36
Het was ook in juni en vanaf het moment dat ik wakker werd was ik ervan overtuigd dat het een perfecte dag zou worden. Ik had geen voorgevoel, er was geen enkel signaal dat op onraad duidde. Ik trad de wereld met open armen tegemoet.
Het was ook een zaterdag.
Hoe vaak zal ik me naderhand niet hebben afgevraagd hoe het mogelijk was dat ik het niet heb geweten? Hoe vaak zal ik het mezelf al niet verweten hebben dat ik het niet heb voorkomen? Al vertelt de hele mensheid me dat het niet mijn schuld was, dat het niemands schuld was, dat het lot soms de een en dan de ander treft, dat wij te nietige wezens zijn om daar ook maar de geringste invloed op te kunnen uitoefenen, het schuldgevoel heeft in mij een permanente verblijfplaats gevonden.
Jolien had net haar vwo-diploma gehaald en die dag zou het feest gehouden worden. Ze sliep uit en ik maande Meike niet te hard te praten in de badkamer. Ze fluisterde dat ze samen met Bjorn een cadeau voor haar zus ging kopen. Het was een geheim van hen samen en zelfs ik mocht niet weten wat ze bedacht hadden. Om tien over tien fietsten ze samen ons erf af. Ik keek ze na en bedacht dat ik tegen Bjorn had moeten zeggen dat ik het aardig van hem vond om samen met Meike iets te ondernemen. Ik had ook moeten zeggen dat hij moest uitkijken met de wildebras die naast hem fietste. Ik had hem moeten waarschuwen voor haar impulsieve acties.
Herken je deze gedachten, kun je je dit verdomde schuldgevoel voorstellen? Heb je zulke gevoelens ook gehad toen jij je kind verloor? Ik heb al zo vaak geprobeerd me iets van jouw emoties te herinneren, maar zodra ik mijn gedachten op dit onderwerp concentreer is het leeg in mijn hoofd. Er komt geen enkel beeld, geen enkel gesprek, geen enkele herinnering tevoorschijn. Het enige wat ik zie, is je strakke gezicht, de harde lijnen om je mond, de spitse neus en de bleke wangen. Ik zie geen ogen. Je keek me nooit aan in die periode, je keek niemand aan. Je was er gewoon niet. Dat herinner ik me goed en ik weet ook nog hoe wanhopig het me maakte. Ik weet nog dat ik iedere dag zat te wachten op een uitbarsting, een ontremde actie, op hartverscheurende geluiden. Er kwam niets. Hoe kan ik aan jou uitleggen wat ik voelde toen ik mijn jongste kind verloor? Hoe kan ik je duidelijk maken wat er op dit moment door me heen gaat? Hoe kan ik de onrust die me gevangen heeft verklaren? Waarom zou ik willen uitleggen, duidelijk maken en verklaren?
Waarom aan jou?
Het duurde jaren voordat ik kon ophouden met hopen dat je me zou opzoeken. Mijn verlangen naar het moment dat je je alsnog zou openbaren als een moeder bleef heel lang overeind en werd door mij gekoesterd. Het brokkelde laagje voor laagje af en ik liet het pas los toen Meike werd geboren. Ze was ook niet gepland, ons nakomertje. Het meest stralende kind dat ooit bestaan heeft. Het kind dat rechtstreeks uit mijn ziel kwam. Op die prachtige zaterdag in juni stond ze samen met haar broer naast haar fiets te wachten totdat ze de weg konden oversteken. Er naderde een auto en die reed te hard. Ze heeft iets geroepen wat leek op een overmoedig besluit. Iets wat te maken had met maling hebben aan die stomme auto. Haar broer probeerde haar tegen te houden, maar ze was te snel. Ze was altijd te snel. Ze was lenig en soepel en glipte gemakkelijk uit je handen. Ze danste door het leven.
Ons cadeautje was op slag dood en sinds die zaterdag ben ik ook een beetje dood.
Begrijp je dat? Jij moet het kunnen begrijpen. Jij verloor ook een kind doordat je iets naliet wat te maken had met bescherming. Jij moet ook te maken hebben gehad met een schuldgevoel.
Ik kon haar niet beschermen tegen te hard rijdende auto’s en tegen overmoed en toch voel ik me schuldig aan haar dood. Het is een gekmakende overtuiging die ik niet kan duiden en waar ik geen redelijke verklaring voor kan vinden. Het gevoel is er gewoon en vandaag steekt het triomfantelijk de kop op.
Over zes dagen is het vijf jaar geleden dat er opeens politie verscheen en iemand me iets probeerde te vertellen wat ik niet wilde horen. Het is vijf jaar geleden dat er mensen voor de deur stonden die dachten dat er bij ons een feest werd gegeven. Het is vijf jaar geleden dat niemand van ons gezin de zon meer voelde, het daglicht niet te verdragen was en voedsel voor geen van ons betekenis meer had. Wij gingen allemaal een beetje dood. Er is voor ons allemaal iets verloren gegaan wat nooit meer terugkomt. Toch gaat het leven door, om maar eens het meest wanstaltige cliché dat bestaat te gebruiken. We krabbelden een voor een overeind, de kinderen voorop. Bjorn haalde zijn diploma voor technisch specialist personenauto’s, zij het met enige vertraging. Jolien slaagde in één keer voor de opleiding mondzorgkunde. Charles zocht en vond een groter bedrijfspand en breidde de autoverkoop uit. Ik startte een eenmansbedrijf voor de verkoop van tweedehands bruidsjurken. Voor de buitenwereld lijken wij een gezin dat het leven weer op de rails heeft. Dat klopt voor drie van ons.
Op een zonnige zaterdag met een gunstige weersverwachting kan ik mezelf zomaar terugvinden achter het raam van een dakkapel en luister ik naar het geluid dat ik zelf veroorzaak. Dat geluid is blijkbaar nodig om mijn gedachten bestaansrecht te geven. De woorden die ik uitspreek worden opgeslagen, maar ik weet niet of ik ze ooit wil terugluisteren. Het is al bijna vijf jaar geleden en zelfs erover praten tegen iemand die het niet kan horen is een probleem. Een geestelijke tangverlossing.
Ik kan beter ophouden met dit vreemde avontuur. Het leidt nergens toe; het legt hooguit iets bloot wat beter bedekt kan blijven. Ik krijg er jou niet mee terug en zelfs al zou dat het geval zijn, wat moet ik dan? Wat hebben wij elkaar nog te vertellen?
Toch sla ik deze woorden niet voor niets op.