Hoofdstuk 9

 

 

 

Lanoha’s Nursery

Omaha, Nebraska

 

Nick Morelli trok een creditcard tevoorschijn. Hij wist dat zijn zus Christine hem in de gaten hield, dus probeerde hij geen spier te vertrekken, noch zijn keel te schrapen. Dat waren de tekenen waarop ze wachtte.

Ze had hem verteld dat hij niet hoefde te betalen voor de enorme Fraserspar, die ze als kerstboom hadden gekocht. In feite had ze het hem al drie keer verteld, waardoor hij er juist op had gestaan en nu deed alsof het geen enkel probleem was. Want waarom zou het een probleem zijn? Dat hij net een heel goede positie op het kantoor van de officier van justitie van Suffolk County in Boston had opgegeven om terug naar Omaha te gaan, was niet van belang. Hij was niet ontslagen of afgevloeid. De beslissing was geheel zijn eigen keuze geweest.

Keuze, geen plotselinge opwelling.

‘Opwelling’ was het woord dat zijn moeder en Christine gebruikten.

‘Je vader weet dat je van hem houdt, Nicky,’ had zijn moeder gezegd toen hij haar had verteld dat hij terug naar Nebraska zou komen. ‘Hij verwacht niet dat je je leven opgeeft om aan zijn zijde te staan.’

Eigenlijk had hij haar toen willen vertellen dat dat nu juist precies was wat de oude Antonio Morelli wilde. Die wilde dat iedereen zijn of haar leven op zijn kop zette en zo organiseerde dat ze hem in alles ter wille konden zijn, vooral nu hij aan de rand van het graf leek te staan. Door een zware beroerte was Nicks vader al een aantal jaren verlamd en aan bed gekluisterd. Hij kon alleen nog door middel van zijn ogen communiceren. Misschien was het alleen Nicks verbeelding, maar hij zwoer dat hij nog steeds dezelfde teleurstelling en desillusie kon zien in die ogen – nu waterig blauw in plaats van ijzig blauw – elke keer wanneer zijn vader hem aankeek.

Nick had het grootste gedeelte van zijn leven geprobeerd te doen wat zijn vader van hem verwachtte, had geprobeerd die grote schoenen te vullen. Zijn vader had als quarterback voor de Nebraska Huskers gespeeld, dus had Nick ervoor gezorgd dat hij ook als quarterback voor de Nebraska Huskers kon gaan spelen, maar hij had dat slechts één seizoen gedaan. Dat was een enorme teleurstelling voor zijn vader geweest. Zijn vader had rechten gestudeerd, dus was Nick eveneens rechten gaan studeren, ook al was hij eigenlijk totaal niet geïnteresseerd geweest in een baan als advocaat of in de vacature die zijn vader voor hem had achtergelaten op het advocatenbureau dat hij had opgezet.

Nick had zich zelfs tot districtsheriff laten kiezen, nadat de oudere Morelli als een levende legende met pensioen was gegaan. Maar toen had hij zijn vader in verlegenheid gebracht door een moordenaar op te sporen die Antonio Morelli had laten lopen. Het zou al het andere goed hebben moeten maken. Nick was uiteindelijk toch geslaagd. Alleen was dat niet hoe Antonio Morelli het zag. In plaats daarvan zag hij het als een vernedering: zijn zoon die hem publiekelijk te schande maakte.

Het eerste wat Nick helemaal uit zichzelf had gedaan, zonder de invloed van de oudere Morelli, was waarschijnlijk zijn verhuizing naar Boston geweest. Zijn vader had nooit als openbare aanklager gewerkt. Had nooit prominente zaken gehad die ook maar in de buurt kwamen van de zaken waarmee Nick zich bezig had gehouden, van drugshandelaars tot seriemoordenaars. Dat was het soort zaken waar Nick regelmatig mee te maken had gekregen als openbare aanklager voor Suffolk County. En toch was het niet genoeg geweest. Klaarblijkelijk, want hier was hij dan weer, terug in zijn geboorteplaats, nog steeds op zoek naar iets. Hopelijk was dat niet zijn vaders goedkeuring.

