Hoofdstuk 29
Rebecca was verdwenen.
Patricks eerste gedachte was dat ze tegen haar wil was meegenomen. Zou die paramedische psychopaat hen toch hebben gevolgd?
Verdomme! Hij wist dat hij haar nooit alleen had moeten laten. Hij was er zo zeker van geweest dat de kerel niets zou durven uithalen hier in de overvolle hotelzaal waar het volstond met geïmproviseerde ziekenhuisbedden, infusen en echte artsen. Smalle doorgangen maakten het moeilijk om iemand ongemerkt naar buiten te slepen. Dat was in elk geval Patricks idee geweest. Stel dat die vent erin was geslaagd bij Rebecca te komen en haar te verdoven?
Stom! Hoe kon hij zo stom zijn geweest?
‘Zoek je je vriendinnetje?’
Patrick draaide zich razendsnel om. Het was de oude man die naast Rebecca had gelegen. Zijn zilvergrijze haar stak recht overeind uit het verband om zijn hoofd.
‘Hebt u haar gezien?’
‘Ja. Ze is vertrokken.’
‘In haar eentje?’
Was de man misschien in de war?
‘Voor zover ik kon zien wel.’ Hij krabde aan het verband. ‘Ze stond op en vertrok.’
‘Zomaar?’
‘Zomaar. Trok de naald uit haar hand.’ Hij duidde het infuus aan dat nog bij het geïmproviseerde bed stond.
‘Hebt u gezien waar ze heen ging?’
De man wees met zijn vinger. Patrick moest over zijn schouder kijken. Helemaal aan de andere kant bevond zich een deur. Dat was niet logisch. De dichtstbijzijnde uitgang, waar Patrick naartoe was gegaan, had zich vlak achter haar bevonden. Ze had hem zien vertrekken. Als ze naar hem op zoek was geweest, waarom zou ze dan in de tegenovergestelde richting zijn gelopen?
‘Weet u het zeker?’
‘Hé, ik mag dan een klap op mijn hoofd hebben gehad, maar er is niets mis met mijn ogen.’
‘Sorry. Het is alleen…’
‘Ik weet het, ik weet het,’ zei hij knikkend. ‘Je maakt je zorgen over haar. Ze zag er niet zo goed uit. Ze keek een beetje glazig, als je het mij vraagt.’
Patrick haalde zijn mobiel tevoorschijn. Geen sms’jes. Geen voicemail. Geen gemiste oproepen. Hij kende Dixons iPhone-nummer niet, en Rebecca had geen eigen mobiel. Wat had ze zich in haar hoofd gehaald? Was ze nog steeds in shock? Misschien wist ze niet wat ze aan het doen was. Hij bedankte de oude man en liep naar de uitgang. Als ze gedesoriënteerd was, kon ze niet ver zijn.
De deur kwam uit op een gemeenschappelijke ruimte, waar een tafel en vouwstoelen neer waren gezet. Twee in blauwe uniformen gestoken paramedici probeerden de chaos onder controle te houden. Vanwege alle mensen kon Patrick de lobby nauwelijks zien. Aan zijn rechterkant zag hij een rij liften en aan het uiteinde van de gang aan zijn linkerkant nog een uitgang. Die leidde waarschijnlijk naar buiten.
Hij keek van de ene plek naar de andere. Welke kant was Rebecca op gegaan? Hij kon zich niet voorstellen dat ze zich een weg door de menigte had gebaand. Ze had een hekel aan mensenmassa’s en had bovendien nogal het een en ander meegemaakt? Maar ze was zichzelf niet. Misschien was ze nog in shock. Tijdens zijn studie had hij geleerd wat shock met je kon doen. Als ze naar buiten was gelopen, besefte ze misschien niet eens hoe koud het was.
Hij begaf zich naar de uitgang. Toen hij de deur openduwde, zag hij een geüniformeerde man van het parkeerterrein op hem af lopen.
‘Jij daar! Wat denk je dat je aan het doen bent?’