Hoofdstuk 39

 

 

 

Rebecca begon weer in paniek te raken. De pinautomaat bij de benzinestationwinkel naast het hotel had zowel haar pinpas als haar creditcard uitgespuugd. Ze wist niet zeker of ze wel genoeg geld had voor een taxi naar het ziekenhuis. De Mall of America lag ver in de buitenwijken, en ze wist dat het ziekenhuis zich in het centrum bevond.

Ze stond in de winkel naar de rondwervelende sneeuw buiten te kijken. Mijn hemel, wat was het koud en donker. Na de explosie had ze de voering van haar jas eruit gescheurd om het bloeden van haar arm te stelpen. Elke keer wanneer de winkeldeur openging, huiverde ze alleen al bij de gedachte weer die kou in te moeten lopen.

Ze kocht een reep chocola zodat ze haar niet de winkel uit zouden schoppen, hoewel er een gestage stroom mensen naar binnen en naar buiten ging. Ze staarde uit het raam. Koplampen flikkerden aan en uit, terwijl auto’s bij de benzinepompen stilstonden of voor de winkel parkeerden. Ze kon haar weerspiegeling in het glas zien, vaag slechts, maar duidelijk genoeg om het gevoel te krijgen dat ze zichzelf niet herkende. Haar arm deed pijn. Ze overwoog een reisdoosje Tylenol voor vier dollar achtennegentig te kopen, maar dan zou ze nog minder geld, minder bescherming overhebben.

Ze nam kleine hapjes van de reep, pogend zich te herinneren wanneer ze voor het laatst had gegeten. Het enige wat ze had gehad, was de koffie eerder in de mall. Restjes gevulde kalkoen gisteren bij Dixons grootouders. Een zalig feestmaal. Mijn God! Dat leek dagen geleden. Een leven geleden.

‘Becky?’

Rebecca draaide zich om naar een glimlachende vrouw. Niemand van haar familie of vrienden noemde haar Becky. Het was of Rebecca of Becca. Maar de vrouw keek alsof ze haar kende.

‘Ik dacht al dat jij het was,’ zei ze.

Ze had voor haar benzine betaald en was duidelijk op weg naar buiten geweest. Nu deed ze een stap opzij om iemand anders door te laten, en ze liet de deur los. Ze was van Rebecca’s leeftijd, misschien iets ouder, en was gekleed in een versleten spijkerbroek en een dure leren jas. In haar ene hand bungelde een autosleutel aan haar vingers, in de andere had ze een paar zakken chips en haar wisselgeld.

‘Sorry, maar ken ik jou?’

‘Nee, niet echt,’ gaf de vrouw toe, en ze haalde haar schouders op alsof ze zich enigszins schaamde. ‘Ik ben Chads vriendin. We hebben je in de mall gezien, en hij vertelde me wie je was. Ik ga hem nu ophalen. Kan ik je een lift geven?’

Rebecca knipperde met haar ogen en probeerde haar schok te verbergen. Chad was dood. Ze had hem zien exploderen. Wist zijn vriendin dat echt niet?

‘Nee, bedankt,’ slaagde ze erin uit te brengen. ‘Ik wacht op iemand.’

‘O ja?’ De vrouw leek niet overtuigd. ‘Het lijkt erop dat je gewond bent.’ Ze wees naar de bebloede mouw van Rebecca’s jas. ‘Krankzinnig wat er gebeurd is, hè? Chad is ook geraakt. Weet je zeker dat ik je geen lift kan geven?’

‘Heel zeker. Ik wil mijn vriend niet mislopen.’

Mensen die binnenkwamen, moesten om de vrouw heen lopen. Ze begon in de weg te staan.

‘Goed dan. Tot ziens.’

