79
Astrid wordt wakker van een geluid dat ze goed kent. Het is het geluid van de voordeur die in het slot valt. Dat kan gepaard gaan met gedreun, maar het kan ook niet meer dan een beschaafde klik zijn.
Vandaag is het een klik.
Ze kijkt opzij en ziet dat het halfacht is. Ze heeft zeven uur geslapen.
Het is benauwd in haar slaapkamer. Dat kan ook niet anders, omdat de ramen potdicht zitten. En de deur is weer op slot.
Er komen voetstappen de trap op. Er is geluid in de badkamer. Stromend water, doorspoelen van het toilet.
Hij gaat naar zijn slaapkamer.
Stilte.
Ze beweegt zich niet, maar luistert scherp. En ze houdt haar ogen strak op de deur gericht. Zou hij binnen willen komen? Hoe reageert hij als hij merkt dat ze de deur op slot heeft gedaan?
Er gebeurt niets.
Ze stapt uit bed en zet het raam open. De koele ochtendlucht voelt heerlijk. Ze verlangt naar Charles.
Het geluid van haar mobiele telefoon bezorgt haar bijna een hartstilstand. Ze kijkt op de display en ziet het nummer van Charles. Hoe is het mogelijk? ‘Ik zat net aan je te denken,’ probeert ze te zeggen, maar haar stem blijft ergens achter in haar keel steken.
‘Ik versta je niet,’ roept Charles. ‘Hoor je mij?’
Ze heeft weer geluid. ‘Ik hoor je. Ik zat net aan je te denken.’
‘Dat voelde ik toch. Lig je nog in bed?’
‘Nee, ik was er al uit. Hoe is het daar?’
‘Opwinding alom. Ons jongste nichtje van zeventien heeft voor het eerst bij een jongen geslapen en broerlief is in alle staten. Er zit zomaar een smerige kerel aan zijn oogappel, hij is er helemaal van ondersteboven. Dat soort reacties heeft hij niet van huis uit meegekregen. Mijn vader verblikte of verbloosde niet toen jij zomaar verscheen.’
‘Dat ligt bij dochters toch anders dan bij zonen,’ zegt Astrid. ‘Jij keek ook wel een beetje moeilijk toen Jolien haar eerste vriendje kreeg, of weet je dat niet meer?’
‘Ik keek een beetje moeilijk, maar ik liep niet schuimbekkend door het huis. Nou ja, hij went er wel aan. Ik ben naar mijn slaapkamer gegaan en dacht: ik ga As eens even bellen. Hoe gaat het daar?’
‘Goed.’
‘Is onze zoon al aan het verhuizen?’
‘Nog niet.’ Ze slikt een paar keer. ‘Rita schijnt echt spoorloos te zijn. Er komt een opsporingsbericht op televisie.’
‘Allemachtig zeg, echt waar? Zou haar verdwijning in verband kunnen staan met de moord op Gina?’
Ze moet een ander onderwerp verzinnen, maar hij vertelt al over wat hij van plan is. Jolien, Charles en zijn ouders zullen een auto huren en een week gaan toeren. Zijn broer heeft een route uitgestippeld die veilig is en toch veel te bieden heeft. Maar hij blijft mobiel bereikbaar; ze moet niet denken dat hij verdwijnt in the middle of nowhere.
Hoort ze nu iets in zijn stem wat op ongerustheid duidt?
‘Goed hoor,’ zegt ze haastig. ‘Maar je hoeft je over het thuisfront geen zorgen te maken. We hebben de zaak onder controle.’
‘Maar ik hoor iets in je stem… Je belt me toch echt wel als je me nodig hebt, hè As?’
Ze belooft het.
‘Wat ga je doen vandaag? Hoe laat is het nu bij jullie?’
‘Tien voor acht. Ik ga… nou ja, van alles, het bekende patroon. Boodschappen, kaas halen op de markt, verse bloemen kopen. En ik denk dat ik de hogedrukspuit eens even op het terras loslaat.’
‘Dat kun je ook aan Bjorn vragen.’
‘Je hebt gelijk, dat zal ik doen. Gek idee, dat ik opsta en jij zo gaat slapen. Echt de omgekeerde wereld.’
‘Ik zal lekker slapen, nu ik je even heb gehoord. Ik mis je. We hadden samen moeten gaan.’
‘We houden het tegoed. Misschien met de feestdagen, zullen we dat doen? Een keer kerst en oud en nieuw vieren aan de rand van het zwembad lijkt me wel een idee.’
‘Echt? Daar hou ik je aan.’ Hij is kinderlijk enthousiast. Op die manier kan Jolien ook reageren. En Meike kon dat ook.
Ze hoort iets in de tuin.
‘Ga lekker slapen, welterusten. Laten we snel weer bellen,’ zegt ze.
Ze loopt naar het raam. De tuin is leeg. Toch hoort ze iets. Ze steekt haar hoofd ver uit het raam. Het geluid is rechts van haar; het komt uit de kamer van Bjorn. Het lijkt op gegiechel, verandert in iets wat op gebrom lijkt, wordt hoger van toon.
Hij is niet alleen.