei Christine. ‘Het is moeilijk voor te stellen. Ik kan niet eens pretenderen alsof ik weet hoe het moet zijn om er midden in te staan.’

Hij vond een kleine lege kamer naast de liften en dook daar naar binnen. Opgestapelde vuile koffiekopjes vulden een tafel, en er waren in een onnavolgbaar patroon her en der vouwstoelen neergezet. Nick liet zich op eentje zakken die tegen de muur stond.

‘Het hoofd van de beveiliging en ik werden net grondig onder handen genomen door een stel eigenaren van de mall.’

‘Dat meen je niet. Wat dachten ze dat er gedaan had kunnen worden?’

Nick hoorde de belangstelling in Christines stem en hoopte meteen dat hij er geen spijt van zou krijgen dat hij haar dat had verteld.

‘Het is een beetje laat,’ zei hij met een blik op zijn horloge. Hij wilde verdere vragen voorkomen. ‘Is alles goed daar?’

‘Ik wilde je niet nog meer druk bezorgen, maar ik wist dat je zou willen dat we je belden.’ De verandering in haar stem beviel hem niets. ‘We hebben pa met de ambulance naar de Spoedeisende Hulp van het Lakeside Hospital moeten laten brengen.’

Nick schoot uit zijn stoel, de telefoon stevig tegen zijn oor klemmend. ‘Hoe gaat het nu met hem?’ Onwillekeurig ondersteunde hij zichzelf met één hand tegen de muur.

‘Hij is stabiel.’

‘Wat is er gebeurd?’

‘Mam merkte dat zijn ademhaling… rasperig was geworden. Dat was hoe zij het omschreef.’ Er viel een lange stilte. ‘Nick, ik denk niet dat ze nog langer voor hem kan zorgen. Het wordt steeds zwaarder.’

Hij moest gaan zitten, vond de stoel weer. ‘Oké.’ Een beter instemmend woord had hij niet voorradig. ‘Waar denk je aan?’

Hij was nooit bij deze gesprekken betrokken geweest. Christine en zijn moeder hadden altijd de beslissingen ten aanzien van zijn vaders verzorging genomen. Tot een aantal maanden geleden, toen hij terug naar Omaha was verhuisd, had hij in Boston gezeten, zo’n tweeduizend kilometer verderop. Nu realiseerde hij zich hoezeer hij al die jaren had geboft, en hij kon het niet nalaten zich af te vragen waarom Christine had besloten hem er deze keer mee op te zadelen.

Dat was niet eerlijk. Hij wist dat dat niet eerlijk was. Maar hij was uitgeput, overweldigd en zeshonderdvijftig kilometer van huis. Wat kon hij eraan doen?

‘Je weet dat ze er niet mee instemt om hem ergens anders dan thuis te laten verzorgen,’ vervolgde zijn zus. ‘Maar ze is ook heel koppig over het accepteren van hulp van buiten. Ze zegt steeds dat pa niet wil dat een onbekende hem helpt plassen. Het is belachelijk.’

Hij wierp een blik de kamer rond. Waarom moest dit allemaal nu ineens besloten worden, wilde hij haar vragen. Pa was veilig, stabiel, had ze hem verteld. Christine maakte zich altijd zorgen over de dag van morgen.

‘Hoe lang houden ze hem in het ziekenhuis?’

‘Zijn dokter wil een paar onderzoeken doen. Waarschijnlijk tot na het weekend.’

‘Kunnen we erover praten wanneer ik thuis ben?’

Stilte. Had hij iets verkeerds gezegd?

‘Natuurlijk, dat is prima,’ antwoordde ze ten slotte.

Hij herkende die toon. Die betekende dat het allesbehalve prima was. Passief-agressief. Noemden ze het niet zo? Het was een toon waarover ze allebei beschikten. Hun manier om de confrontatie te mijden.

‘Op het moment heb ik gewoon te veel dingen aan mijn hoofd,’ probeerde hij uit te leggen. Zodra de woorden uit zijn mond waren gekomen, wist hij dat het een zwak excuus was.

‘Ik wilde er alleen met je over praten, Nick.’ Ze was van streek, maar deed haar best dat uit haar stem te houden. ‘Ik ben me er volledig van bewust dat wanneer de tijd komt om er werkelijk iets aan te doen, ik degene zal zijn op wie het neerkomt.’

Hij wist niet wat hij moest zeggen. Het was alsof ze hem een stomp in zijn maag had gegeven. Hij voelde zich een schoft.

‘Ik moet gaan,’ zei ze.

Voordat hij kon reageren, hoorde hij de klik. Hij sloot zijn ogen en leunde met zijn hoofd tegen de muur. Hij was niet goed in dit soort familiedingen. Dat was de reden waarom ze hem nooit eerder iets hadden gevraagd. Maar als Christine dat wist, waarom verwachtte ze dan iets anders van hem? Waarom nu?

Zwarte Vrijdag
CoverPage.html
section-0001.html
section-0002.html
section-0003.html
section-0004.html
section-0005.html
section-0006.html
section-0007.html
section-0008.html
section-0009.html
section-0010.html
section-0011.html
section-0012.html
section-0013.html
section-0014.html
section-0015.html
section-0016.html
section-0017.html
section-0018.html
section-0019.html
section-0020.html
section-0021.html
section-0022.html
section-0023.html
section-0024.html
section-0025.html
section-0026.html
section-0027.html
section-0028.html
section-0029.html
section-0030.html
section-0031.html
section-0032.html
section-0033.html
section-0034.html
section-0035.html
section-0036.html
section-0037.html
section-0038.html
section-0039.html
section-0040.html
section-0041.html
section-0042.html
section-0043.html
section-0044.html
section-0045.html
section-0046.html
section-0047.html
section-0048.html
section-0049.html
section-0050.html
section-0051.html
section-0052.html
section-0053.html
section-0054.html
section-0055.html
section-0056.html
section-0057.html
section-0058.html
section-0059.html
section-0060.html
section-0061.html
section-0062.html
section-0063.html
section-0064.html
section-0065.html
section-0066.html
section-0067.html
section-0068.html
section-0069.html
section-0070.html
section-0071.html
section-0072.html
section-0073.html
section-0074.html
section-0075.html
section-0076.html
section-0077.html
section-0078.html
section-0079.html
section-0080.html
section-0081.html
section-0082.html
section-0083.html
section-0084.html
section-0085.html
section-0086.html
section-0087.html
section-0088.html
section-0089.html