Dat moest zijn wat zijn moeder in haar hoofd had. Zij dacht dat Nick was terug gekomen om dicht bij zijn vader te kunnen zijn, omdat het, gezien zijn steeds slechter wordende conditie, wel eens zijn laatste Kerstmis zou kunnen worden. En zijn zus Christine leek te denken dat Nick terug was gekomen om een rolmodel te kunnen zijn voor haar vaderloze tienerzoon. Dat was gedeeltelijk waar. Hij gaf om Timmy en wilde deel uitmaken van diens leven. De waarheid was echter ook, tenminste als Nick eerlijk tegenover zichzelf was, dat zijn redenen helemaal niet zo verheven of nobel waren. In feite waren ze tamelijk egoïstisch.

Ja, hij wilde deze laatste Kerstmis samen met zijn familie doorbrengen, maar hij wilde ook wegvluchten van de plotselinge eenzaamheid in zijn leven. Er hing een leegte in zijn Bostonse appartement, die zelfs in zijn werk overliep. Het was duidelijk dat hij iets was kwijtgeraakt, maar dat betrof niet zijn ex-verloofde, Jill Campbell. Gek genoeg had haar afwezigheid in zijn leven weinig te maken met de eenzaamheid die hij ervoer. Wat het nog erger maakte, was dat zijn vertrek uit Boston niet had geholpen. De leegte volgde hem. Dit uitgeholde gevoel was iets wat hij met zich meedroeg. Misschien was dat niet de juiste manier om het te omschrijven, maar zo voelde het absoluut aan.

Zijn nieuwe baan bij een gerenommeerd beveiligingsbedrijf zorgde voor afleiding. De uitdaging beviel hem. En de positie leverde een goed salaris op… of zou dat in elk geval gaan doen. Over een tijdje. Hij was pas een maand daarvoor begonnen.

‘Ik weet dat je je een beetje ellendig voelt,’ onderbrak Christine zijn gedachtegang.

‘Ik voel me niet ellendig.’

‘Je mag het best toegeven.’

‘Ik voel me niet ellendig.’

Ze wierp hem die je-lult-uit-je-nekblik toe.

Goed, misschien voelde hij zich een beetje ellendig. Ellendig paste wel bij uitgehold.

‘Dat is begrijpelijk.’ Christine scheen te denken dat ze midden in Lanoha’s Nursery zijn leven moesten bespreken. ‘Je hebt nog maar net je verloving verbroken. Hoe lang geleden? Vijf maanden?’

‘Ik voel me niet ellendig vanwege Jill,’ hield Nick vol, terwijl hij zijn kaken op elkaar klemde. Hij hoopte dat zijn zus de boodschap doorkreeg dat ze erover op moest houden, maar besefte tegelijkertijd dat hij met deze woorden haar observatie bevestigde. Als ze hem zo goed kende als ze dacht dat ze deed, moest ze weten dat het niets met Jill te maken had.

‘Als het Jill niet is,’ zei ze, voorwendend dat het een zijdelingse opmerking was door de prijskaartjes van een paar kerstkransen te bekijken, ‘dan moet het Maggie zijn.’

Het was alsof ze een dolk in zijn zij had gestoken, en hij moest zijn uiterste best doen niet ineen te krimpen. De afgelopen maand had hij zichzelf ervan proberen te overtuigen dat Maggie O’Dell een gepasseerd station was. Hij had alles gegeven. Als hij nog verder was gegaan, was hij een psychopathische stalker geworden. Het was voorbij. Tijd om door te gaan met zijn leven. Dat hield hij zich telkens weer voor. Zijn hoofd hoorde hem luid en duidelijk. Het was zijn hart dat doof was.

‘Ik snap het,’ merkte Christine op, zijn stilte als bevestiging opvattend. ‘Het ligt gecompliceerd.’

Het was echter helemaal niet zo gecompliceerd. Nick had Maggie vier jaar terug ontmoet, toen hij sheriff was geweest van Platte City, Nebraska, en ze samen aan een zaak hadden gewerkt. Ze was in zijn leven verschenen als FBI-profielschetser, slim en gevat, hard maar beeldschoon. Nick had veel vrouwen gekend – hij had veel relaties met vrouwen gehad – maar hij had nog nooit iemand als Maggie O’Dell ontmoet. Er was onmiddellijk een vonk tussen hen overgesprongen. Tenminste, dat was hoe Nick het zich herinnerde. Zij, daarentegen, was toentertijd getrouwd geweest.