Rebecca zag de vrouw terug naar haar wagen lopen. Ze keek over haar schouder en zwaaide. Om haar door het raam te kunnen blijven volgen, schoof Rebecca een stukje opzij. Ze keek nu over een schap ijskrabbers naar buiten. Het bestelbusje van de vrouw stond bij een van de hoekpompen, de ruiten gehuld in schaduwen zodat Rebecca niet kon zien of er nog iemand anders in zat.

Was het mogelijk dat Chad het had overleefd? Kon zij zich hebben vergist? Zou ze vanwege de paniek en schok alleen maar gedacht kunnen hebben dat ze Chad zag exploderen? Het geheel leek op een nachtmerrie. Een slechte film. Misschien had ze het zich verbeeld.

Ze schoof uit zicht, ondertussen haar ogen op de bestelbus gericht houdend. Een snelle blik de winkel rond. De kerel achter de kassa hield haar in de gaten. Ze deed alsof ze de ijskrabbers bekeek, pakte er een op en checkte de prijs. Een nieuwe stroom klanten kwam binnen, en de kerel had het nu te druk om haar nog langer in de gaten te houden. Ze legde de krabber weer neer en verplaatste zich naar de andere kant van de winkel, dicht bij de toiletten, een plek waar ze slechts een klein stukje van de benzinepompen kon zien. Wat ze daarentegen wel helemaal kon zien was de uitgang van de parkeerplaats. Ze zag de bestelbus vertrekken. Langzaam trok hij op en verdween. Ze voelde haar schouders van opluchting naar beneden zakken.

Toen haalde ze Dixons iPhone uit haar zak en zette hem aan. Dixon was haar enige hoop. Ze vond zijn laatste sms. Als ze simpelweg op ‘antwoorden’ drukte, hoefde ze het nummer niet te weten.

Ze tikte haar bericht in. Ben je er nog?

Binnen een paar seconden kwam het antwoord. Waar ben je?

Benzinest. tegenov. mall. Kom je me halen?

Ze wachtte.

Onderweg

Duizelig van opluchting leunde ze tegen de muur. Snel raapte ze zichzelf bij elkaar. Keek om zich heen. De kerel van de kassa was nog steeds bezig. Geen probleem. Ze zou hier op Dixon wachten.

Toen zag ze het. De donkergekleurde bestelbus was teruggekomen en reed stapvoets naar de andere kant van het parkeerterrein waar hij naast de vuilcontainers tot stilstand kwam.

Zwarte Vrijdag
CoverPage.html
section-0001.html
section-0002.html
section-0003.html
section-0004.html
section-0005.html
section-0006.html
section-0007.html
section-0008.html
section-0009.html
section-0010.html
section-0011.html
section-0012.html
section-0013.html
section-0014.html
section-0015.html
section-0016.html
section-0017.html
section-0018.html
section-0019.html
section-0020.html
section-0021.html
section-0022.html
section-0023.html
section-0024.html
section-0025.html
section-0026.html
section-0027.html
section-0028.html
section-0029.html
section-0030.html
section-0031.html
section-0032.html
section-0033.html
section-0034.html
section-0035.html
section-0036.html
section-0037.html
section-0038.html
section-0039.html
section-0040.html
section-0041.html
section-0042.html
section-0043.html
section-0044.html
section-0045.html
section-0046.html
section-0047.html
section-0048.html
section-0049.html
section-0050.html
section-0051.html
section-0052.html
section-0053.html
section-0054.html
section-0055.html
section-0056.html
section-0057.html
section-0058.html
section-0059.html
section-0060.html
section-0061.html
section-0062.html
section-0063.html
section-0064.html
section-0065.html
section-0066.html
section-0067.html
section-0068.html
section-0069.html
section-0070.html
section-0071.html
section-0072.html
section-0073.html
section-0074.html
section-0075.html
section-0076.html
section-0077.html
section-0078.html
section-0079.html
section-0080.html
section-0081.html
section-0082.html
section-0083.html
section-0084.html
section-0085.html
section-0086.html
section-0087.html
section-0088.html
section-0089.html