Hoofdstuk 54

 

 

 

Maggie deed haar best om Henry Lee niet te onderbreken. Ze weerhield zichzelf van het kruisen van haar armen of andere non-verbale uitingen die hem zouden kunnen doen stoppen. Door haar psychologische achtergrond had ze geleerd te luisteren zonder enige aanwijzing van vooringenomenheid te geven. Soms kreeg een stille luisteraar meer waardevolle informatie dan een door de wol geverfde ondervrager. De menselijke natuur legde bepaalde gedragspatronen op, zoals lange stiltes vullen of een ontvankelijke luisteraar een plezier willen doen.

‘Mijn dochter, Dixons moeder, was een van de honderdachtenzestig mensen die op 19 april 1995 de dood vonden, ten gevolge van tweeëntwintighonderd kilo ammoniumnitraat en kerosine in een wagen die voor de ingang van het Alfred P. Murrah Federal Building in Oklahoma City was geparkeerd.’

Er was nog steeds voldoende emotie om zijn blauwe ogen weer waterig te maken. Hij wreef er geïrriteerd in, voordat hij vervolgde: ‘Ik geloofde niet dat het kon gebeuren, dacht dat we het nooit meer zouden laten gebeuren, maar wij Amerikanen hebben een kort geheugen. We werden zelfgenoegzaam. Zes jaar later, 9/11.’ Hij schoof naar achteren, ging daarna weer op het puntje van zijn stoel zitten, kon geen comfortabele houding vinden, leek niet te weten wat hij met zijn handen moest doen.

Maggie zat zijn stilte en onrust uit.

‘We zijn opnieuw zelfgenoegzaam geworden,’ zei hij. ‘Dit was bedoeld om mensen wakker te schudden. Deze regering blijft ons antiterreurbeleid tenietdoen en onze beveiligingssystemen verzwakken. Daardoor maken ze ons kwetsbaar voor een volgende aanslag. En let op mijn woorden, er zal een volgende aanslag komen.’ De boosheid kroop weer terug in zijn stem.

‘Het zal bij een groot sportevenement of in een van onze winkelcentra of op een luchthaven gebeuren. Ze hebben de barrières afgebroken die we met hard werken hadden opgebouwd. De sluiting van Gitmo. Het is krankzinnig. Die monsters op drie volledige maaltijden per dag trakteren, terwijl ze alleen maar weer naar buiten willen om onschuldige Amerikanen af te slachten.’

‘Er zijn vandaag tweeëndertig onschuldige Amerikanen omgekomen.’ Ze kon het niet helpen. Ze wilde niet naar zijn speech luisteren en hem laten geloven dat haar stilte betekende dat ze zijn ideeën excuseerde, vergaf of zelfs maar begreep.

‘Mijn hemel, tweeëndertig?’ Met trillende handen bedekte hij zijn gezicht. ‘Dat was niet de bedoeling,’ zei hij door zijn vingers heen. ‘Ik zweer het, dat was niet de bedoeling.’

‘Wat was precies de bedoeling, Mr. Lee?’

‘Een ordeverstoring. Meer niet.’ Hij schudde zijn hoofd en schoof handenwringend weer naar voren op zijn stoel. ‘Onze groep… en het is een invloedrijke groep van oprechte mensen op belangrijke posities…’

‘Citizens for American Pride?’

Hij blies lucht uit, een geluid dat klonk tussen gesnuif en gegrinnik.

‘CAP? Dat is een rookgordijn, een lolletje. Die organisatie heeft hier niets mee te maken.’

‘Dan begrijp ik het niet, over welke groep hebt u het?’

‘Niemand weet van ons af. We zijn erin geslaagd onze organisatie bijna vijftien jaar geheim te houden. We hebben invloed uitgeoefend op zakelijke contracten – miljarden dollars – om ervoor te zorgen dat Amerikaanse bedrijven de opdracht kregen. We hebben het regeringsbeleid gemanipuleerd. Niet anders dan wat lobbyisten doen, alleen hebben wij leden die… laten we zeggen, iets dichter bij het maken van het werkelijke regeringsbeleid staan.’

‘Zegt u nu dat leden van het Congres deel uitmaken van deze geheime groep?’

Hij haalde zijn schouders op, en ze wist dat hij controleerde wat hij haar vertelde, dat hij misschien zelfs onder het praten daar beslissingen over nam.

‘We zijn geen boeven,’ vervolgde hij. ‘Dat is het enige wat ik wil zeggen. Soms kunnen onze methodes een beetje onconventioneel hebben geleken. We deden wat we nodig vonden om invloed uit te oefenen, om te overtuigen, om Amerika op het juiste spoor te houden. Ja, we zijn ver gegaan. Maar het heeft nooit onschuldige levens gekost. Dat zweer ik.’

Nu keek hij de kamer rond alsof hij wilde controleren of die, inderdaad, veilig was. ‘Dit was bedoeld om mensen wakker te schudden. In de rugzakken had apparatuur – elektronische stoorzenders – moeten zitten. De apparaten waren speciaal ontworpen om computersystemen en satellietontvangers te ontregelen. Ik heb ze zelf helpen creëren. Het had een soort elektronische black-out moeten worden, zodanig getimed dat die plaats zou vinden op wat de wereld van de detailhandel “zwarte vrijdag” noemt. Een dag van substantiële inkomsten zou op zijn kop worden gezet om aan te tonen hoe gemakkelijk een terrorist naar binnen kan wandelen en hetzelfde kan doen, of misschien erger.’