Ze hadden contact gehouden, en na haar scheiding had hij haar op diverse manieren proberen te charmeren, had er zelfs mee te koop gelopen dat hij openstond voor een relatie. Een echte relatie, iets waar Nick Morelli zelden over had nagedacht. Maggie had hem echter om de een of andere reden afgewezen. Misschien was ze er nog niet klaar voor geweest. Dat was wat hij toen had willen geloven. Afgewezen worden was een nieuw concept voor hem geweest.

De afgelopen zomer waren ze elkaar weer tegengekomen, vanwege een nieuwe zaak die gelinkt was aan die van vier jaar terug. Bij Nick had het allemaal herinneringen opgeroepen, plus een aantal gevoelens waarvan hij niet had geweten dat hij ze nog steeds koesterde. Gevoelens die hem hard hadden geraakt. Zo hard, dat hij zijn verloving had verbroken.

Daarna had hij het enige gedaan waarvan hij wist hoe het moest. Hij had Maggie als een echte minnaar bestookt met kaarten, e-mails, bloemen en verzoeken om tijd met elkaar door te brengen, ook al woonde zij in het DC-district en hij in Boston. Totdat hij erachter was gekomen dat er iemand anders in haar leven was. Hij had haar door zijn handen laten glippen, zijn kansen verspeeld. Deze keer was het echt te laat geweest.

Hij had haar verspeeld aan een kerel genaamd Benjamin Platt. Nick had het kenteken opgezocht van de landrover die hij voor Maggies huis geparkeerd had zien staan. Platt was kolonel in het leger, arts en wetenschapper. Nick vroeg zich af of een lange, donkere en charmante advocaat die vroeger quarterback was geweest, ook maar een klein kansje had om met zo iemand te concurreren.

‘Kunnen we ons op Kerstmis concentreren?’ vroeg hij na een te lange stilte. Hij zag al dat Christine wist dat ze gelijk had. Dat hij voor zijn oudere zus een open boek was, deed hem geen plezier.

Voordat Christine kon reageren, werden ze onderbroken door twee winkelbediendes, die in het midden van de kwekerij gingen staan.

‘Er heeft een explosie plaatsgevonden in de Mall of America,’ kondigde een van hen aan. ‘Waarschijnlijk zijn er tientallen doden gevallen.’

Overal vandaan kwamen klanten door de paden gelopen om het nieuws te horen.

‘Dat is er een van ons,’ zei Nick tegen Christine. Zijn mobiel ging over op het moment dat hij hem uit zijn jaszak haalde.

Zwarte Vrijdag
CoverPage.html
section-0001.html
section-0002.html
section-0003.html
section-0004.html
section-0005.html
section-0006.html
section-0007.html
section-0008.html
section-0009.html
section-0010.html
section-0011.html
section-0012.html
section-0013.html
section-0014.html
section-0015.html
section-0016.html
section-0017.html
section-0018.html
section-0019.html
section-0020.html
section-0021.html
section-0022.html
section-0023.html
section-0024.html
section-0025.html
section-0026.html
section-0027.html
section-0028.html
section-0029.html
section-0030.html
section-0031.html
section-0032.html
section-0033.html
section-0034.html
section-0035.html
section-0036.html
section-0037.html
section-0038.html
section-0039.html
section-0040.html
section-0041.html
section-0042.html
section-0043.html
section-0044.html
section-0045.html
section-0046.html
section-0047.html
section-0048.html
section-0049.html
section-0050.html
section-0051.html
section-0052.html
section-0053.html
section-0054.html
section-0055.html
section-0056.html
section-0057.html
section-0058.html
section-0059.html
section-0060.html
section-0061.html
section-0062.html
section-0063.html
section-0064.html
section-0065.html
section-0066.html
section-0067.html
section-0068.html
section-0069.html
section-0070.html
section-0071.html
section-0072.html
section-0073.html
section-0074.html
section-0075.html
section-0076.html
section-0077.html
section-0078.html
section-0079.html
section-0080.html
section-0081.html
section-0082.html
section-0083.html
section-0084.html
section-0085.html
section-0086.html
section-0087.html
section-0088.html
section-0089.html