***
Toen ze die ochtend opstond, was ze het beslist niet van plan.
Er moest iets gebeuren, dat was duidelijk. Er moest een afdoende oplossing gezocht worden voor een precair probleem.
Een probleem te veel.
Soms is de maat vol, loopt de beker over. Soms kan één verkeerd woord of één verkeerde beweging een lawine aan ellende veroorzaken. Soms ga je daardoor één stap te ver.
Toch was ze het niet van plan.
De herfst was vroeg begonnen. Ze had altijd een hekel aan de herfst, maar dit jaar niet. Deze keer kon het niet vroeg genoeg gaan stormen, mochten de bomen sneller dan ooit hun bladeren verliezen en waren de regenbuien meer dan welkom. De slechtste zomer van haar leven moest bedolven worden onder natuurgeweld.
Die morgen scheen de zon. De uitbundige zonnestralen verblindden haar. De nieuwslezer op de radio meldde dat de opleving van korte duur zou zijn.
Toen ze op weg was naar haar bestemming, voelde ze niets. Ze vroeg zich af of ze eigenlijk nog leefde. Het idee dat ze dood kon zijn stond haar wel aan.
Ze reed de straat in en was kalm. De herinneringen vielen haar niet lastig; ze constateerde dat de aanblik van de bekende beelden zelfs geen pijn meer deed. Het verleden was blijkbaar voorbij.
Voorgoed voorbij.
Misschien dat de confrontatie daardoor zo hard aankwam, dat de gruwelijke waarheid haar daardoor zo bezeerde. Dat de woede die ze eindelijk in sluimertoestand had gekregen daardoor zo ruw werd gewekt.
Het kwam door die lach, de sluwe beweging van zijn lippen, de afstotelijke mond. Het kwam door de gewelddadige blik in zijn ogen. Het kwam door wat hij ooit met haar deed en met welke gevolgen.
Ze was het niet van plan, maar toch deed ze het.