‘Dat ergere deel hebt u zeker bewezen.’ Maggie beet op haar onderlip. Kalm, rustig, onaangedaan. Dit kón ze zonder geëmotioneerd te raken. Met moeite lukte het haar haar vuisten niet te ballen en haar voeten stil te houden, hoewel ze eigenlijk heen en weer wilde gaan lopen.

‘U hebt gelijk. Iemand heeft dat zeker bewezen. Iemand met zijn eigen agenda. Die jongens hadden er niets mee te maken.’

‘Kent u de jongens die erbij betrokken waren?’

‘Ze waren vrienden van mijn kleinzoon. Chad, Tyler en Dixon zijn met leugens ertoe verleid om die rugzakken te dragen. En Patrick – ze zouden niet eens zijn foto moeten hebben. Hij had er helemaal niets mee van doen. Patrick en Becca gingen alleen naar de mall omdat Dixon daarheen wilde.’

‘Kent u Patrick Murphy?’

‘Patrick en Becca hebben gisteren Thanksgiving bij mij thuis gevierd en de afgelopen twee nachten bij ons gelogeerd. Ze zitten samen met Dixon op de University of New Haven, zijn met zijn drieën uit Connecticut hier in twee dagen naartoe gereden. Aardige kinderen. Aardige, nette kinderen.’

Hij schudde zijn hoofd en merkte niet dat Maggie moeizaam slikte.

Patrick had de waarheid verteld. Hij had niets met de bommen van doen. Ze had het hem niet zo moeilijk moeten maken, had hem moeten vertrouwen in plaats van hem te vragen haar te vertrouwen. Nu zat ze tegenover de man met wie Patrick Thanksgiving had doorgebracht en die meer van haar halfbroers karakter leek af te weten dan zijzelf. Toen realiseerde ze zich plotseling iets, en haar maag draaide zich om.

‘Was Patrick bij Dixon toen hij werd meegenomen?’

‘Nee, en Becca ook niet.’

Het lukte haar nauwelijks haar opluchting in toom te houden, maar Henry Lee leek niets te merken aangezien hij weer naar zijn handen staarde.

‘Dixon zei dat hij de rugzak bij hen had achtergelaten. Leven Patrick en Becca nog?’

Maggie zag het besef in zijn ogen. Tot dan toe had hij er niet aan gedacht dat Dixons vrienden in de explosie omgekomen zouden kunnen zijn.

‘Patrick leeft. Van Becca weet ik het niet.’

Nogmaals schudde Henry Lee zijn hoofd. ‘Dixon was hier in het ziekenhuis bij mij,’ vertelde hij haar. ‘Ik was zo opgelucht dat hij veilig was. Toen namen die schoften hem van hier mee. Daarom weet ik dat ze me in de gaten hou-den.’

Hij stopte, haalde een paar keer diep adem om niet in zijn woede te verdrinken. ‘Dixon maakte zich zorgen over zijn vrienden. Hij heeft mijn smartphone geleend. Hij praatte met hen.’ Zijn ogen vernauwend, zweeg hij even, op zoek naar de juiste term. ‘Stuurde sms’jes, om zich ervan te overtuigen dat alles met hen in orde was. Dat is hoe die schoften mij ertoe dwingen in contact te blijven, hoe ze controleren op welke manier ik in contact blijf. Met mijn eigen verrekte telefoon.’

‘Wie zijn ze precies, Mr. Lee? Wie heeft uw kleinzoon? Wie heeft de storingsapparatuur met bommen verwisseld?’

‘Degene die de leiding heeft, noemt zichzelf de Project Manager.’ Hij keek weg. Haalde nogmaals een aantal keer diep adem alsof hij zichzelf wilde wapenen tegen wat er volgde. ‘En voor aanstaande zondag is hij een volgende aanslag aan het voorbereiden.’

Zwarte Vrijdag
CoverPage.html
section-0001.html
section-0002.html
section-0003.html
section-0004.html
section-0005.html
section-0006.html
section-0007.html
section-0008.html
section-0009.html
section-0010.html
section-0011.html
section-0012.html
section-0013.html
section-0014.html
section-0015.html
section-0016.html
section-0017.html
section-0018.html
section-0019.html
section-0020.html
section-0021.html
section-0022.html
section-0023.html
section-0024.html
section-0025.html
section-0026.html
section-0027.html
section-0028.html
section-0029.html
section-0030.html
section-0031.html
section-0032.html
section-0033.html
section-0034.html
section-0035.html
section-0036.html
section-0037.html
section-0038.html
section-0039.html
section-0040.html
section-0041.html
section-0042.html
section-0043.html
section-0044.html
section-0045.html
section-0046.html
section-0047.html
section-0048.html
section-0049.html
section-0050.html
section-0051.html
section-0052.html
section-0053.html
section-0054.html
section-0055.html
section-0056.html
section-0057.html
section-0058.html
section-0059.html
section-0060.html
section-0061.html
section-0062.html
section-0063.html
section-0064.html
section-0065.html
section-0066.html
section-0067.html
section-0068.html
section-0069.html
section-0070.html
section-0071.html
section-0072.html
section-0073.html
section-0074.html
section-0075.html
section-0076.html
section-0077.html
section-0078.html
section-0079.html
section-0080.html
section-0081.html
section-0082.html
section-0083.html
section-0084.html
section-0085.html
section-0086.html
section-0087.html
section-0088.html
section-0089.html